Boerderij |
|
|
De
oorsprong van de Strookappe familie ligt dan in Holten, maar in Harfsen
werd toch wel de meeste geschiedenis geschreven. Het is bekend dat Jan
Strokappe in 1833 nog in Holten woonde, omdat oudste zoon Jan daar ik
december werd geboren, maar niet veel later zal Jan naar Harfsen zijn
verhuisd omdat bekend is dat hij aldaar in 1836 het bedrag van 75 cent
aan personele omslag betaalde voor het bewonen van een woonhuis met erf
en omdat tweede zoon Hendrik er werd geboren. Heeft de familie dan altijd
op dezelfde plek gewoond, en zo ja, waren zij dan ook de oorspronkelijke
bewoners van de oude Strookappe boerderij? Antwoord op deze vragen en
nog veel meer interessante feiten kun je vinden op deze pagina. |
|
|
Het
Emsbroek |
Dit is een gedeelte
van blad 5 van sectie B Veldhoek van de gemeente Almen afkomstig
uit de Kadastrale Atlas Gelderland van 1832. De weg van Almen naar
den Bielder (de verticale weg op de afbeelding) is de tegenwoordige
Emsbroekweg. Het gebied rechts ervan is het Emsbroek waar de weg
naar vernoemd is.
Het is perceel 406 waar later de boerderij zou staan. Deze is gemakkelijk
te herkennen door de horizontale zijweg, de huidige Broekstraat.
Perceel 406 stond geregistreerd als weiland met een grootte van
3,24 ha. Overigens bestond sectie B grotendeels uit heide (44%)
en weiland (40%). Eigenaar van perceel 406 was Willema Hendrika
Christiaans die met een bezit van 71 ha in de top 10 van grootgrondbezitters
van de gemeente Almen stond. De rode S markeert de plek waar later
de oude Strookappe boerderij is gebouwd.
Percelen 408, 409 en 410 spelen later ook een rol en zijn in 1832
eigendom van resp. Hendrik Beumer op Smeenk en opnieuw Willema Hendrika
Christiaans. Percelen 618 en 620 komen straks ook in het verhaal
voor.
|
|
|
|
|
Dit is dezelfde kaart, maar nu met wat meer details van de
wijdere omgeving. Aan de latere Emsbroekweg stond in 1832
maar één huis, katerstede Emsbroek, de latere
boerderij van Brinoord. Deze katerstede is al voor 1752 gebouwd.
Recht tegenover katerstede Emsbroek is het veld welke lange
tijd eigendom was van Strookappe en altijd als kadastraal
perceel 612 geregistreerd heeft gestaan.
Ook is erve Braakhek aangegeven oftewel de huidige boerderij
Braakhekke van de familie Blankenberg. De naam Braakhekke
kan erop duiden dat hier een hek heeft gestaan ter afsluiting
van het Broek (Braak=Broek). Rechtsonder boerderij De Koele
aan de huidige Koelerweg. Ook erve Braakhek stamt uit de 18e
eeuw.
Verder zien wij de Plakhutte en bovenin boerderij de Plumpe
nabij de Plumber Kampen welke aan de tegenwoordige Lochemseweg
is gelegen als ook Botterman (De Botter). De weg linksonder,
waarvan wij een klein stukje zien en waaraan Braakhek is gelegen,
is de doorgaande weg van Deventer naar Harfsen en Lochem,
de huidige Schepersweg. Hierover ook later meer.
Verder alleen maar heide en weiland en plek genoeg dus voor
nieuwbouw en die zou er komen! Wij weten nu dat in 1832 de
oude boerderij er nog niet stond.
|
|
|
De
Kleine Koekkoek |
Lange
tijd werd aangenomen dat Jan Strookappe vanuit Holten
zich meteen aan de Emsbroekweg vestigde en er het boerderijtje
bouwde. Toch niet! Op zich wel begrijpelijk, want Jan
had waarschijnlijk geen rooie cent en moest eerst geld
gaan verdienen. Dit kon prima in Harfsen waar veel agrarische
arbeid te doen was en Jan als dagloner aan de slag kon
bij de boerderijen in de buurt. Eén van de boerderijen
in de omgeving van Harfsen is Erve De Kleine Koekkoek
met 9 hectare grond. Deze lag naast boerderij De Grote
Koekkoek in buurtschap De Koekkoek aan de oude weg van
Deventer naar Lochem waarvan een stukje te zien was
op de kaart hierboven. De weg liep vanaf erve Braakhek
naar herberg De Drie Kievieten en ongeveer halverwege
lag De Kleine Koekkoek aan de huidige Schepersweg. Even
verderop lag erve Stenvert. Op het kaartje hiernaast
zien wij De Kleine Koekkoek aan de weg liggen en eronder
zien wij De Grote Koekkoek welke wat verder van de weg
lag. |
|
|
|
|
De
Kleine Koekkoek had twee woongedeelten en deze werden
bewoond door hoofdbewoners Gerrit Jan Polsvoort en Willem
Brink, die eigenaar was en de boerderij in 1819 voor
920 gulden had gekocht. Een derde woongedeelte is waarschijnlijk
het aangebouwde kookhuis (rechts op de foto hiernaast)
waar Pieter van der Horst, schoonzoon van Gerrit Jan
Polsvoort, gewoond zal hebben. Er was een directe verbinding
tussen de boerderij en het kookhuis. Er was geen over,
maar alleen een potkachel. Het voorhuis was hoger dan
het achterhuis en het was met riet gedekt. Voor het
huis was een put voor de watervoorziening voor de huishouding,
maar ook voor de veestapel. In het kookhuis werd zomer
en winter gewoond, alleen als er visite kwam werd de
woonkamer gebruikt.
Gerrit Jan Polsvoort was de stiefvader van Fenneken
Beltman en zij was dus getrouwd met Pieter van der Horst.
Willem Brink was getrouwd met Janna Beltman. Fenneken
en Janna zijn zussen en dochters van de oorspronkelijke
hoofdbewoner Jan Beltman. Fenneken Beltman overlijdt
op 11 januari 1834 en Gerrit Jan Polsvoort overlijdt
op 27 april 1835 en er komt dan een gedeelte van de
boerderij vrij. |
|
|
|
Waarom
deze uitgebreide beschrijving? Wel, het is Jan Strookappe die met
vrouw en kind hier gaat wonen! Dat moet zijn geweest tussen 27 april
1835 en 20 juni 1835 toen Jan getuige was bij de aangifte van de
geboorte van Johanna Brink, dochter van Willem Brink en Janna Beltman,
die op 19 juni 1835 op de Kleine Koekkoek is geboren. Jan is bij
de aangifte dagloner van beroep en schrijft zijn naam als "Strookappe".
Waarschijnlijk woonden Jan en Fenneken in het achterhuis. Zij zitten
hier voorlopig goed en gaan denken en werken aan gezinsuitbreiding
die er op 3 maart 1836 komt met de geboorte van tweede zoon Hendrik.
Jan betaalt in 1836 75 cent aan personele omslag en wordt ingedeeld
in klasse 3. Willem Brink zit in klasse 8 en Pieter van der Horst
in klasse 2. Samen wonen zij in huis 74, de Kleine Koekkoek dus.
Later zou het huisnummer gewijzigd worden in 122. In 1840 komt er
nog een bewoner bij: Willem Schuitert. Jawel, de broer van Jan!
Lang blijft hij er niet wonen, want in 1841 staat hij niet meer
geregistreerd en in 1842 trouwt Willem Schuitert Strookappe en gaat
wonen in Bathmen. In 1843 woont Jan Strookappe nog steeds op de
Kleine Koekkoek wat kan worden afgeleid uit de overlijdensakte van
dochter Janna die er is overleden. |
|
Echter,
op 22 maart 1844 trouwt Aaltjen Beltman, verre familie van
Fenneken en Janna Beltman, met Hendrik Melsbach en zij gaan
wonen in de Kleine Koekkoek op de plek van Jan Strookappe
die plaats moet maken. Het gezin Strookappe bestond op dat
moment uit Jan, Fenneken en de inmiddels al vier zonen Jan,
Hendrik, Jan Albert en Gerrit Jan. In 1846 zijn de hoofdbewoners
van de Kleine Koekkoek Willem Brink, zijn zoon Gerrit Jan
Brink (die op zichzelf is gaan wonen) en Hendrik Melsbach
die later zou verhuizen naar een katerstede die de naam Melsbach
zou krijgen, maar nu bekend staat als "de Slekke".
Pieter van der Horst was al eerder verhuisd, naar een paar
huizen verderop aan de huidige Heideweg. Zijn katerstede kreeg
de naam "Kleine Horst".
Hiernaast nog een foto van "De Kleine Koekkoek"
met daarop Bertha Gerdina Verdonk-Menop, een latere bewoonster.
In mei 1951 is er blikseminslag geweest, waardoor brand is
ontstaan en de boerderij veel schade heeft geleden. De boerderij
moest toen nieuw worden opgebouwd. Het huidige adres is Schepersweg
6. Foto's en diverse informatie over deze katerstede zijn
overgenomen uit publicaties van de oudheidkundige vereniging
De
Elf Marken. |
|
|
|
|
De
Schepersweg en Emsbroekweg sluiten op elkaar aan ter hoogte
van Braakhek. Op de foto links kijken we de Schepersweg in
en op de foto rechts zien wij de Emsbroekweg. |
|
|
Het zonnetje
schijnt in de Emsbroekweg en Jan Strokappe hoopt er een zonnige
toekomst tegemoet te gaan. Hieronder kun je lezen waar precies
de familie zich is gaan vestigen. |
|
|
|
De
Kleine Strookappe |
Jan
heeft bijna tien jaar in de Kleine Koekkoek gewoond en heeft
centjes kunnen sparen, maar nog niet voldoende om een boerderijtje
te kunnen bouwen en zelfstandig als landbouwer aan de slag
te kunnen. Hij krijgt hulp van Gerrit Jan ten Velde, eigenaar
van de gelijknamige Erve ten Velde gelegen aan de huidige
Velderweg, zie ook de afbeelding hiernaast. Jan Strookappe
gaat hier niet wonen, maar op een perceel heide en dennenbos
welke Gerrit Jan ten Velde heeft liggen aan de Emsbroekweg.
Dit is perceel 620, zie positie op de kaarten hierboven. De
afstand tot de Kleine Koekkoek was ongeveer 2,5 kilometer.
Gerrit Jan ten Velde was een weduwnaar van 75 jaar oud (hij
was eerder getrouwd met Johanna Wichink en Berendina Rabrink)
en kon zijn geld niet meer met werken verdienen. Jan Strookappe
kon wel werken en zocht grond om op te werken en te wonen.
Gerrit Jan ten Velde zag er uiteraard wel wat in om zijn onontgonnen
stuk heidegrond te laten verbouwen tot landbouwgrond. |
|
|
|
|
En
zo gebeurde het dat hier voor Jan Strookappe een huis werd
gebouwd wat letterlijk (met een r te veel in de achternaam
...) is aangetekend op een veldkaart van het Kadaster, zie
hiernaast. Of staat er toch gebouwd door Jan Strookapper?
Het maakt natuurlijk best een verschil. Door zelf het huisje
te bouwen, hoefde hij geen huur te betalen voor het huisje
zelf, zeker als dit een eenvoudig onderkomen was. Tevens was
hij in de buurt en in de gelegenheid om het huisje zelf te
bouwen. Aan de andere kant, als het huisje door Gerrit Jan
ten Velde voor Jan Strokappe was gebouwd dan kon hij
dit huisje ook weer weghalen op het moment dat het hem uitkwam.
Het blijft even een vraag en zal dat waarschijnlijk ook blijven.
Duidelijk is wel dat Jan geen eigenaar is geweest van het
huisje, zo leek het ten minste uit de gegevens van die tijd
... |
|
|
Ook
is bekend dat het huis 250 meter van de weg heeft gelegen en een
grootte van 9x9 meter had. Niet klein dus, maar veel zal het ook
niet hebben voorgesteld. Het zal waarschijnlijk zijn gebouwd met
hout van de bomen uit het dennenbos die werden gekapt om plaats
te maken voor het huis. Het kadastraal nummer van het huisje met
erf is 678 en wij noemen deze de Kleine Strookappe. De heidegrond
eromheen krijgt perceelnummer 679. Jan Strokappe zal het stuk grond
hebben gepacht en heeft deze nooit in eigendom gehad. Vreemd is
het wel dat de Kleine Strookappe zo ver van de weg lag en het weggetje
naar het huisje liep niet bijzonder recht (zoals op onderstaande
afbeelding te zien is) en was waarschijnlijk een kronkelweggetje
tussen de dennenbomen door. Wellicht was er op de plek van de Kleine
Strookappe al een waterput en is het boerderijtje daarom op deze
plek gebouwd. |
|
Op het heideperceel ernaast
(618 anno 1832) stond in 1837 al een huis genaamd Dijkman
welke werd bewoond door de familie Bouwmeester. Deze staat
precies tegenover de plek waar later de eerste Strookappe
boerderij (zie het felrode stipje) gebouwd zou worden. Tussen
1847 en 1850 komt er de familie van Berend Harmen Nijkamp
wonen. Het kaartje hiernaast dateert van 1844 en in het
midden, aan de weg, ligt het huisje van later Nijkamp en
daar linksboven, verder van de weg, is het huisje van Jan
Strookappe te zien. Opvallend op de tekening is ook het
weggetje wat ongeveer tegenover het huis van Nijkamp begint
en schuin naar de latere Broekstraat loopt. De tegenwoordige
locatie is een weiland van de familie Noordkamp. De huidige
eigenaar vertelt dat tijdens afgravingen in de jaren '60
nog fundamenten zijn blootgelegd. Deze zijn dus van het
boerderijtje aan de weg welke in 1868 is afgebroken nadat
in 1867 door Jan Nijkamp, zoon van de inmiddels overleden
Berend Harmen Nijkamp, een nieuwe boerderij is gebouwd verder
van de weg. Hier woonden meerdere generaties Nijkamp en
later Noordkamp die er in 1939 is komen wonen.
|
|
|
|
Wij
gaan weer terug naar Jan Strookappe. Het perceel waarop hij
woont is voor een groot gedeelte heide geworden. Vruchtbaar
is de grond niet, daarvoor moet je aan de overkant van de
weg in het broek zijn, waar de (drassige) weilanden liggen.
Jan ziet het al helemaal voor zich om hier ooit een boerderij
te hebben en te gaan boeren. Het huisnummer van Jan Strookappe
is 100a en die van Nijkamp is 100. Later komt ook dagloner
Gerrit Jan Leunk in de buurt wonen, daarvoor woonde hij nog
in een daglonerswoning bij de Botter. Hij woonde op nummer
100b, waarschijnlijk vlak naast Nijkamp. |
|
|
|
Vreemd
is dat in de registers van 1846, 1856 en 1859 geen enkele
registratie van deze huisnummers te vinden is. Alleen in 1851
worden de huisjes genoemd en ingedeeld in klasse 2 wat een
lage klasse was. Het zal waarschijnlijk niet veel voorgesteld
hebben en het was twijfelachtig of dit bezit wel aangemerkt
kon worden als iets waarover belasting geheven diende te worden.
De geheven belasting voor de bebouwde grond is gelijk aan
de heide eromheen, alsof er niets stond! Het ligt het meest
voor de hand dat de familie woonde in een simpel daglonershuisje
zoals op de foto links hiernaast, uiteraard met een kap van
stro, wetende dat Jan heel zijn leven dagloner is geweest.
In het oosten van Nederland kwamen deze vaak voor op de hei.
Een andere mogelijkheid was een plaggenhut
zoals deze op foto rechts. Deze waren veelal opgebouwd uit
heideplaggen en boomstammen welke volop aanwezig waren in
dit gebied. Het was in ieder geval geen boerderijtje en zeker
geen luxe onderkomen. |
|
|
|
In
1861 wordt het bevolkingsregister van Gorssel ingesteld en zien
wij dat de familie van Jan Strookappe, bestaande uit Jan, Fenneken
en de drie jongste kinderen Janna, Hendrik Jan en Egbert nog steeds
in huis 100a woont. Oudste zoon Jan (geb. 1833) en zijn gezin woonde
samen met Derk Hendrik de Groot in diens boerderij De Scholte en
had huisnummer 99a. Zijn familie bestond uit echtgenote Janna Oldenboom
en zoon Jan die overigens in 1856 nog in huis 100a was geboren.
|
|
|
Het
is ook niet uitgesloten dat zoon Jan Strookappe niet in De
Scholte, maar eerst in de erachter gelegen Plakhutte heeft
gewoond. De Plakhutte was een oud onderkomen en was het enige
huisje wat anno 1832 in sectie B7 van Harfsen stond, een gebied
van ca. 100 ha gelegen tussen Erve Braakhekke en de tegenwoordige
kern van Harfsen. Voor de locatie zie de Veldhoek kaart bovenaan
deze pagina. Perceelnummer was 605 en eigenaren waren toen
de erven van Hendrik Nieuwenhuis. Het huis en erf had een
totale grootte van 230 m2 en het huisje zal een plaggenhut
zijn geweest, gezien de naam Plakhutte. |
|
|
|
Plakhutte
was dus een armoedig huisje, niet een prettig onderkomen voor een
geboorte van een kind. Dat zou verklaren waarom zijn oudste zoon
Jan (geb. 26 februari 1856) niet bij hem thuis is geboren, maar
bij zijn ouders. De Kleine Strookappe zal dus een "luxer"
onderkomen zijn geweest en het is dan ook waarschijnlijk dat dit
een daglonershuisje was. Daarbij was Jan Strokappe gewend te wonen
in een huis van steen (De Kleine Koekkoek in Harfsen en Erve Strokappe
in Holten) en zal niet gauw met vrouw en kinderen zijn intrek hebben
genomen in een plaggenhut.
Niet alleen kleinzoon Jan, maar ook de kinderen Hendrika, Janna,
Hendrik Jan en Egbert zijn in de Kleine Strookappe geboren. Egbert
werd geboren op 11 oktober 1855 en Jan op 26 februari 1856, daar
zat dus niet veel tijd tussen. Maar genoeg tijd voor het begin van
nog een nieuw leven! De hoogzwangere 21-jarige Gardina Holtmeijer
uit Deventer klopt namelijk aan bij de familie Strookappe als zij
op het punt van bevallen staat. Zij is kraamster van beroep en is
op doorreis met de 27-jarige muzikant Johannes Elias Trentelman,
de vermoedelijke vader van het kind dat Gardina om vier uur 's ochtends
in het bijzijn van Jan Strookappe te wereld brengt. Het is een jongetje
die de naam Johannes wordt gegeven. Jan doet daarvan dezelfde dag
nog aangifte. De Kleine Strookappe was altijd groot genoeg, het
is een prachtig voorbeeld van de gastvrijheid van de familie Strookappe!
Helaas is Johannes niet oud geworden, hij overlijdt zes weken na
zijn geboorte op 27 december 1855 te Winterswijk.
|
|
Op
29 oktober 1862 wordt een akte opgemaakt waaruit blijkt dat het
voorgaande verhaal niet helemaal klopt. In deze akte biedt Harmanus
ten Velde, zoon van de inmiddels overleden Gerrit Jan ten Velde,
het perceel heide waarop het huisje van de familie Strookappe staat,
te koop aan. Hij laat daarbij noteren dat de koper van het perceel
het recht heeft, maar wel voor eigen risico, te eisen dat het daarop
staande en niet medeverkochte huisje door de tegenwoordige bewoner
Jan Strookappe wordt afgebroken en van het perceel wordt verwijderd.
Deze tekst maakt duidelijk dat het huisje geen eigendom was van
de familie Ten Velde en dus door en niet voor Jan
Strookappe was gebouwd. Jan zal het huisje zelf hebben gebouwd en
de familie Ten Velde zal dit hebben gedoogd. In deze tijd gebeurde
het vaker dat zgn. katersteden op markegrond werd gebouwd en als
de bouw binnen een dag werd voltooid en de schoorsteen op het einde
van de dag rookte, mocht de katerstede niet meer worden afgebroken.
We hebben het hier niet over een katerstede (maar een daglonerhuisje)
en niet over markegrond (maar particulier eigendom) maar het principe
is hetzelfde. Afijn, slecht nieuws dus voor de familie Strookappe
want de nieuwe eigenaar kon wel eens niet zo'n gedoogbeleid voeren.
Enige oplossing om het onheil te keren is om zelf te bieden op het
perceel heide (B 678) van circa vier bunder en zo biedt Jan 350
guldens. Het perceel wordt echter alleen verkocht in combinatie
met een stuk broekgrond, betreffende perceel B 416 (nabij erve de
Boter) waarop Harmen Meijer in eerste instantie 50 guldens biedt.
Tijdens de veiling twee weken later op 12 november 1862 verhogen
de heren hun bod naar resp. 400 en 57 gulden waarna Hendrik Hietveld
uit naam van Gerrit Jan Nijkamp het hoogste bod doet van 458 gulden
voor beide percelen. Dat is voor Jan geen haalbare kaart. Gerrit
Jan Nijkamp heeft plannen met de heidegrond en zo moet Jan op zoek
naar nieuwe grond om een huis op te bouwen. Gerrit Jan is de zoon
van buurman Berend Harmen Nijkamp en dus een bekende van Jan en
daardoor zal hem de tijd zijn gegund om op zoek te gaan naar nieuwe
huisvesting. |
|
Naast
de plek van de Kleine Strookappe is in 1863 een nieuwe boerderij
gebouwd door Gerrit Jan en hij gaat er met vrouw en zoon op
1 december wonen. Voor hem was het huisje dus niet goed genoeg
om nog in te wonen en hij heeft het huisje in of voor 1865
afgebroken. De familie Strookappe was ondertussen al verhuisd
zoals je hieronder kunt lezen, maar woonde er nog wel in 1863. |
|
|
|
Het
nieuwe boerderijtje zou uiteindelijk de naam Dollekamp krijgen en
meer over dit boerderijtje en haar bewoners kun je verderop deze
pagina lezen. Uit het kadaster register van Dollekamp blijkt dat
de grond om de voormalige Kleine Strookappe landbouwgrond is. Waarschijnlijk
was dit al zo toen de familie Strookappe er woonde en hebben zij
hier al verbouwd alhoewel er bij de verkoop in 1862 alleen over
heide wordt gesproken. Het was een perceel van een halve hectare.
De grond daaromheen was allemaal heide. In 1927 werd er opnieuw
nieuw gebouwd en deze boerderij staat er nog steeds en is te zien
op bijgaande luchtfoto waarop ook links de Reeverweg en rechts de
Emsbroekweg is te zien. Het onderkomen van Jan Strookappe stond
er dus vlak naast, zie het rode stipje. De oude Dollekamp boerderij
stond er tussenin. |
|
|
|
Erve
Strookappe
De familie Strookappe keek uit op de uitgestrekte heide en
weide van het Emsbroek waarvan perceel 406 (toen heide) het
eerste gedeelte was en waarover ook een landweggetje liep.
Deze behoorde in die periode toe aan Gerrit Jan Spikvoort
en zijn echtgenote Harmina de Groot, bewoners van erve Wolsink.
Deze besluiten dit perceel in drie kleinere percelen te verdelen
waarvan het eerste gedeelte wordt verkocht aan Gerrit Jan
Leunk (die er het boerderijtje De Kleine Boter bouwt) en het
middelste gedeelte, ter hoogte van de erachter gelegen percelen
408 en 409, op 29 december 1863 voor 200 gulden wordt gekocht
door Jan Strookappe die daarvoor op 7 januari 1864 een hypotheek
opneemt welke hij krijgt van Frans Xavier Jacob van Nispen
die op huize de Voorst te Eefde woont. Het perceel krijgt
nummer 1138 en is 1,09 ha groot. Jan, die dan nog als daghuurder
werkt, gebruikt de grond als weiland en .... om er een boerderijtje
op te bouwen! Na vele jaren van huren eindelijk een eigen
huis voor de familie Strookappe. |
|
|
|
Op
de kadastrale kaart van 22 mei 1865 is het boerderijtje al getekend
(op de plek van de rode stip hiernaast) en zal toen net gebouwd
zijn. Het boerderijtje ligt vlak aan de weg en is 8,4 meter breed
en 8,9 meter lang. Het huis en erf heeft nummer 1148 en de heidegrond
eromheen krijgt nummer 1149 i.p.v. 1138. Dat het nog wel een drassige
bedoening is rondom Erve Strookappe blijkt uit een kadastrale kaart
van 1868 waarop perceel 408 wordt aangegeven zonder afmetingen met
de uitleg "rondom onder water, nog niet voor opmeting vatbaar".
Nadat het boerderijtje gebouwd is en de familie is verhuisd, wordt
het nog maar 21 jaar oude huisje De Kleine Strookappe aan de overkant
van de weg afgebroken. Het zal dus echt niks voorgesteld hebben!
Het is mooi om te zien dat de dagloners Nijkamp, Leunk en Strookappe
het allemaal voor elkaar hebben gekregen om allemaal een eigen boerderijtje
te bouwen! |
|
|
In 1872 blijkt perceel 1149 te zijn verdeeld in twee percelen:
1242 als ontgonnen grond (later weiland en bouwland) om de
boerderij en 1243 als heide welke zou worden ontgonnen tot
bouwland. Perceel 1242 is 0,39 ha groot (en wordt later apart
geregistreerd als huis & erf 1515 en 1516 bouwland) en
perceel 1243 meet 0,70 hectare. Ook blijkt dan dat ook op
het achterliggende perceel 409 een klein huisje is gebouwd
met perceelnummer 1244. Dit huisje was 8 x 8 meter groot en
lag 250 meter achter de Strookappe boerderij en 130 meter
van waar nu de sloot loopt. Perceel om het huisje was 1245
en 3,23 ha groot welke in 1880 blijkt te zijn verdeeld in
5 kleinere percelen (1336 t/m 1340) bestaande uit bouwland,
weiland en heide.
Al deze percelen inclusief het huisje worden in augustus 1897
door Hendrik Jan Strookappe (inmiddels hoofdbewoner) gekocht
van Derk Jan Smeenk voor een bedrag van 630 gulden. Het huisje
was door Derk Jan Smeenk verpacht aan Gerrit Jan Schutte die
er mocht blijven wonen tot februari 1898 en daarna verhuisde
naar de Koelerweg. Het huisje wordt daarna afgebroken en de
grond kan dan worden gebruikt voor boerenactiviteiten van
de familie Strookappe. Het huisje stond op perceel 1338 en
wordt nu perceel 1632 zijnde bouwland van iets meer dan een
halve hectare groot. |
|
|
In
perceel 408 heeft overigens vlak aan waar nu de leide (sloot) loopt,
en waarschijnlijk toen een klein weggetje liep, ook nog een huisje
gestaan. Ongeveer de helft van dit heidegrond perceel (toen kadastraal
bekend onder nummer 1333) aan de Strookappe kant ter grootte van
1,29 hectare wordt op 2 november 1881 door Jan Strookappe voor 120
gulden gekocht van kleermaker Jan Willem Olden die in het huisje
woonde. Deze Jan Willem was overigens één van de getuigen
bij de opmaak van het testament van Jan Strookappe eerder dat jaar
en klaarblijkelijk een goede buur. Jan verleent hem bij de koop
het recht van uitweg. De rekenaars hebben het waarschijnlijk al
uitgerekend, maar de heidegrond kostte de familie Strookappe nog
geen gulden per are. Een are omvat een gebied van 10 m × 10
m en is dus 100 m². Jan Strookappe wordt overigens genoemd
als landbouwer. Op 22 mei 1883 neemt Jan nog een hypotheek van 800
gulden en leent hetzelfde bedrag ook nog een keer op 3 maart 1885.
In 1881 koopt zoon Hendrik Jan ook zijn eerste stuk grond. Dit is
perceel 612 (het veld) en is 2,93 hectare groot. Over het veld meer
verderop deze pagina. |
|
Jan
Strokappe was meer een parttime landbouwer en zoon Hendrik Jan Strokappe,
die de boerderij in 1887 overnam na het overlijden van zijn vader,
werd een fulltime landbouwer. Er was daarom meer ruimte nodig om
de beesten te kunnen herbergen en zodoende werd er voor 1890 aan
de achterkant van de boerderij twee meter aangebouwd waarmee de
boerderij ongeveer 11 meter lang wordt. Dit bleek nog niet voldoende,
want in 1901 werd er nog eens bijna 2 meter aan de achterkant van
de boerderij gebouwd waardoor deze nu totaal 12,8 meter lang werd.
In deze periode krijgt het totale perceel van boerderij en de grond
eromheen één nieuw nummer: 1631. Dit nummer is lang
gebruikt, ook nog toen de nieuwe boerderij er stond. |
|
|
In
1908 wordt de grote schuur gebouwd en in 1909 waarschijnlijk
het bakhuis naast de boerderij. Voor het bouwen van de schuur
leende Hendrik Jan op 20 augustus 1908 een bedrag van 950
gulden. Als onderpand diende huis en erf, bouwland, weiland
en heide, zijnde percelen 1404, 1405, 612, 1243, 1336, 1337,
1339, 1340, 1631 en 1632 samen groot ruim 8,5 ha. Dit waren
dus de onroerende goederen van de familie Strookappe anno
1908 en waren dit al vanaf 1897.
Het kaartje hiernaast is van 1908 en hierop zijn met de rode
stippen duidelijk de boerderij en de schuur aangegeven. Het
witte gedeelte is het bouwland en het lichtgroene gedeelte
is het weiland. Tussen het bouwland en het weiland staan een
rij bomen. Deze bomen zijn ook te zien op foto's verderop
deze pagina. Op de grens van het bouwland van Strookappe en
het perceel van Leunk (waar ondertussen de familie Maatman
woonde) zien wij ten slotte nog het hierboven besproken weggetje
het broek in lopen naar de plek waar voorheen Jan Willem Olden
woonde. |
|
|
In 1910 doet Hendrik Jan junior zijn
eerste aankoop. Het betreft perceel 410 bestaande uit weiland
en heide met een oppervlakte van 3,24 hectare. Het is op dat moment
al duidelijk dat hij de nieuwe hoofdbewoner en landbouwer van
Erve Strookappe zou worden. Op 5 oktober 1911 neemt hij alle onroerende
goederen over van zijn ouders zoals hiervoor opgesomd anno 1908
plus de ondertussen gebouwde schuur. De waarde bedraagt 6000 gulden
en de totale oppervlakte bedraagt 11,78 hectare. Deze is dus als
volgt aangekocht: 1.09 ha (huis met grond) in 1865, 1.29 ha (hei
gedeelte 408) en 2.93 ha (veld 612) in 1881, 3.23 ha (bouwland
409 incl. huis) in 1897 en 3.24 ha (perceel 410) in 1910. De grondbezitting
van Strookappe groeide dus van niks anno 1864, tot 1.09 ha in
1865, tot 5.31 ha in 1881, tot 8.54 ha in 1897 en dus tot 11.78
ha in 1910.
|
|
Na
het overlijden van Jantje Smale op 3 november 1917 werd op
27 juli 1918 de nalatenschap van Jantje Smale in een akte vastgelegd.
Zij had niet beschikt over een uitersten wil en was in gemeenschap
van goederen getrouwd met Hendrik Jan. De totale waarde van Erve
Strookappe werd vastgelegd op 9250 gulden en bestond uit 2660 gulden
aan meubelen, huisraad, levende have, wagens, gereedschappen en
verdere roerende goederen. De onroerende goederen hadden een waarde
van 5950 gulden en werden omschreven als een huis met schuur en
erf, bouwland, weiland en heide. Het zijn dezelfde elf kadastrale
percelen als hierboven genoemd, tussen 1910 en 1917 werd er geen
nieuw land gekocht. Ten slotte was er nog 640 gulden aan gelden
waarvan 615 gulden op de bank en 25 gulden in een ouwe sok. Er stonden
ook veel schulden tegenover maar er was gelukkig een positief saldo
van 2096 gulden. |
|
In
1931 zou Hendrik Jan nog heideperceel 1139 met een oppervlakte van
één hectare kopen, dit is de grond rechts naast de
boerderij aan de weg. Hij kocht dit van Gerrit Jan Spikvoort, kleinzoon
van de Gerrit Jan Spikvoort die in 1864 de grond van de latere Erve
Strookappe verkocht aan Jan Strokappe, opa van Hendrik Jan. Na 67
jaar doen Strookappe en Spikvoort dus opnieuw zaken. Hendrik Jan
heeft op deze grond een kippenhok gebouwd en verder bestond het
uit dennen en grasland. Uiteindelijk zou de familie Strookappe zo'n
14 hectare aan grond bezitten. |
|
Hieronder
topografische militaire kaarten van v.l.n.r. 1867, 1894, 1911 en
1933. Op elke kaart zijn, eventueel met behulp van een goede leesbril,
v.l.n.r. de boerderijtjes Dollekamp, Dijkman, Strookappe en De Kleine
Boter te zien. De huisjes van Gerrit Jan Schutte en Jan Willem Olden
zijn alleen te zien op het kaartje van 1894. Goed is te zien hoe
de weggetjes door de jaren heen hun weg zochten. |
|
|
|
De
hoofdbewoners van de familie Strookappe in Harfsen hebben zich in
de jaren opgewerkt van dagloner tot landbouwer. Dit gebeurde zo
vaker. Met begon vaak met wat kippen en geiten en als de zaken goed
verliepen, kwamen daar later varkens en een koe bij. Op den duur
kon het gezin redelijk rondkomen van de bedrijfsopbrengsten en hoefde
het niet meer voor andere boeren te werken. Dit verklaart dat er
uiteindelijk een boerderij werd gebouwd. Deze was niet alleen nodig
voor de beesten, maar ook voor de enorme gezinsuitbreiding vanaf
1913. Vele van de kinders hebben nog wel voor andere boeren moeten
werken om voldoende geld bij elkaar te krijgen om het gezin draaiende
te houden. |
|
|
In 1923 blijkt Hendrik Jan senior
toch over wat centjes te beschikken als hij van Roelof Voskamp
een boerderijtje koopt. Dit boerderijtje staat in Gorssel aan
de huidige Vosweg. De familie Voskamp woonde hier van 1915 tot
1923 en verhuist in 1923 naar Harfsen. Hendrik Jan zal het boerderijtje
hebben gekocht om snel en met wat winst te kunnen verkopen wat
hem zal zijn gelukt. De Strookappes konden niet alleen boeren,
maar ook handelen!
De familie Voskamp ging wonen aan de Heideweg in een boerderijtje
met een kelder met een kelderluik wat open kan. Niks bijzonders
eigenlijk, maar krantenbezorger Frits Strookappe was dat even
vergeten toen hij ijverig het laatste nieuws kwam brengen. "Zo
ineens was ik beneden", herinnert Frits zich. Van ma Voskamp
kreeg Frits een kopje thee en kwam zo bij van de schrik. Ook de
kinders Hanna en Hein bezochten de krant in Harfsen en zo werden
ook de nodige centjes verdiend.
|
|
|
|
Buren
van het Emsbroek |
|
Voordat we
aankloppen bij Strookappe maken we eerst even een rondje langs de buren
die in de periode van 1844 tot 1950 vlakbij de Strookappes in het Emsbroek
woonden en dus ook een belangrijke rol in de Strookappe geschiedenis hebben
gespeeld. We gaan de huizen langs in volgorde van huisnummer anno 1861
toen de gemeente Gorssel het bevolkingsregister invoerde. Dit is de voornaamste
bron voor het overzicht van de buren, maar ook zijn er veel gegevens uit
de burgelijke stand, het kadaster en notariële akten gebruikt. |
|
|
Hiernaast
is een kaart te zien van het Emsbroek met daarin de boerderijnamen
die in het verhaal hieronder terugkomen. Daarbij zijn er twee overzichten
gemaakt: een overzicht
van huisnummers door de jaren heen en een overzicht
van familienamen die op de diverse boerderijen
voorkwamen. Naast de familie Strookappe (die we in vier boerderijen
terugvinden) zijn vaker voorkomende namen die van Braakhekke, Brummelman,
Enderink, de Groot, Klein Nulent, Leunk, Maatman, Nijkamp, Plekkenpol,
Wichers en Zweers. Uit het overzicht van huisnummers blijkt dat
die van Erve Strookappe achtereenvolgens 100a, 129, 185, 84, 87,
103, 126 en 128 zijn geweest.
Met de buren was een goed contact. Zo werd er b.v. elkaars paard
geleend zodat er met 2 pk geploegd kon worden en werden er ook afspraken
gemaakt over erfdienstbaarheid. Een dergelijke overeenkomst is b.v.
gesloten in 1905 tussen Hendrik Jan Strookappe, Jan Strookappe en
Johan Nijkamp voor erfdienstbaarheid van weg van elkanders percelen
tegen een geringe vergoeding en in 1922 werd met Bertus Koerselman
een overeenkomst gesloten van gebruik van overpad over elkaars percelen.
Dit zijn de weggetjes die op de kaart hiermaast zijn aangegeven
namelijk vanaf de Emsbroekweg naar de Scholte, waar Jan Strookappe
geb.1833 tot januari woonde, en naar de Nieuwe Braakhekke, waar
Jan Strookappe geb. 1856 woonde vanaf maart 1886. Zodoende konden
ze makkelijker naar de diverse akkers om te werken en uiteraard
bij elkaar op visite.
Op 1 oktober 1951 werden de straatnamen met huisnummers ingevoerd.
De straatnaam werd Emsbroekweg, vernoemd naar het achtergelegen
Emsbroek en het huisnummer van Erve Strookappe werd 4. Er waren
zes boerderijen en huizen aan de Emsbroekweg. Huis van nummer 1
(bestond nog niet in 1921) werd bewoond door de familie Schotman,
nummer 2 door de familie Brinoord en nummer 3 door de familie Noordkamp.
Op nummer 4, 5 en 6 woonden nog dezelfde families als 30 jaar daarvoor:
Strookappe, De Greef en Maatman.
De bewoners van het Embroek van tegenwoordig zijn verenigd in buurtvereniging
't Broek. Neem ook eens een kijkje op hun website.
Tijd om op stap te gaan en de buren van toen te leren kennen! |
|
|
|
Het
erve Broekman
ligt best ver van het erve Strookappe maar een aantal bewoners verspreiden
zich over het Emsbroek en komen later in het verhaal voor vandaar dat
we eerst maar eens kijken waar deze mensen weg kwamen. Op de kadastrale
kaart van 1832 staat Broekman nog niet gemarkeerd, maar niet lang daarna
zal het boerderijtje zijn gebouwd. Eerste bewoners zijn dagloner Gerrit
Jan Brummelman en zijn vrouw Geertrui Draaijer. Zij waren afkomstig van
het erve Klein Hulze waar de ouders van Gerrit Jan woonden. Voor 22 maart
1835 vestigden zij zich op het erve Broekman. |
|
Gerrit
Jan en Geertrui hadden tien kinderen en twee daarvan komen wij straks
weer tegen. Het zijn zoon Jan (geb. 13-10-1836) en dochter Harmina
(geb. 18-01-1845) die na hun trouwen vlak bij elkaar in twee huisjes
gaan wonen die achter het Erve Strookappe in het broek lagen. Deze
huisjes worden verderop deze pagina beschreven onder Strookappe
Achterkamp. Jan en Harmina wonen al niet meer op Broekman als in
1861 het eerste bevolkingsregister wordt geschreven. Het is Geertrui
die dan hoofdbewoonster is omdat Gerrit Jan al op 8 juli 1856 is
overleden. Inwonend zijn dan alleen nog oudste dochter Derkjen en
jongste dochter Gerritje. Ook woont er nog een ander gezin in Broekman.
Het zijn Hendrik Meijer en Antonia Gaikhorst die op 14 juni 1861
zijn getrouwd. Ze wonen er niet lang, voor maart 1863 vertrekken
ze naar Almen. In 1864 komen dan Gerrit Jan Meijer (geen familie)
en Willemina Geltink op de vrijgekomen plek wonen, zij waren op
1 april van dat jaar getrouwd. |
|
|
|
1864
is ook het jaar dat er weer een mannelijke hoofdbewoner op Broekman komt.
Het is Gerrit Jan Wissink die al op 22 maart 1862 met Derkjen Brummelman
was getrouwd. Op 9 april 1864 werd het eerste kind (van de vier kinderen)
geboren dus werd het tijd dat Gerrit Jan op Broekman kwam wonen. Op 2
februari 1874 overlijdt Gerrit Jan op 37-jarige leeftijd en als moeder
Geertrui op 2 september 1878 overlijdt, blijft Derkjen met vier kinderen
alleen over. Vlug dus op zoek naar een andere man en die wordt gevonden
met Hermanus Enderink met wie Derkjen op 27 februari 1879 trouwt, uit
dit huwelijk worden nog een zoon en een dochter geboren. Het is zoon Johan
die de volgende hoofdbewoner van Broekman zou worden waardoor dus de familienaam
Enderink aan het erve verbonden zou blijven, iets wat anno nu nog steeds
het geval is. In 1879 komt er ook weer een nieuwe medebewoner: Albert
Jan Pasman. Hij woont er van mei tot november en verhuist dan naar een
naburige woning waar hij ook kort tot maart 1880 blijft wonen. Opvolgers
zijn dagloner Jan Horsman en zijn vrouw Jenneken Leusveld en laten dat
nou toevallig ook de opvolgers op Broekman zijn, maar dan pas in 1889.
Van 1879 tot 1889 waren er dus geen medebewoners. In april 1890 vertrekken
Jan en Jenneken en blijft hun onderkomen onbewoond. In 1892 zou Hermannus
Horsman, een neefje van Jan Horsman, trouwen met Gerritdina Tonia Wissink
(dochter van Derkjen Brummelman) en een aantal jaren op Broekman gaan
wonen. Daarna woonden deze mensen op het erve Schurfthaar. |
|
Op
3 maart 1900 overlijdt Derkjen Brummelman en wordt er een boedelbeschrijving
opgemaakt waarin o.a. de spullen in de keuken, de waskamer, de kelder,
het deel en het gewas op het land worden benoemd. Als onroerend goed wordt
genoemd het erve Broekman bestaande uit huis en erf, bouwland, weiland,
hakhout en heide met een totaal oppervlak van 6,8 hectare. Johan Enderink
trouwt op 27 april 1901 met Dina Nijenhuis en zij wordt de nieuwe vrouw
des huizes. Uit dit huwelijk worden zeven kinderen geboren. Het is zoon
Hermanus die op het ouderlijk huis zou blijven wonen nadat zijn vader
Johan op 15 februari 1950 overleed. Zoon Antoon was metselaar en metselde
een huis tussen Braakhekke en de Nieuwe Braakhekke, maar dan aan de andere
kant van de weg. Hij was getrouwd met Maria Berkenbosch. Vlakbij zijn
huis stond de V1 startbaan bij de Braakhekke Bulten. Dochter Dina Enderink
trouwde met Jan Nijkamp en zou tegenover de Strookappe familie komen te
wonen, haar komen wij straks weer tegen! |
|
1834-1878 |
Gerrit Jan Brummelman en
Geertrui Draaijer |
Eerste hoofdbewoners |
1864-1874 |
Gerrit Jan Wissink en Derkjen Brummelman |
Derkjen is de dochter van Gerrit Jan
en Geertrui |
1879-1920 |
Hermanus Enderink en Derkjen Brummelman |
Hermanus is de tweede man van Derkjen |
1880-1950 |
Johan Enderink en Dina Nijenhuis |
Johan is de zoon van Hermanus en Derkjen |
|
|
De medebewoners van
Klein Broekman: |
|
1861-1863 |
Hendrik Meijer en Antonia
Gaikhorst |
Eerste medebewoners |
1864-1866 |
Gerrit Jan Meijer en Willemina Geltink |
Geen familie van vorige bewoners, ook
al zou je anders vermoeden. |
1879-1879 |
Albert Jan Pasman |
Geen familie van vorige bewoners |
1889-1890 |
Jan Horsman en Jenneken Leusveld |
Geen familie van vorige bewoners |
|
|
In
februari van 1871 wordt er bij Broekman een nieuw boerderijtje gebouwd
door Johannes Zwierink en Hendrika Johanna Brummelman, een achternicht
van Gerrit Jan Brummelman, de stichter van Broekman. Johannes en Hendrika
waren afkomstig van het boerderijtje Vennink aan de huidige Lochemseweg.
Johannes was timmerman van beroep en had er een bedrijf met timmermansknechten.
Vandaag de dag is dat nog steeds zo! Vanaf 1889 wordt er echter tijdelijk
niet getimmerd, want dan komt landbouwer Hendrik Jan Kamperman in de boerderij
wonen samen met zijn echtgenote Hendrika Dengerink en schoonzuster Alberdina
Johanna Dengerink. Johannes en Hendrika vertrekken naar het huis waar
Jan Horsman en Jenneken Leusveld woonden die dan bij Broekman gaan inwonen!
In 1898 is de ongetrouwde Hendrik Mombarg, ook landbouwer, de hoofdbewoner.
Maar hij is niet alleen, want met hem komen zus Willemina Johanna en haar
kinderen Derk Jan en Garritjen Jimmink naar Klein Broekman, zoals het
huis zou worden genoemd. Garritjen is getrouwd met Hendrik Jan Wichers
en ook hij en de kinderen Lambertus Gerhardus en Willem Wichers wonen
op Klein Broekman. Hendrik Jan is geboren op de naburige katerstede "De
Prins", is timmerman van beroep en wordt na het overlijden van Hendrik
Mombarg op 24 januari 1905 de nieuwe hoofdbewoner. Na zijn overlijden
op 26 mei 1939 zette zoon Willem het timmerbedrijf voort. Willem was op
31 mei 1929 getrouwd met Hendrika Johanna Strookappe, dochter van Jan
Strookappe van de Nieuwe Braakhekke. Ook Hendrik Jan, broer van Willem,
was timmerman van beroep en woonde naast Klein Broekman. |
|
1871-1889 |
Johannes Zwierink en Hendrika
Johanna Brummelman |
Eerste hoofdbewoners |
1889-1898 |
Hendrik Jan Kamperman en Hendrika Dengerink |
Geen familie van vorige bewoners |
1898-1905 |
Hendrik Mombarg |
Geen familie van vorige bewoners |
1898-1940 |
Hendrik Jan Wichers en Garritjen Jimmink |
Garritjen is een nichtje van Hendrik |
1898-1982 |
Willem Wichers en Hendrika Johanna Strookappe |
Willem is de zoon van Hendrik Jan en
Garritjen |
|
|
|
Het
erve Braakhekke
is waarschijnlijk al voor 1600 gesticht. De eerste vermelding van het
DTB-register van Almen dateert van 1616 en de naam wordt dan geschreven
als "Broeckhecke". De boerderij zal zijn gebouwd bij een hek
aan de rand van het broek en zal zo aan de naam zijn gekomen. De boerderij
werd verpacht en de pachters waren niet altijd familie van elkaar. In
1734 trouwt Harmen Bieleman in op Braakhekke, zijn oudere zus Aaltjen
Bieleman woonde er toen al want zij trouwde in 1726 ook al met een Braakhekke.
De geschiedenis van Bieleman op Braakhekke valt te lezen op de speciale
Bieleman pagina Wij pikken de draad
op bij Steven Braakhekke, kleinzoon van reeds genoemde Harmen Bieleman
(Braakhekke) en Fenneken Braakhekke en zoon van Jan Oltvoort (Braakhekke)
en Garritjen Braakhekke. Jan Oltvoort is overigens afkomstig van het erve
Oltvoort welke aan de andere zijde van het Emsbroek is gelegen en hij
is overleden op 19 april 1792 nadat hij op 17 april van een balk was gevallen
en ernstig gewond raakte aan zijn hoofd en zijde zoals te lezen is in
het begraafregister: "Twee dagen te Vooren van den balken gevallen,
het hoofd en in de Zijde deerlik gekwets". In 1796 bestaat het Braakhekke
uit een "huys, schuur, zaadberg en schapenschot, hof en bouw-, hooy-
en weilanden". Het wordt verhuurd van 1796 tot en met 1805 voor "16
mudden rogge, 14 mudden boekweit en 39 guldens groenpacht. En voor toepagten
jaarlijks 2 gansen, 8 hoenders, 3 sak aardappelen en drie wagendiensten,
bovendien betaalt den pagter de ordtrans verpondingen ad 20 guldens en
het vuurstede geld". Info uit Twee Marken Gemerkt. |
|
Steven Braakhekke is geboren in 1769 en was als enige opgroeiende
zoon de logische opvolger van het erve Braakhekke. Een jaar na
het overlijden van zijn vader trouwt hij met Geesken Oijtink en
worden er twaalf kinderen geboren. Het toeval wil dat twee van
deze kinderen mijn voorouders zijn waardoor Steven en Geesken
dubbele voorouders zijn, best bijzonder. Eén van deze twee
kinderen is Harmina die met Garrit Stoelhorst trouwde, meer hierover
op de Stoelhorst pagina.
Harmina is de overgrootmoeder van Heintje Stoelhorst die in 1919
trouwde met Hendrik Jan Strookappe en op het Erve Strookappe kwam
te wonen. Hiermee is de eerste familieband met Strookappe beschreven
en er volgen er nog een paar meer! Oudste zoon van Steven en Geesken
is Gerrit Braakhekke en hij is de volgende mannelijke hoofdbewoner
wat hij al werd na het overlijden van zijn vader op 4 mei 1817,
hij was toen net 21 jaar. Trouwen deed hij pas op 3 juli 1829
met Hendrika Nijendijk. In de periode 1810-1861 bestond de veestapel
van de Braakhekke uit twee paarden en acht runderen, heel wat
voor die tijd. |
|
|
|
Gerrit
is volgens het bevolkingsregister tot 1870 hoofdbewoner geweest, maar
ondertussen woonde oudste zoon Christiaan er ook met zijn vrouw Eva Meijlink
met wie hij in 1859 trouwde. Eva is de dochter van Jenneken Braakhekke,
zus van Gerrit Braakhekke. Christiaan en Eva waren dus neef en nicht en
voor Eva was de Braakhekke bekend terrein. Zij is er in 1869 overleden
en Christiaan hertrouwde in 1870 met Garritjen Slagman uit Laren. Ook
van haar werd Christiaan weduwnaar want zij overleed in 1882. Het erve
Braakhekke heeft voor Christiaan dus vervelende herinneringen en misschien
daarom sticht hij in 1882 een nieuwe boerderij welke de naam Nieuwe Braakhekke
krijgt. Hier gaat hij wonen met zijn dochter Hendrika die later zou trouwen
met ... Jan Strookappe! Hierover meer bij het verhaal over de Nieuwe Braakhekke.
In 1882 eindigt dus de bewoning van de Braakhekke door Braakhekkes en
komt er een nieuwe familienaam ten tonele: Eijerkamp. Het is Jan Eijerkamp
en zijn echtgenote Jenneken Starink die op februari 1882 op Braakhekke
komen wonen, maar in augustus 1884 alweer vertrekken. In februari 1885
komen de volgende bewoners: Gerrit Jansen en Karolina Gardina Wiltink
die op het naburige Klein Mensink woonden. Zij zouden veel langer op Braakhekke
blijven wonen, want in februari 1906 vertrekken zij naar Bathmen waar
Gerrit vandaan kwam. Karolina haar neef Gerrit Hendrik Wiltink was getrouwd
met Aaltje Braakhekke, dochter van Gerrit Braakhekke en Hendrika Nijendijk
en dit heeft vast een verband met de komst van Gerrit en Karolina naar
Braakhekke. |
|
|
In
1906 komen Antonie Smale en Willemina Johanna Loman naar erve Braakhekke
en dit heeft ook gevolgen voor de Strookappe geschiedenis. Antonie
is namelijk de broer van Jantje Smale die op 3 februari 1912 trouwde
met Hendrik Jan Strookappe en zij zullen elkander waarschijnlijk
op of nabij het erve Braakhekke ontmoet hebben. Na het overlijden
van Antonie op 18 mei 1923 blijft Willemina wonen op het Braakhekke
met zoon Gerrit die er dan landbouwer is, wat alle bewoners zijn
geweest.
Op 26 april 1929 komen Hendrik Blankenberg en Gerritdina Schutte
naar de Braakhekke en de familienaam Blankenberg is nog steeds verbonden
aan de boerderij. Op vrijdagavond 23 december 1932 is de boerderij
afgebrand zoals ook in dit krantenartikel
met foto is te zien. De huidige boerderij dateert van 1933. Gerritdina
Schutte is overigens de dochter van Garritdina Bieleman, de bekende
familienaam die twee eeuwen daarvoor al klonk op het Braakhekke! |
|
|
1793-1844 |
Steven Braakhekke en Geesken
Oijtink |
Geesken is overleden op
15 april 1844, zij hertrouwde niet |
1829-1875 |
Gerrit Braakhekke en Hendrika Nijendijk |
Gerrit is de zoon van Steven en Geesken |
1859-1869 |
Christiaan Braakhekke en Eva Meijlink |
Christiaan is de zoon van Gerrit en
Hendrika |
1870-1882 |
Christiaan Braakhekke en Garritjen Slagman |
Garritjen is de tweede vrouw van Christiaan,
verhuist in 1882 naar de Nieuwe Braakhekke |
1882-1885 |
Jan Eijerkamp en Jenneken Starink |
Geen familie van vorige bewoners |
1885-1906 |
Gerrit Jansen en Karolina Gardina Wiltink |
Geen familie van vorige bewoners, Karolina
is wel verre familie van de Braakhekkes |
1906-1929 |
Antonie Smale en Willemina Johanna Loman |
Geen familie van vorige bewoners |
1929-....... |
Hendrik Blankenberg en Gerritdina Schutte |
Geen familie van vorige bewoners |
|
|
|
Christiaan
Braakhekke senior verhuisde al in maart 1882 naar de Nieuwe
Braakhekke, nog geen twee weken na het overlijden van
zijn echtgenote Garritjen Slagman. Zijn vijf inwonende dochters en zoon
gingen met hem mee. |
|
Op
30 januari 1886 trouwt oudste dochter Hendrika met Jan Strookappe,
zoon van Jan Strookappe en Janna Oldenboom die op de naastgelegen
Scholte gewoond hebben. In maart 1886 komt Jan Strookappe op de
Nieuwe Braakhekke wonen waarbij hij een overeenkomst aangaat over
het onroerend goed en inventaris van de Nieuwe Braakhekke met zijn
schoonvader en ook Gerrit Jan Schoemaker en Hendrik Jan Slagman
die de toeziend voogden zijn van de kinderen van Christiaan uit
diens eerste resp. tweede huwelijk. Erve De Nieuwe Braakhekke bestond
in 1886 uit een huis, bouwland, dennenbos, houtwal en heide in ontginning
en was samen bijna 2,5 hectare groot. Betreft kadastrale percelen
1427 t/m 1431. Nadat Christiaan Braakhekke op 11 december 1886 is
overleden is Jan Strookappe helemaal hoofdbewoner geworden en is
de familienaam Strookappe aan dit erve verbonden. Hoe het Jan Strookappe
op dit erve verging, is uitgebreid te lezen op de Harfsen
pagina. Daar is ook nog veel meer te lezen over de boerderij. |
|
|
|
Jan
Strookappe en Hendrika Braakhekke kregen vier kinderen waarvan alleen
twee dochters zouden opgroeien. De oudste dochter bleef op Nieuwe
Braakhekke wonen, de jongste dochter verhuisde richting het erve
Broekman. In maart van 1910 komt Johanna Dijkerman en haar twee
zoons bij de familie Strookappe inwonen. Johanna was in januari
weduwe geworden van Christiaan Braakhekke junior, de jongste broer
van Hendrika. Zij woonde op het erve Dollekamp. In 1912 verhuist
Johanna naar Laren en gaat in het huisje wonen waar Jan Strokappe
van het Erve Strookappe woonde, hij overleed in 1911.
Oudste dochter Everdina Johanna (Dina) trouwde op 16 mei 1914 met
Bertus Koerselman en hij komt dan op de Nieuwe Braakhekke wonen.
Zij krijgen een dochter en een zoon. Bij het nieuwe bevolkingsregister
van 1921 wordt Bertus genoemd als hoofdbewoner en Jan Strookappe
als schoonvader, hij is dan ook al 65 jaar oud en kan van zijn pensioen
genieten. Jan Strookappe overlijdt op 2 december 1926. Als dan ook
Bertus op 30 mei 1931 komt te overlijden, is er geen mannelijke
hoofdbewoner meer op de boerderij. Everdina neemt de touwtjes in
handen en runt samen met haar inmiddels 70-jarige moeder de boerderij.
Nadat zoon Derk Jan trouwde met Gerritje Stegeman is er weer een
mannelijke hoofdbewoner. Hendrika Braakhekke is overleden op 10
januari 1945 en Everdina Johanna Strookappe overleed op 2 februari
1978. |
|
|
Op
1 juni 1927 raasde er trouwens nog een cycloon over de Nieuwe Braakhekke,
welke ook wel bekend stond als "Strookappe", waarbij het dak
boven de slaapkamers eraf waaide. De deksel op de gierput en de pruimenboom
naast de boerderij werden ook weggeblazen en zijn nooit meer teruggevonden! |
|
1882-1886 |
Christiaan Braakhekke |
Eerste hoofdbewoner |
1886-1945 |
Jan Strookappe en Hendrika Braakhekke |
Hendrika is de dochter van Christiaan |
1914-1978 |
Bertus Koerselman en Everdina Johanna
Strookappe |
Everdina is de dochter van Jan en Hendrika |
1919-....... |
Derk Jan Koerselman en Gerritje Johanna
Stegeman |
Derk Jan is de zoon van Bertus en Everdina |
|
|
|
Tussen
de oude en nieuwe Braakhekke werd in het gebied met bos en heide in 1940
een nieuw huis gebouwd welke de naam De
Bulten en het huisnummer H126b kreeg. Het huis werd gebouwd
in opdracht van Willem Herman Beekhuis, arts te Eefde. Hij liet de woning
bouwen voor zijn blinde zuster, maar zij heeft nooit in het huis gewoond.
In de oorlog zaten de Duitsers in het huis die er vreselijk hebben huisgehouden.
Na de oorlog liet Beekhuis de achterkant aanbouwen, omdat een familie
die er heel kort heeft gewoond de twee slaapkamers te weinig vond. Deze
aanbouw zal zijn gedaan door Enderink die het huis heeft gebouwd en ook
nog een zwembad in het bos heeft aangelegd. |
|
|
In
1949 wordt het huis verhuurd aan de familie Schotman die er vijf
jaar heeft gewoond. De familie bestond uit vader Johann Wilhelm
Schotman, moeder Henrika van den Wijgaard en hun drie kinderen.
Johann Wilhelm was zenuwarts (psychiater) en had een praktijk in
Bussum die hij opgaf toen hij naar Harfsen verhuisde. Hier legde
hij zich toe op het houden van bijen (hij had 150 kasten) en schreef
er het boek “Handboek der moderne Bijenteelt” (onder
imkers genaamd: De Bijenbijbel van Schotman) over. Ook is hij de
schrijver van het boek "Arcadië en Asfalt" en deze
gaat over personages in Harfsen waaronder de buren en is daarom
erg leuk om te lezen!
Naast schrijver en arts was hij een dichter, prozaïst, essayist,
toneelschrijver, vertaler, filosoof, cultuurpsycho-loog, Chinakenner
en museumdirecteur. De drie kinderen gingen naar school in Harfsen
en herinneren het huis als een sprookjeshuis. Onbekend is wie er
na de familie Schotman is komen wonen, wellicht was dat F.C. Westenberg
die in 1968 eigenaar was van het huis en deze toen liet verbouwen. |
|
|
|
|
Het
Emsbroek
is gesticht ver voordat de Strookappes ook
maar een stap in Harfsen hadden gezet en is waarschijnlijk al voor
1737 gebouwd. Het is de eerste boerderij die aan de huidige Emsbroekweg
stond. In de 18e eeuw werd het Emsbroek bewoond door mensen die
de boerderijnaam als familienaam gebruikten waarmee de familie Emsbroek
ontstond. De eerste bewoner die de Strookappe familie zou ontmoeten
was Berend Braakhekke, zoon van Albert Braakhekke en Willemken Lueks.
Zijn vader Jan heette oorspronkelijk Pekkeriet en was niet afkomstig
van het nabijgelegen Erve Braakhekke al waren er wel familiebanden
zoals er zoveel waren in het buurschap Emsbroek. Jan Pekkeriet was
overigens getrouwd met Derksken Oltvoort, zus van Jan Oltvoort die
dus wel op Braakhekke woonde.
Berend was getrouwd met Derkjen ten Have, maar zij overleed op 28
mei 1829, en Berend hertrouwde met Hendrika Groot Hulze die in 1854
overleed en dus wel de Strookappes heeft gekend. Berend zelf overleed
op 8 november 1874 en heeft dus nog meegemaakt dat het Erve Strookappe
naast het Emsbroek werd gebouwd. Nieuwe hoofdbewoners van het Emsbroek
zijn oudste zoon Albert Braakhekke (één van de zes
kinderen met Hendrika Groot Hulze) en zijn vrouw Fenneken Spenkelink
met wie Albert op 1 mei 1857 trouwde. Fenneken is de dochter van
Jenneken Brinoord, deze naam komen we later nog tegen. Een broer
van Fenneken is Hendrik Jan Spenkelink, ook hem komen we nog tegen
als hoofdbewoner van het erve Hulshof. |
|
|
|
Albert
en Fenneken krijgen vier kinderen waarvan er maar één
de volwassen leeftijd bereikt en hij is dan ook de beoogde opvolger;
zijn naam is Berend Jan en hij is geboren op 9 februari 1869. In
mei 1863 wordt het Emsbroek ook bewoond door Gerrit Willem Klein
Nulend die er werkt als dienstknecht, maar ook familie is. Hierover
meer als wij Gerrit Willem in een andere boerderij weer tegenkomen.
Berend Jan Braakhekke trouwde op 22 maart 1890 met Berendina Wuestman,
moeder Fenneken was net 13 dagen ervoor overleden. Het Emsbroek
werd toen alleen bewoond door Albert, zoon Berend Jan en schoondochter
Berendina en van mei 1891 tot januari 1892 woont er ook Lammerdine
Spenkelink, een nichtje van Fenneken Spenkelink. Ook zijn er nog
twee dochters geboren in 1891 en 1896, maar zij leefden maar kort.
In 1898 vertrekken Albert, Berend Jan en Berendina naar Zwolle en
komen er nieuwe bewoners: Jan Wuestman (broer van Berendina), echtgenote
Janna van Til en dochter Dina. Zij zijn afkomstig van Eefde maar
Jan en Janna woonden in hun eerste huwelijksjaar bij ouders van
Janna op boerderij de Braamkolk in de Eesterhoek
te Gorssel. Op de foto hiernaast zien wij Janna rechts met haar
zuster Garritjen.
Jan Wuestman overlijdt op 18 januari 1904 en Janna hertrouwt op
22 april 1905 met Teunis Bouwmeester, kleinzoon van Hendrika Braakhekke
die geboren is op het erve Braakhekke. |
|
|
Het
echtpaar en zoon Jan Bernard (twee andere kinderen overlijden jong)
wonen er tot 1938 en maken dan plaats voor Berend Jan Brinoord en
Dina Dikkeboer uit Bathmen. Dit keer geen familie alhoewel ....
Berend Jan is de bed achterkleinzoon van Jenneken Brinoord, moeder
van Fenneken Spenkelink. Deze verre familiebanden hebben mogelijk
toch nog iets te maken met de komst van de familie Brinoord die
nog jaren op de boerderij woonden en goede buren waren van de familie
Strookappe. Vanaf Berend Braakhekke, die nog een tijd dagloner van
beroep is geweest, waren alle hoofdbewoners landbouwers. |
|
|
|
|
|
|
1736-1754 |
Gerrit Alerts Emsbroek (geb. Klein Ilsink)
en Maria Jansen Morrenhof |
Eerste hoofdbewoners |
1755-1803 |
Goossen Willemsen Emsbroek (geb. Lenderink)
en Maria Jansen Morrenhof |
Goossen is de tweede echtgenoot van
Maria |
1791-1797 |
Berend Lensink en Willemken Lueks |
Berend zijn vader is afkomstig van Groot
Ilsink |
1798-1825 |
Albert Braakhekke en Willemken Lueks |
Albert is de tweede man van Willemken |
1827-1829 |
Berend Braakhekke en Derkjen
ten Have |
Berend is de zoon van voorgaande
hoofdbewoner Albert Braakhekke (Pekkeriet) |
1830-1874 |
Berend Braakhekke en Hendrika Groot
Hulze |
Hendrika is de tweede vrouw van Berend,
zij is overleden op 04-01-1854 |
1857-1898 |
Albert Braakhekke en Fenneken Spenkelink |
Albert is de zoon van Berend en Hendrika,
hij is overleden op 20-07-1920 te Zwolle |
1890-1898 |
Berend Jan Braakhekke en Berendina Wuestman |
Berend Jan is de zoon van Albert en
Fenneken |
1898-1904 |
Jan Wuestman en Janna van Til |
Jan is de broer van Berendina Wuestman |
1905-1938 |
Teunis Bouwmeester en Janna van Til |
Teunis is de tweede man van Janna |
1938-1950 |
Berend Jan Brinoord en Dina Dikkeboer |
Berend Jan is verre familie van Fenneken
Spenkelink |
|
|
In
het overzicht hierboven staat nog één persoon die
nog niet omschreven is: Berend Lensink. Hij trouwde op 20-02-1791
met Willemken Lueks en nakomelingen van hen komen we nog in de buurt
tegen. Berend is op 1 november 1797 overleden en bijzonder is wat
erover geschreven is in het begraafregister: "Is 's avonds
te vooren beschonken en dronken zijnde, in den Herfsen Enk bij Smeenk
dood gevonden, doornat zijnde zeeker verkleumpt". Hij zal een
borrel zijn wezen drinken bij 't Hoentje of 't Haantje want Smeenk
ligt op de weg van deze herbergen naar het Emsbroek. Bijgaand een
foto van het Smeenk afkomstig uit het fotoboek van Gerrit Strookappe
die bevriend was met de familie Valkerman die er later woonde. Doordat
het Smeenk buiten het Emsbroek valt echter verder geen aandacht
voor deze boerderij en haar bewoners. |
|
|
|
|
De Scholte
is gesticht door Johannes Scholten. Deze woonde eerst met zijn vrouw Elsken
van den Berg (ook wel Plaggenberg) en kinderen aan erve Plaggenberg aan
de huidige Esveldsdijk, deze kreeg Elsken in 1809 toegedeeld nadat haar
beide ouders waren overleden. Voor 1821 vertrekken zij dan richting de
plek van de Scholte, maar bouwden toen nog niet het boerderijtje de Scholte.
|
|
Eerst
woonden zij in een hut welke de naam "Plakhutte" zou krijgen,
de naam lijkt afgeleid van "Plaggenberg" maar kan ook
heel toepasselijk de naam "Plakhutte" hebben gekregen
omdat het huisje middenop de onontgonnen heide ongetwijfeld van
heideplaggen zal zijn gebouwd. Op de kadastrale atlas van 1832 staat
de Plakhutte duidelijk aangegeven, maar wanneer dochter Aaltjen
Scholten op 21 april 1832 overlijdt wordt het huisje "Scholtenhut"
genoemd. Vader Johannes, die timmerman was, overlijdt op 28 april
1840 in "katerstede Scholten" en dit geeft aan dat de
katerstede Scholte tussen 1832 en 1840 gebouwd zal zijn.
De katerstede is aan de weg gebouwd, de hut stond meer van de weg
ongeveer op de plek van de schuur hiernaast. Links op de kleurenfoto
is de achterzijde van de Scholte te zien. De oudere rechterfoto
is vanaf de Scholte gemaakt en laat dezelfde schuur zien. Het weggetje
ernaartoe stond bekend als 't Achterlaantje.
|
|
|
|
|
Echtgenote
Elsken vertrekt dan naar Baak en de volgende bewoners van het boerderijtje
zijn Zweer Zweers (dagloner) en Geertjen Spikvoort die net op 19 juni
1840 waren getrouwd. Er worden vijf kinderen geboren en zoon Jan is de
vader van Zwier Zweers die ook in het Emsbroek zou wonen en zeer bekend
was met de Strookappe familie. Geertjen Spikvoort is trouwens een nicht
van Gerrit Jan Spikvoort die samen met zijn vrouw Harmina de Groot dan
nog de grond bezitten waar later Erve Strookappe gebouwd zal worden. |
|
|
Het
bruggetje naar de volgende eigenaar is dan gelijk ook gemaakt, want
Derk Hendrik de Groot (echter geen familie) komt waarschijnlijk
in 1854 op de Scholte wonen nadat hij op 17 februari van dat jaar
was getrouwd met Jenneken Bruntink. Hij was dagloner van beroep.
De naam De Groot zou daarna vele jaren aan deze katerstede verbonden
blijven. Waarschijnlijk was hij ook eigenaar want op 28 juni 1853
werd de katerstede geveild. Deze bestond toen uit huis en erf, bouw-,
bosch- en heidegronden en aanwijzing werd gedaan door op deze katerstede
wonende bouwman Zwier Zwiersen.
Derk Hendrik is overleden op 10 februari 1877 en Jenneken was daarna
hoofdbewoonster en woonde er met de kinderen Maria Grada en Jan
Hendrik. Jenneken, die uiteindelijk akkerbouwster was, is overleden
op 23 oktober 1886. Op 10 juni van dat jaar waren zij en haar zoon
middels een akte nog overeengekomen dat Jan Hendrik voor haar zou
zorgen tijdens de rest van haar leven wat dus niet lang heeft geduurd.
Op 29 mei was Jan Hendrik getrouwd met Derkje Zomer en zij zijn
de volgende hoofdbewoners van de Scholte en Jan Hendrik werkt er
als akker- en landbouwer, maar was ook arbeider van beroep. Er worden
zes kinderen geboren waarvan er drie op jonge leeftijd zijn overleden.
Jan Hendrik zelf leefde tot 21 februari 1944 en woonde uiteindelijk
aan de overzijde van de toenmalige Kapelweg waar een nieuw huis
werd gebouwd en waar daarna zoon Derk Jan heeft gewoond. |
|
|
1820-1840 |
Johannes Scholten en Elsken
van den Berg |
Eerste bewoners, afkomstig
van erve Plaggenberg |
1840-1854 |
Zweer Zweers en Geertjen Spikvoort |
Geen familie van vorige
bewoners |
1854-1886 |
Derk Hendrik de Groot en Jenneken Bruntink |
Geen familie van vorige
bewoners |
|
1886-1944 |
Jan Hendrik de Groot en Derkje Zomer |
Jan Hendrik is de zoon van Derk Hendrik
en Jenneken |
|
1937-....... |
Derk Jan de Groot en Hermina Gezina
Ilbrink |
Derk Jan is de zoon van Jan Hendrik
en Derkje |
|
|
|
De familie de Groot mag dan lang
op de Scholte hebben gewoond, maar ze waren niet de enige! De volgende families
hebben er ook gewoond: |
|
1856-1867 |
Jan Strookappe en Janna
Oldenboom |
Jan is de oudste zoon van
Jan Strokappe, hoofdbewoner van Erve Strookappe |
1867-1879 |
Jan Strookappe en Janna Horstman |
Janna Horstman is de tweede vrouw van
Jan |
1882-1885 |
Gerrit Willem Klein Nulent en Willemina
Udink |
Geen familie van vorige bewoners, Gerrit
Willem was dienstknecht op het Emsbroek |
1888-1889 |
Hendrik Schotman en Gardina Welbergen |
Geen familie van vorige bewoners |
1929-1934 |
Berend Jan Nijkamp en Derkjen de Groot |
Berend Jan is geboren op het erve Dijkman |
1934-1949 |
Evert Willem Kok en Tonia van den Noort |
Geen familie van vorige bewoners |
|
|
|
De
foto hiernaast is van de familie Kok. Op de voorgrond zien we het
echtpaar Evert Willem Kok en Tonia van den Noort en daarachter staan
v.l.n.r. hun zoons Anton, Gerrit, Peter en Jan. Het gezin komt oorspronkelijk
uit Olst maar verhuisde in 1928 naar Gorssel waar zijn woonden op
het boerderijtje Beltmanskamp in de Eesterhoek. Meer informatie
hierover is te vinden op de Boschterhoek pagina
van de Eesterhoek website. |
|
|
Er
is enige twijfel over waar met name Jan Strookappe heeft gewoond:
in de Scholte bij de familie de Groot of toch nog in de Plakhutte?
Zijn oudste zoon Jan werd b.v. op 26 februari 1856 in de Kleine
Strookappe geboren. Was dat omdat ze in de Plakhutte woonden en
deze niet comfortabel genoeg was voor de geboorte van een kind?
Toch is het meer aannemelijk dat bovenstaande bewoners wel degelijk
in de Scholte hebben gewoond en dat deze dus een dubbele bewoning
had ook omdat het huisnummer van de Scholte werd gebruikt met de
toevoeging van een klein tweetje. In het bevolkingsregister vanaf
1861 tot ongeveer 1890 is er tevens constant een lege pagina gelaten
voor een huis bij de Scholte en waarschijnlijk is dat de Plakhutte
welke al die tijd onbewoond zal zijn geweest. Behalve dan in de
periode 1861-1870 want dan wonen er Hendrik Maatman en Aaltjen Klein
Nulent nadat hun huisje elders was afgebroken. Er komt in 1866 een
nieuw huisnummer (126) dat van de Scholte werd 125. Was de Plakhutte
al die tijd onbewoond en nu door Hendrik en Aaltjen toch weer bewoond?
Om het nog wat ingewikkelder te maken: op de kaart van 1867 staat
de katerstede aan de weg genoemd als ... de Plakhutte!
|
|
|
|
|
Aaltjen Klein
Nulent is de moeder van Gerrit Willem Klein Nulent die later in de Scholte
woonde en zij is de dochter van Gardina Braakhekke die op het Emsbroek
is geboren. Later wonen Hendrik en Aaltjen bij het Erve Strookappe en
hun dochter Anna is er ook opgegroeid. Na het vertrek van Hendrik Schotman
lijkt er lange tijd geen dubbele bewoning van de Scholte te zijn geweest.
In 1929 komen Berend Jan Nijkamp en Derkjen de Groot er wonen: hij is
van het erve Dijkman naast het erve Strookappe, zij is familie van Harmina
de Groot die de grond van het erve Strookappe in haar bezit had. In 1934
komt Evert Willem Kok op de Scholte wonen en zijn zoon Peter Kok heeft
er tot 1962 gewoond. |
|
|
Met
ons bezoek aan Dijkman
komen wij dichtbij de Strookappes en is het interessant om te zien
hoe de eerste bewoning in deze buurt is ontstaan, want op de kadastrale
kaart van 1832 hebben we kunnen zien dat er nog niets stond en dat
het gebied van Dijkman (perceel 618) bestond uit heide. Het zal
waarschijnlijk 1837 zijn geweest dat er het eerste huisje wordt
gebouwd welke de naam Dijkman zou krijgen. Deze stond vlak aan de
weg in het tegenwoordige weiland tegenover het latere Erve Strookappe.
Kadastraal kreeg het huis met erf perceelnummer 663 en de heide
eromheen werd perceelnummer 664.
Het huisje werd bewoond door Harmen Bouwmeester en Janna Klein Haneveld,
zij waren afkomstig van het Koksel te Oolde (Laren). Als Janna op
8 oktober 1841 overlijdt op Dijkman wordt daarvan aangifte gedaan
door Gerrit Jan Leunk, een 47-jarige dagloner die op het naburige
erve de Botter woont. Hem komen wij verderop het verhaal nog tegen.
Op de foto hieronder het weiland tegenover de Strookappe boerderij
waar de huisjes van Nijkamp en Leunk hebben gestaan. |
|
Tussen
1847 en 1850 komen Berend Harmen
Nijkamp en Elsken Reesink op het erve Dijkman wonen. Ook zij zijn
afkomstig van Laren en woonden er op het erve Velderman. Berend
Harmen Nijkamp zal zijn geboren op het erve Nijcamp in Verwolde
welke ook "Dijkmanscamp" werd genoemd! Het leek daarom
aannemelijk dat de familie Nijkamp de eerste bewoners van Dijkman
in Harfsen zouden zijn geweest en de naam Dijkman meenamen van
Verwolde, maar de Bouwmeesters waren hun toch voor en kozen heel
toevallig ook voor deze boerderijnaam waarvan de reden verder
niet bekend is. Berend Harmen en Elsken kregen tien kinderen waarvan
er twee levenloos ter wereld kwamen en drie op jonge leeftijd
zijn overleden. De andere vijf woonden allemaal in het Emsbroek
en hierdoor werd Nijkamp de meest voorkomende familienaam in het
Emsbroek.
Wij stellen deze vijf kinderen alvast voor: |
|
|
|
1. |
Gerrit Jan Nijkamp |
geb. 28-09-1830 te Laren |
woont later op Dollekamp |
2. |
Tone Nijkamp |
geb. 19-10-1832 te Laren |
woont later op Dollekamp en de Kleine
Boter |
3. |
Albert Nijkamp |
geb. 13-09-1837 te Laren |
woont later op de Kleine Boter |
4. |
Jan Nijkamp |
geb. 15-12-1839 te Laren |
blijft wonen op Dijkman |
5. |
Hendrika Nijkamp |
geb. 29-06-1849 te Harfsen |
|
|
|
|
Door
de registratie van de geboorte van Hendrika weten wij dat de familie
Nijkamp voor 29 juni 1849 in Harfsen woonden en na 11 augustus 1847
uit Laren zijn vertrokken omdat toen nog een zoontje van Berend
Harmen en Elsken er is overleden. Overigens was Berend Harmen de
kleinzoon van Berentjen Nijkamp en werd haar zus Janna Nijkamp bij
haar overlijden in 1761 genoemd als "vrouw van Strookappe".
Waarschijnlijk zal er ook in Laren een huisje met de naam Strookappe
hebben gestaan en het is goed mogelijk dat H.W. Heuvel hierover
schrijft in zijn boek "Oud Achterhoeksch Boerenleven".
Lees hierover meer op de Holten pagina.
Tussen 1851 en 1856 wordt er een huisje bijgebouwd op het erve Dijkman
en hier kwam Gerrit Jan Leunk te wonen. Hij woonde daarvoor nog
in een daglonershuisje bij het erve de Botter waarvan zijn broer
Albert Leunk de hoofdbewoner was. In 1864 zou Gerrit Jan de Kleine
Boter stichten en meer over Gerrit Jan is in het verhaal over deze
boerderij te lezen. |
|
1864 is toevallig ook het jaar van overlijden van Berend Harmen
Nijkamp die op 5 augustus overleed. Jongste zoon Jan wordt dan
de nieuwe hoofdbewoner van Dijkman. Op 17 mei 1866 trouwt hij
met Johanna Zomer en besluiten ze een nieuw huis te bouwen welke
in 1867 op de kaart verschijnt onder kadastraal nummer 1171, zie
afbeelding hiernaast. Dit is de plek van de huidige boerderij
alhoewel de kaartjes eerder op de pagina anno 1867/1894 en 1911
anders doen vermoeden. Het oude huisje (663) aan de weg is in
1868 afgebroken. Berend Harmen en zoon Jan waren allebei dagloner
van beroep dus het nieuwe boerderijtje zal niet groot zijn geweest.
Jan Nijkamp en Johanna Zomer waren dus de nieuwe hoofdbewoners
van Dijkman, maar broer Tone heeft er ook nog gewoond met zijn
echtgenote Henders Bronzewijker na hun huwelijk op 8 september
1864. Later woonden ze elders in de Emsbroek, hierover straks
meer.
Jan en Johanna krijgen vier kinderen: drie zoons en één
dochter. Op de foto hiernaast is de hele familie te zien, achter
Jan en Johanna staan v.l.n.r. de kinderen Martinus, Berend Harmen,
Johan en Everdina Harmina.
|
|
|
|
|
|
Het
is opnieuw de jongste zoon die op de boerderij blijft wonen en
zijn naam is Johan, geboren op 17 maart 1874. Op 10 februari 1898
verkoopt Jan aan Johan het bouwplaatsje Dijkman, welke dan ruim
vijf hectare groot is, voor 900 gulden. Daarbij nog de inboedel,
landbouwgereedschappen en de te veld staande vruchten voor 400
gulden. Johan trouwt dan op 14 mei van dat jaar met Derkjen Zweers,
kleindochter van Zweer Zweers die op de Scholte woonde. Johan
en Derkjen krijgen zeven kinderen in de periode 1899-1914 waarvan
er één op jonge leeftijd is overleden. Nu is het
niet een keer de jongste maar de oudste zoon die de boerderij
van zijn vader overnam. Het is Jan, vernoemd naar zijn opa. Hij
trouwt waarschijnlijk in 1930 met Dina Enderink die afkomstig
is van boerderij Broekman. Op 8 december van dat jaar was zijn
moeder Derkjen overleden en daarmee was er geen vrouw des huizes
meer en was Dina van harte welkom op Dijkman. Dina en Jan kregen
vier dochters, er werd geen zoon geboren. Aan de overkant bij
Strookappe liepen er veel meer kinders en Dina hielp Heintje Strookappe
dan ook regelmatig een handje, ze was een hele behulpzame buurvrouw! |
|
|
In
1938 was het gebeurd met de burenhulp van Dina, want toen verhuisde
de familie Nijkamp naar de Lindeboom in Gorssel en kwam er een einde
aan een tijdperk van ruim 90 jaren Nijkamp op Dijkman. Opvolgers
op Dijkman waren Egbert Noordkamp en Derkjen Schoneveld die in februari
1939 van het erve Nieuw Hietbrink in Kring van Dorth kwamen. Hein
Strookappe heeft ze nog helpen verhuizen, ook de Strookappes waren
goede buren! De familie Noordkamp woont nog steeds op Dijkman en
hun huidige boerderij is te zien op de foto hiernaast genomen met
de rug naar Strookappe. |
|
|
|
|
1837-1847 |
Harmen Bouwmeester en Janna
Klein Haneveld |
Eerste bewoners, afkomstig
van erve Koksel te Oolde |
1848-1875 |
Berend Harmen Nijkamp en Elsken Reesink |
Geen familie van vorige bewoners, Elsken
is overleden op 2 september 1875 |
1866-1927 |
Jan Nijkamp en Johanna Zomer |
Jan is de zoon van Berend Harmen en
Elsken |
1898-1938 |
Johan Nijkamp en Derkjen Zweers |
Johan is de zoon van Jan en Johanna |
1930-1938 |
Jan Nijkamp en Dina Enderink |
Jan is de zoon van Johan en Derkjen |
1939-1988 |
Egbert Noordkamp en Derkjen Schoneveld |
Geen familie van vorige bewoners |
|
|
|
Op de bovenste
van het Dijkman verhaal zien we een luchtfoto van boerderij Dijkman welke
in 1954 is gemaakt. Het weggetje loopt naar boerderij Dollekamp. Ook de
Strookappes maakten graag gebruik van het weggetje wat de kortste weg
naar Harfsen was. Een andere weg was de Allemansgeest route die dwars
door het bos liep. Wij nemen de kortste weg en brengen een bezoek aan
Dollekamp. |
|
Toen
de Strookappe familie in 1864 de Kleine Strookappe verruilde voor
Erve Strookappe was dat goed nieuws voor Gerrit Jan Nijkamp, oudste
zoon van Berend Harmen Nijkamp en Elsken Reesink van het erve Dijkman.
Hij had nu de mogelijkheid om naast zijn ouderlijk huis te wonen
met zijn vrouw Johanna Wesseldijk en zijn pasgeboren zoontje Berend
Harmen en kocht het huisje en de grond eromheen van Hermanus ten
Velde. Bijzonder gegeven is dat Gerrit Jan Nijkamp daarvoor nog
op of nabij katerstede de Kleine Horst woonde welke was gebouwd
door Pieter van der Horst die met de familie Strookappe samenwoonde
in de Kleine Koekkoek!
De Kleine Strookappe (perceel 678) kan Gerrit Jan echter niet bekoren
en moet al snel plaatsmaken voor een nieuwe comfortabeler woning
(perceel 1152) welke er vlak naast werd gebouwd, zie afbeelding
hiernaast van een kadasterkaart anno 1865. Waarschijnlijk is de
Kleine Strookappe kort na 1865 afgebroken en in ieder geval voor
1868, want toen stond die niet meer op de kaart.
|
|
|
|
Ook
Tone Nijkamp, broer van Gerrit Jan, en zijn vrouw Henders Bronzewijker,
die eerder nog op het erve Dijkman inwoonden, woonden bij Gerrit Jan in
huis. Bij het overlijden van een dochtertje van Tone in 1868 zijn het
overigens Jan Strookappe en Gerrit Jan Leunk die daarvan aangifte deden.
Dit dochtertje overleed bij Tone in huis, het jaar ervoor overleed een
ander dochtertje op het erve Dijkman alhoewel Tone daar toen niet meer
woonde. |
|
Gerrit
Jan Nijkamp is overleden op 10 juni 1871 en zijn vrouw en zoontje zijn
daarna vertrokken. Tone Nijkamp bleef wonen tot maart 1872 en vertrekt
dan naar het erve Hondeveld. In oktober 1872 komen er nieuwe bewoners:
de net getrouwde Johan Jacob Schröder en Aaltje Maatman. Aaltje is
de zus van Hendrik Maatman die bij Strookappe woonde, hierover straks
meer. Johan en Aaltje hadden het na twee weken alweer bekeken op het platteland
en verhuisden naar de stad Zutphen.
Dan komen Lammert Aijtink en Hendrika Klein Egelink naar het boerderijtje
welke nog steeds geen naam heeft. Daar komt verandering als Hendrik Willem
Dollekamp in december 1874 op het boerderijtje komt wonen en zijn eigen
naam aan het huisje schenkt. Zo ontstaat Dollekamp welke toen al 10 jaar
oud was. Het huisje was op 13 juli 1874 door Dollekamp gekocht. Waarschijnlijk
was het een daglonerhuisje omdat al de genoemde bewoners dagloner van
beroep waren. In december 1874 was het overigens gebeurd met de dubbele
bewoning van het huisje, waarschijnlijk wilde Hendrik Willem Dollekamp
deze voor zichzelf. Het andere gedeelte werd toen nog bewoond door Willem
Klein Nulent en Garritjen Groot Ulen. Willem was de zoon van Engbert Klein
Nulent en Gardina Braakhekke die op het Emsbroek is geboren. Een zus van
Willem zou in december 1874 trouwen met de vroegere bewoner Tone Nijkamp!
Uit het kadaster register van Dollekamp blijkt dat de grond om de voormalige
Kleine Strookappe landbouwgrond is. Waarschijnlijk was dit al zo toen
de familie Strookappe er woonde en hebben zij hier al verbouwd. Het was
een perceel van een halve hectare. De grond daaromheen was allemaal heide.
|
|
|
Hendrik
Willem Dollekamp was getrouwd met Aaltjen Leunk die geen familie
van eerder genoemde Gerrit Jan Leunk was. Het huwelijk bleef kinderloos
en opvolgers waren er dus niet. Echter nichtje Johanna Dijkerman
(dochter van Gerdina Dollekamp, zus van Hendrik Willem) trouwde
op 26 mei 1900 met Christiaan Braakhekke van de Nieuwe Braakhekke
en zij trouwen in op Dollekamp. Christiaan is de jongste zoon van
Christiaan Braakhekke en Garritjen Slagman die op Braakhekke woonden.
Hendrik Willem Dollekamp is overleden op 6 maart 1902 en Aaltjen
Leunk verkoopt op 2 mei 1903 het huisje voor 1925 gulden aan Christiaan
Braakhekke en blijft er wonen tot 4 december 1905, de dag van haar
overlijden. Christiaan en Johanna krijgen twee zoons: Hendrik Albert
en Gerrit Christiaan. Als hun vader al op 19 januari 1910 overlijdt
(hij werd maar 30 jaar oud) zijn zij weeskinderen en wordt (oom)
Jan Strookappe van de Nieuwe Braakhekke als voogd aangesteld. Doordat
er geen testament was, waren de kinderen automatisch de erfgenamen.
Gemachtigd door Johanna Dijkerman biedt hij op 23 maart 1910 het
bouwplaatsje Dollekamp aan ter veiling. Dollekamp bestaat dan uit
een huis en erf met bouwland, weiland en heide. Samen ruim 8 hectare
groot en kadastraal bekend onder nummer 404 en 1151 t/m 1155. Op
6 april vindt de veiling plaats en wordt het huis en erf gekocht
door Gerrit Teunissen voor 1300 gulden. Het bestond uit een woonhuis
met schuurtje, zaadberg, bouwland, weiland en heide. Kopers van
andere percelen heide en weiland zijn Johan Nijkamp van Dijkman,
Gerrit Plekkenpol voor zijn zoon Derk Plekkenpol (komen we straks
nog tegen) en ook Jan Strookappe zelf kocht een stuk weiland. Na
de veiling vertrekken Johanna Dijkerman en de twee kinderen naar
de Nieuwe Braakhekke waar ze gaan wonen bij Jan Strookappe. |
|
|
Nieuwe hoofdbewoner
van Dollekamp is voornoemde Gerrit Teunissen die een hypotheek van 1300
gulden afsluit met Jan Hendrik de Groot van de Scholte. Echtgenote van
Gerrit is Johanna Klein Nulent, een nichtje van Willem Klein Nulent die
eerder bij Dollekamp woonde. Op 23 april 1912 verkoopt Gerrit het plaatsje
Dollekamp middels een veiling aan Jacobus van Veldhuizen voor 1370 gulden
en daarbij is de verkoop van de andere percelen dus nog extra winst. |
|
Gerrit
vertrekt dezelfde maand naar Laren, maar Jacobus, die landbouwer
is in Wilp, gaat niet op Dollekamp wonen en verkoopt Dollekamp op
21 oktober 1912 voor 1500 gulden door aan Evert Jan de Greef. Hij
en zijn vrouw Johanna Maria Regelink zijn afkomstig van het erve
Dijkzicht in Almen. Zij gaan er wonen met hun enige zoon Hendrik
Jan die in 1905 is geboren. In 1927 bouwen ze een nieuwe boerderij
welke er nog steeds staat maar niet meer is bewoond. De oude boerderij
werd dat jaar door een cycloon vernield. Zoon Hendrik Jan trouwt
in 1929 met Heintje Brandenbarg uit Vorden en zij komt bij de familie
de Greef wonen en Hendrik Jan en Heintje worden uiteindelijk de
nieuwe hoofdbewoners van Dollekamp. Zo waren er twee koppels met
de namen Hendrik Jan en Heintje in de buurt, want in die tijd waren
Hendrik Jan Strookappe en Heintje Stoelhorst de hoofdbewoners van
Erve Strookappe. Tot op de dag van vandaag woont er nog steeds familie
van De Greef, tegenwoordig in een huis ernaast. Daarmee komt het
aantal huizen die rondom deze plek heeft gestaan op vier. En met
de vele families die er in de tijd heeft gewoond, kunnen we stellen
dat er nogal wat veranderde rondom deze plek.
|
|
|
|
|
|
|
Op
de foto hierboven zien wij boerderij Dollekamp met Heintje Brandenbarg
en haar oudste zoon Evert Jan die is vernoemd is naar zijn opa.
Die zien wij links hiernaast en rechts daarnaast een foto van Johanna
Maria Regelink. Geheel rechts zien wij het echtpaar Hendrik Jan
de Greef en Heintje Brandenbarg. Het echtpaar had vier kinderen:
twee zoons en twee dochters. Hendrik Jan is in 1973 overleden en
Heintje in 1986. |
|
|
Ten slotte een overzicht
van de hoofdbewoners: |
|
1863-1871 |
Gerrit Jan Nijkamp en Johanna
Wesseldijk |
Eerste bewoners van nieuwe
woning nabij de Kleine Strookappe |
1872-1872 |
Johan Jacob Schröder en Aaltje
Maatman |
Geen familie van vorige bewoners |
1873-1874 |
Lammert Aijtink en Hendrika Klein Egelink |
Geen familie van vorige bewoners |
1874-1905 |
Hendrik Willem Dollekamp en Aaltjen
Leunk |
Geen familie van vorige bewoners |
1900-1910 |
Christiaan Braakhekke en Johanna Dijkerman |
Johanna is een nichtje van Hendrik Willem
en Aaltjen |
1910-1912 |
Gerrit Teunissen en Johanna Klein Nulent |
Geen familie van vorige bewoners |
1913-1962 |
Evert Jan de Greef en Johanna Maria
Regelink |
Geen familie van vorige bewoners |
1929-1986 |
Hendrik Jan de Greef en Heintje Brandenbarg |
Hendrik Jan is de zoon van Evert Jan
en Johanna Maria |
|
|
En dit zijn de medebewoners van
Dollekamp alhoewel de naam Dollekamp pas ontstond nadat er geen medebewoners
meer waren: |
|
1867-1872 |
Tone Nijkamp en Henders
Bronzewijker |
Eerste bewoners |
1872-1874 |
Willem Klein Nulent en Garritjen Groot
Ulen |
Latere zwager van Tone |
|
|
We steken nu de weg over naar
Strookappe en gaan het broek in. Laarzen aan, het is een drassige bende! |
|
|
Als Jan Strookappe
en Fenneken Achterkamp in 1865 verhuizen van de Kleine Strookappe naar
Erve Strookappe
met het nieuwe huisnummer 129 lijkt het wel of ze verhuizen van de Kleine
naar de Grote Strookappe, wat een ruimte hebben ze ineens! Met nog maar
twee thuis wonende kinderen (Hendrik Jan en Egbert) en misschien wat kleinvee
is er ineens ruimte zat. Dat kan niet gezegd worden van het geld en Jan
en Fenneken besluiten daarom een gedeelte van de nieuwe boerderij te verhuren.
Wie waren die mensen die kennis maakten met de zoete inval van Harfsen? |
|
Op
4 januari 1865 vestigen Jan Willem Berendroth en Johanna Margaretha
Wilhelmina Verbeek met twee kinderen zich op nummer 129-2. Op 23
januari kwam daar nog een dochtertje bij en zij was dus het eerste
kind wat op het Erve Strookappe is geboren. Haar naam is Harmina
en Jan Strookappe doet samen met vader Jan Willem Berendroth en
buurman Tone Nijkamp aangifte van de geboorte van Harmina. |
|
|
|
Er zijn niks
geen familiebanden met Strookappe of de buren te vinden. Het gezin blijft
tot 3 april 1866 bij Strookappe wonen. Op 31 oktober 1866 komen dan Jan
Slagman en Reindjen Boomer en hun zoontje Gerrit Jan Slagman op de vrijgekomen
plek wonen, ze kwamen uit Laren. Jan was de broer van Aaltjen Slagman
die getrouwd was met Hendrik Kwintenberg (familie uit Holten) en dit kan
iets te maken hebben met de komst van dit gezin naar Harfsen. Lang bleven
ze niet, want op 12 maart 1867 vertrekken ze weer naar Laren. |
|
|
De
volgende en meteen laatste "huurders" van het Erve Strookappe
waren niet alleen verre familie, maar komen ook nog eens uit de
buurt en zij zorgen voor een bijzonder verhaal in de Strookappe
geschiedenis. Het zijn Hendrik Maatman en Aaltjen Klein Nulent.
Hendrik is een neef van Geesken Ganzetap, de weduwe van Willem Schuitert
Strookappe, de broer van Jan Strookappe en zijn ouders woonden op
het erve Overveld in Harfsen. Aaltjen is de is de dochter van Gardina
Braakhekke die op het Emsbroek is geboren en haar naam werd ook
al genoemd bij het Scholte en Dollekamp verhaal en duikt bij een
andere boerderij straks nog een keer op. Hendrik en Aaltjen woonden
eerst in de Plakhutte bij de Scholte welke na hun vertrek zal zijn
afgebroken. Ze hadden een zoon en drie dochters waarvan de jongste
(Anna) op 1 mei 1869 overleed en zij was daarmee de eerste die op
het Erve Strookappe overleed waarvan Jan Strookappe aangifte deed.
Op 20 februari 1870 wordt dan weer een meisje geboren en vernoemd
naar haar overleden zusje: Anna. Hendrik Maatman overlijdt op 30
augustus 1873 en wordt maar 38 jaar oud. Aaltjen vertrekt en gaat
bij het boerderijtje Vennink wonen en werken als boerenmeid. |
|
|
Aaltjen hertrouwt
op 24 december 1874 met Tone Nijkamp die net op 12 oktober weduwnaar was
geworden na het overlijden van Henders Bronzewijker. Dit echtpaar woonde
tot 1872 nog op Dollekamp en woonde in 1874 in op Hondeveld aan de huidige
Koelerweg. Aaltjen gaat hier nu wonen, maar neemt geen van de kinderen
mee! Deze worden verspreid over diverse gezinnen in Harfsen. Jan en Fenneken
Strookappe zien dit met lede ogen aan en besluiten Anna in hun eigen huis
te nemen en op te voeden. Ook als moeder Aaltjen in 1877 naast het Erve
Strookappe bij de Kleine Boter komt te wonen, blijft Anna bij de Strookappes.
Officieel was Anna al op 24 december 1873 bij Jan en Fenneken komen wonen.
Zij was toen nog maar 3 jaar oud en Jan en Fenneken, die toen allang opa
en oma waren, begonnen aan hun tweede carrière als opvoeders. Een
goed voorbeeld van hoe gastvrij de familie Strookappe ook al in die tijd
is geweest! Het gezin was in die tijd niet zo groot, want de kinderen
van Jan en Fenneken waren reeds volwassen en de deur uit, alleen zoon
Hendrik Jan woonde nog thuis en dochter Janna was op dat moment ook weer
een jaartje in Harfsen. Anna bleef haar hele jeugd bij de familie Strokappe
in huis. Hoe het Anna daarna verging, kun je verderop deze pagina lezen. |
|
1865-1866 |
Jan Willem Berendroth en
Johanna Margaretha Wilhelmina Verbeek |
Eerste medebewoners |
1866-1867 |
Jan Slagman en Reindjen Boomer |
Geen familie van vorige medebewoners |
1869-1873 |
Hendrik Maatman en Aaltjen Klein Nulent |
Geen familie van vorige medebewoners |
|
|
De Strookappes
krijgen al aandacht zat op deze pagina en de website en daarom niet in
dit onderdeel, maar een overzicht van de hoofdbewoners van Erve Strookappe
(inclusief de Kleine Strookappe) is misschien wel even handig: |
|
1844-1887 |
Jan Strokappe en Fenneken
Achterkamp |
Eerste hoofdbewoners |
1881-1938 |
Hendrik Jan Strokappe en Hendrika Muil |
Hendrik Jan is de zoon van Jan en Fenneken |
1912-1917 |
Hendrik Jan Strookappe en Jantje Smale |
Hendrik Jan is de zoon van Hendrik Jan
en Hendrika |
1919-1968 |
Hendrik Jan Strookappe en Heintje Stoelhorst |
Heintje is de tweede vrouw van Hendrik
Jan |
|
|
|
Eerder
op deze pagina werd al melding gemaakt van twee huisjes welke achter het
Erve Strookappe stonden. Omdat deze in het achtergebied van Strookappe
stonden en Fenneken Achterkamp de hoofdbewoonster van Erve Strookappe
was noemen wij deze huisjes Strookappe
Achterkamp. De naam is ook toepasselijk omdat de grond
waarop beide huisjes hebben gestaan uiteindelijk eigendom werden van Strookappes.
Wij bekijken eerst het huisje welke recht achter de Strookappe boerderij
stond en daarna het huisje welke schuinachter Erve Strookappe was gelegen.
Het huisje stond kadastraal bekend onder nummer 1334. |
|
|
Eerste
bewoners van het huisje recht achter Strookappe zijn Jan Hendrik
Greutink en Harmina Brummelman die op 17 juni 1870 op dit adres
worden geregistreerd. Het echtpaar was op 28 december 1869 getrouwd
en hadden al een zoontje die op 21 februari 1870 was geboren. Harmina
is de dochter van Gerrit Jan Brummelman en Geertrui Draaijer die
op het erve Broekman wonen. Broer van Harmina is Jan Brummelman
die in het andere huisje woont. Op 23 november 1880 komen er nieuwe
bewoners: Gerrit Jan Schutte en Gerritje Sluiter en twee kinderen
van Gerritje uit een eerder huwelijk met Berend Jan Tijhof die in
1875 was overleden. Gerrit Jan en Gerritje zijn getrouwd op 17 maart
1877 in Bathmen en hadden samen één dochter die uiteraard
ook in Harfsen komt wonen. Daarna worden er nog vijf kinderen waarvan
er twee levenloos ter wereld komen. Gerrit Jan Schutte was evenals
Jan Hendrik Greutink dagloner van beroep.
Op de foto hiernaast het weiland waar het huisje heeft gestaan.
Op de achtergrond is het bos te zien met daarvoor de Strookappe
boerderij. Het water op de voorgrond is de Leide. Water is ook te
zien in het weiland, het is nog steeds een drassige bende in de
Emsbroek! |
|
|
Het huisje
en de grond eromheen waren eigendom van Derk Jan Smeenk, Jan Hendrik Greutink
en Gerrit Jan Schutte pachtten het huisje en de grond van hem. Op 9 augustus
1897 geeft Derk Jan Smeenk aan het huisje en de grond te willen verkopen
en twee weken later vind de veiling plaats in herberg Golstein te Harfsen.
Al het onroerend goed bestaande uit een huis en erf, bouwland, weiland
en heide gekocht door Hendrik Jan Strokappe. Gerrit Jan Schutte heeft
echter nog het pachtrecht tot 23 februari 1898 en vertrekt dan pas uit
het huisje waarna het wordt afgebroken door Hendrik Jan Strokappe en alle
grond gebruikt kan worden als bouwland. |
|
1870-1880 |
Jan Hendrik Greutink en
Harmina Brummelman |
Eerste bewoners |
1880-1898 |
Gerrit Jan Schutte en Gerritje Sluiter |
Geen familie van vorige bewoners |
|
|
|
Het tweede
huisje stond in het oude perceel 408 (zie kaartje bovenaan deze pagina)
vlakbij de huidige Leide (sloot) wat toendertijd een weggetje zal zijn
geweest. Dit weggetje liep richting erve Broekman. Op de foto is de sloot
zijn in de andere richting waarbij in de achtergrond de boerderij aan
de Broekstraat is te zien welke lange tijd werd bewoond door de familie
Plekkenpol, hier gaan we straks nog even langs. Het huisje had het kadastrale
nummer 1338. |
|
Het
huisje werd voor het eerst bewoond in februari 1866 door dagloner
Jan Brummelman, zijn vrouw Hendrika Nengerman en hun oudste drie
kinderen. Jan is dus ook afkomstig van het erve Broekman en zijn
zus Harmina zou op 17 juni 1870 in het huisje achter Strookappe
gaan wonen, zij waren vanaf toen dus de buren achter in het broek
en woonden beiden vlakbij het weggetje dat vast met enige opzet
richting Broekman liep. Jan was toen weduwnaar, want Hendrika was
op 5 april overleden.
Op 7 juli 1870 hertrouwt Jan met Hendrike Schotman, nicht van Hendrik
Schotman die later op de Scholte woonde. Haar vader Jan Schotman
woonde op katerstede de Prins nabij erve Broekman. Voor 1 maart
1872 vertrekken Jan en Hendrike en gaan elders in Harfsen wonen.
Daar zou Hendrike op 18 mei 1885 overlijden en Jan hertrouwt dan
opnieuw op 23 oktober 1886 met Hendrika Leunk die weduwe was van
Berend Lensink, kleinzoon van Berend Lensink die op het Emsbroek
woonde. Hendrika is de dochter van Gerrit Jan Leunk en Egberdina
Heulkes die de Kleine Boter bouwden! |
|
|
|
|
Op
1 maart 1872 komen de volgende hoofdbewoners in het huisje wonen.
Het zijn Jan Willem Olden (van katerstede Pekkeriet) en Gerritjen
Schepers die net drie weken daarvoor waren getrouwd. Op 26 oktober
wordt dan zoon Hendrik geboren en later volgen de kinderen Aaltje,
Sientje en Cornelis. Jan Willem was kleermaker van beroep en had
al de grond dat bij het huisje hoorde niet nodig. Hij verkoopt daarom
op 2 november 1881 veel grond. Ruim een hectare heidegrond (gedeelte
van perceel 1333) wordt gekocht door Jan Strookappe. Ook Jan Nijkamp
van Dijkman koopt ruim een hectare heidegrond.
Jan Willem moest natuurlijk nog wel een uitweg houden naar de huidige
Emsbroekweg en de beide Jannemannen verlenen daarom het recht van
uitweg langs de noordzijde van de door hun gekochte percelen, zie
de gele lijn op het kaartje hiernaast. Dit zijn de aangegeven nummers:
127 = Dijkman, 129 = Strookappe, 130 = De Kleine Boter en 130a en
131 zijn Strookappe Achterkamp waarbij 131 die van Jan Willem Olden
is. |
|
|
Na
de verkoop behoudt Jan Willem nog het huis en erf met bouwland en heide
(percelen 1408 en 1409) met een totaal oppervlak van 62,5 aren. Na het
overlijden van Jan Willem op 10 augustus 1890 hertrouwt Gerritjen met
Marten Nikkels op 22 augustus 1891 en gaat bij hem in Gorssel wonen. Het
huisje en bijbehorende gronden worden dan op 6 juni 1893 geveiId in tegenwoordigheid
van Gerrit Jan Olden, toeziend voogd van de minderjarige kinderen van
Jan Willem Olden en Gerritje Schepers. Gerrit Jan is getrouwd met Aaltjen
Palsenberg en zij is een nichtje van Gerrit Jan Leunk die op de Kleine
Boter woonde. Hoogste bieder is Jan Strookappe van de Nieuwe Braakhekke
met een bod van 260 gulden. Jan laat het boerderijtje afbreken en gebruikt
de grond als bouwland. Deze grensde dus praktisch aan de grond van (in
die tijd) Hendrik Jan Strookappe die toen perceelnummers 1404 en 1405
hadden gekregen. Jaren later, op 21 november 1905, zou Hendrik Jan Strookappe
aan Jan Strookappe de erfdienstbaarheid van weg verlenen en hiervoor 25
gulden ontvangen. De weg was geschikt voor een wagenspoor van 4 meter
breed. |
|
Voordat het
huisje is afgebroken, hebben er ook nog andere mensen gewoond. Het zijn
Gerrit Jan Lensink en Hendrika Nijkamp, dochter van Berend Harmen Nijkamp
en Elsken Reesink van Dijkman. Zij hebben tot januari 1894 in het huisje
gewoond waarna het is afgebroken. Opvallend gegeven is dat Gerrit Jan
en Hendrika op 7 juli 1870 in Gorssel zijn getrouwd, dezelfde dag dat
Jan Brummelman trouwde met Hendrike Schotman. |
|
1866-1870 |
Jan Brummelman en Hendrika
Nengerman |
Eerste bewoners |
1870-1872 |
Jan Brummelman en Hendrike Schotman |
Hendrike is de tweede echtgenote van
Jan |
1872-1891 |
Jan Willem Olden en Gerritjen Schepers |
Geen familie van vorige bewoners |
1892-1893 |
Gerrit Jan Lensink en Hendrika Nijkamp |
Geen familie van vorige bewoners |
|
|
|
Net als Jan
Strookappe stak Gerrit Jan Leunk de weg over en stichtte in 1864 een boerderijtje
in het broekland. Gerrit Jan heeft lange tijd bij zijn broer Albert in
de Botter gewoond en noemde daarom zijn eigen boerderijtje de Kleine
Boter. Gerrit Jan Leunk is de zoon van Willem Leunk en
Gerritjen Klein Ilsink en zal op het gelijknamige erve Klein Ilsink op
20 januari 1794 zijn geboren. Als hij in 1864 het boerderijtje sticht
was hij dus al 70 jaren oud. Hij trouwde op 7 november 1818 met Egberdina
Heulkes en woonde toen (nog) op Klein Ilsink. Na 1828 zal hij op de Botter
zijn komen wonen omdat in dat jaar zijn broer Albert er introuwde. Hier
woont hij een lange tijd want pas tussen 1851 en 1856 (stel 1853) wordt
hij de buurman van Nijkamp en Strookappe. De grond waarop de Kleine Boter
is gebouwd is hetzelfde perceel als waarop Erve Strookappe is gebouwd,
een weiland van ruim drie hectare met perceelnummer 406. Eigenaar van
het weiland is Gerrit Jan Spikvoort en laat dan nou een "neefje"
van Gerrit Jan zijn. Drie hectare grond is voor Gerrit Jan natuurlijk
veel te veel en vandaar dat Jan Strookappe kans ziet om ook een stuk grond
te kopen en daar zijn boerderijtje te bouwen. |
|
Egberdina
Heulkes heeft niet lang om misschien wel helemaal niet in het boerderijtje
gewoond, want zij is op 13 december 1864 overleden en het huisnummer
was toen nog 100b welke oorspronkelijk het huisnummer van het huisje
op het erf van Dijkman was welke zelf nummer 100 had. Het kan natuurlijk
dat de Kleine Boter dit nummer even heeft gehouden en daarna met
hernummering het nummer 130 kreeg. Het overlijden van Egberdina
werd aangegeven door Jan Strookappe die per ongeluk zijn naam met
één p (maar wel dubbel o) schreef. Na deze schrijffout
had Jan het wel bekeken met schrijven en meldde hij bij de volgende
aangiften het schrijven niet geleerd te hebben!
Gerrit Jan Leunk woonde daarna alleen met zijn dochter Willemina.
Zij trouwde op 27 april 1871 met Derk Willem Geertman die dan ook
op de Kleine Boter komt wonen. Kinderen komen er niet. |
|
|
|
Op 25 augustus
1873 overlijdt Gerrit Jan op 79-jarige leeftijd. Aangifte wordt gedaan
door Jan Hendrik Greutink die achter het erve Strookappe woonde. Het huisnummer
van zijn woning was 130a en lijkt dus een band met de Kleine Boter te
hebben. Toch behandelen wij het verhaal over deze woning apart omdat de
grond van deze woning geen eigendom van Gerrit Jan Leunk was en er dus
geen verband zou mogen zijn. Daarbij kende Jan Hendrik Gerrit Jan niet
zo goed want bij de aangifte wordt geschreven dat Gerrit Jan getrouwd
zou zijn met Hendrika Elisabeth Peuse en dat was toch echt een andere
Gerrit Jan Leunk die toen nog in leven was! |
|
Op 1 juni
1875 komt dan Derk Willem Geertman te overlijden en is Willemina Leunk
alleen volgens het bevolkingsregister. Maar gelukkig is dat niet echt
zo want sinds 23 mei 1871 wonen er ook andere mensen op de Kleine Boter.
Zij hebben het huisnummer 130b en deze zou logischerwijs verder weg liggen
dan 130a welke achter de Strookappe lag, zij het niet dat 130a al in 1870
is ontstaan en 130b in 1871, de nummering vond dus niet tegelijk plaats.
Het geeft wel aan dat de bewoners van 130b een aparte ingang hadden, dit
in tegenstelling tot de medebewoners van erve Strookappe die de voordeur
met de familie Strookappe deelden en het huisnummer 129-2 hadden, dat
is het verschil tussen een cijfer en letter als toevoeging op het huisnummer.
Maar afijn, wie waren deze medebewoners van de Kleine Boter? Het is weer
een bekende naam: Nijkamp, Albert Nijkamp, zoon van Berend Harmen Nijkamp
van Dijkman. Hij was eerder getrouwd met Hendrika Bronzewijker (zus van
Henders Bronzewijker waarmee broer Tone Nijkamp was getrouwd) maar zij
was in 1870 overleden en Albert hertrouwde op 12 mei 1871 met Jenneken
Roeterdink en ging kort daarna dus met haar op de Kleine Boter wonen. |
|
|
Op
27 april 1876 komt er nog een Nijkamp op de Kleine Boter wonen want
dan hertrouwt Willemina Leunk met Zwier Nijkamp die dit keer geen
familie van Nijkamp van Dijkman is. Zwier is weduwnaar van Willemken
Wesselink en zij was een nicht van Hendrik Maatman die inwoonde
op Strookappe en dit kan de komst van Zwier Nijkamp naar Emsbroek
wel verklaren. Zwier woonde overigens tot 1872 op de Nachtegaal
in Harfsen. Na zijn vertrek vestigden de ouders van Hendrika Muil
(echtgenote van Hendrik Jan Strokappe) zich op deze boerderij.
In 1877 vertrekt Albert Nijkamp naar Laren en wordt zijn plek ingenomen
door zijn broer Tone Nijkamp (van Dijkman en Dollekamp) en Aaltjen
Klein Nulent (van Plakhutte en Strookappe) die na het verliezen
van hun beide partners in 1874 met elkaar trouwden. Er komen geen
kinderen mee want de kinderen van Aaltjen zijn allemaal elders ondergebracht
(waarvan dochter Anna bij de buren van Strookappe) en de kinderen
van Tone zijn allemaal jong overleden. Wel komt Gerrit Willem Klein
Nulent mee die als zwager en later als neef wordt geregistreerd.
In werkelijkheid is hij het eerste (onechte) kind van Aaltjen! Gerrit
Willem woonde later op de Scholte en heeft eerder ook nog als dienstknecht
op het Emsbroek gewerkt. Aaltjen overlijdt op 18 juni 1888 en het
jaar erop komt Gerrit Willem met zijn vrouw Willemina Udink en zijn
zoons Albert Jan en Gerrit bij Tone Nijkamp inwonen. |
|
|
Op 9 april
1891 verhuist Tone naar Eibergen en Gerrit Willem vertrekt later in 1891
van de Kleine Boter. In januari van 1892 komen dan Albert Jan Holmer en
Clasina Bolink, maar zij blijven maar voor een jaar. Hun oudste dochter
Maria trouwde later met Zwier Zweers die weer later op het naburige Eiergoor
zou komen wonen. |
|
Laatste medebewoners van Gerrit
Plekkenpol en Gerritdina Beltman die op 10 februari 1893 van Laren komen.
Zij zouden hier zeven jaren blijven wonen en dan naar een eigen boerderijtje
verhuizen welke even verderop werd gebouwd. Deze boerderij heeft geen naam
maar noemen wij voor het gemak Plekkenpol, hierover straks meer. De foto
is hierboven is een luchtfoto van de Kleine Boter. De voorzijde van deze
boerderij is gericht naar de Broekstraat, de achterzijde naar de boerderij
van Strookappe. |
|
Terug naar
de hoofdbewoners Zwier en Willemina die alle wisselingen van de medebewoners
meemaakten en met hun tweeën nog op de Kleine Boter woonden. Hieraan
komt een einde als Zwier Nijkamp op 12 juni 1896 komt te overlijden. Omdat
er geen kinderen zijn besluit Willemina dan de Kleine Boter te verkopen
en doet dat middels een veiling welke werd gehouden op 10 juli 1896. Geveild
worden het huis met erf en ruim één hectare bouwland en
heide. Hoogste bieder en dus koper is daghuurder Jan Maatman uit Eefde
die voor 600 gulden de Kleine Boter koopt. Jan Maatman is de broer van
Hendrik Maatman die jaren daarvoor bij Strookappe woonde. Hij is dus de
zwager van Aaltjen Klein Nulent die tot 1888 op de Kleine Boter woonde.
Hij is getrouwd met Dina Hendrika Goorman en zij hebben twee kinderen:
dochter Gerritjen en zoon Jan. Gerritjen trouwt op 3 mei 1902 met Albert
Nengerman en wonen dan tot 30 oktober 1902 in op de Kleine Boter, daarna
gaan ze in Laren wonen. Het is zoon Jan Maatman die de nieuwe hoofdbewoner
van de Kleine Boter wordt nadat moeder Dina Hendrika op 1 augustus 1915
is overleden en vader Jan op 31 januari 1916 is vertrokken naar Bathmen.
Jan junior was op 30 maart 1912 getrouwd met Berendina Bleeker en zij
kregen zeven kinderen. Nadat Berendina op 10 mei 1924 (kort na de geboorte
van het jongste kind) is overleden hertrouwt Jan in 1925 met Fenneken
Nijemeisland en krijgt met haar nog twee kinderen. Opvallend is dat het
tweede kind in 1929 te Warnsveld is geboren bij de ouders van Fenneken
waar zij vanaf 9 oktober 1926 is gaan wonen. Dat het met dit huwelijk
niet goed zat, blijkt wel als Jan op 5 december 1931 hertrouwt met Grada
Heuvelman die op haar beurt in 1933 vertrekt naar Voorst ... |
|
1853-1873 |
Gerrit Jan Leunk en Egberdina
Heulkes |
Eerste hoofdbewoners |
1871-1875 |
Derk Willem Geertman en Willemina Leunk |
Willemina is de dochter van Gerrit Jan
en Egberdina |
1876-1896 |
Zwier Nijkamp en Willemina Leunk |
Zwier is de tweede echtgenoot van Willemina |
1896-1916 |
Jan Maatman en Dina Hendrika Goorman |
Geen familie van vorige bewoners, wel
van een vroegere medebewoonster |
1912-1924 |
Jan Maatman en Berendina Bleeker |
Jan is de zoon van Jan en Dina Hendrika |
1925-1926 |
Jan Maatman en Fenneken Nijemeisland |
Fenneken is de tweede echtgenote van
Jan |
1931-1970 |
Jan Maatman en Grada Heuvelman |
Grada is de derde echtgenote van Jan |
|
|
|
En dit zijn de medebewoners
van de Kleine Boter: |
|
|
|
1871-1877 |
Albert Nijkamp en Jenneken Roeterdink |
Eerste medebewoners |
1877-1891 |
Tone Nijkamp en Aaltjen Klein Nulent |
Tone is de broer van Albert |
1889-1891 |
Gerrit Willem Klein Nulent en Willemina
Udink |
Gerrit Willem is de zoon van Aaltjen,
woonde op de Scholte |
1892-1893 |
Albert Jan Holmer en Clasina Bolink |
Geen familie van vorige bewoners |
1893-1900 |
Gerrit Plekkenpol en Gerritdina Beltman |
Geen familie van vorige bewoners |
|
|
Het huisnummer
van de medebewoners, welke zoals alle huisnummers wel in de tijd steeds
wijzigde, resulteerde uiteindelijk in het huisnummer van een nieuw boerderijtje
aan de Broekstraat en daar gaan we nu naartoe! |
|
|
Het
huisnummer van de medebewoners van de Kleine Boter wijzigde in de jaren
van 130b naar 189 en naar H88 in 1900. In dat jaar wordt het boerderijtje
gebouwd alwaar Gerrit Plekkenpol en Gerritdina Beltman zijn gaan wonen
en waaraan nog vele jaren daarna de familienaam Plekkenpol verbonden zou
blijven waardoor wij het boerderijtje voor het gemak Plekkenpol
noemen, er is geen boerderijnaam bekend. Zoals eerder vermeld kwam de
familie Plekkenpol op 10 februari 1893 van Laren naar Harfsen en uit het
verhaal van de Kleine Boter blijkt dat ze op dit erve zullen hebben gehuurd.
Vreemd is het dan als blijkt dat Gerrit reeds op 22 juni 1893 een schuldbekentenis
doet aan zijn broer Albert Jan voor 600 gulden met als onderpand een daghuurdersplaatsje
gelegen in Harfsen bestaande uit een huis, bouwland en heidegrond met
een grootte van ruim drie hectaren en kadastraal bekend met perceelnummers
1230 en 1231. Opvallend is het ook dat de Kleine Boter voor 600 gulden
verkocht is, maar dat kan toeval zijn. De Kleine Boter stond kadastraal
bekend als 1136 en 1137 en had een kleinere oppervlakte en we praten dus
niet over hetzelfde. Het vermoeden rijst dan dat de familie Plekkenpol,
en misschien ook al wel de bewoners ervoor, op een andere plek gewoond
hebben, dit zal wel in de buurt van de Kleine Boter geweest zijn. Achter
de Strookappe Achterkamp huisjes heeft nog wel iets gestaan met perceelnummer
1184, maar dit is omstreeks 1879 afgebroken en het is waarschijnlijk een
schuurtje geweest, deze stond wel vlakbij de huidige Plekkenpol boerderij.
Het staat vast dat de huidige boerderij in 1900 is gebouwd en dat de boerderij
op de huidige plek op kaarten voor 1900 niet te zien is en dat op deze
kaarten ook geen andere onbekende bebouwing te herkennen is. Voor 1900
bestaat dus nog wat onduidelijkheid, vooralsnog gaan we ervan uit dat
de familie Plekkenpol in een ander huisje op het erf van de Kleine Boter
gewoond moet hebben. |
|
|
Gerrit
en Gerritdina hadden zes kinderen waarvan alleen de jongste in
Harfsen is geboren. Dat is dochter Gerritje die op 12 april 1895
is geboren. Op 26 juli 1900 wordt er ook nog een kindje dood geboren
waarvan Jan Maatman van de Kleine Boter aangifte doet samen met
Jan Kreunen van het Hulshof. Plekkenpol is precies tussen deze
twee erven gelegen.
Op 2 maart 1907 trouwt oudste zoon Herman met Jantjen Vreeman
en zij komen dan op Plekkenpol wonen, maar verhuizen naar het
erve Schurfthaar en bouwen later hun eigen huisje nabij de Scholte
aan de huidige Braakhekkeweg. Het is de op één na
oudste zoon Derk die op de boerderij blijft wonen, hij trouwde
op 13 november 1909 met Janna Hartelman. Hij is dan net als zijn
vader landbouwer van beroep. Het echtpaar krijgt vier kinderen,
vier kleinkinderen van Gerrit en Gerritdina die dan ook nog op
de boerderij wonen. Er is nog een vijfde kleindochter die op de
boerderij woonde, zij is de dochter van Gerritje. Haar naam is
Gerritdina Dijkman en zij woonde bij haar grootouders omdat haar
vader en moeder binnen twee dagen na elkaar in november 1918 zijn
overleden. |
|
|
Gerritdina
Beltman is overleden op 5 februari 1938 en Gerrit Plekkenpol overleed
op 9 februari 1941. Uiteindelijk woonde hun kleinzoon Gerrit, zoon van
Derk en Janna, op de boerderij. Hij was ongehuwd en had een houten been.
Na zijn overlijden is de boerderij verkocht en heeft de koper de boerderij
verhuurd aan Antonia Strookappe, kleindochter van Hendrik Jan Strookappe
en Heintje Stoelhorst. Later is de boerderij verkocht aan de huidige bewoners. |
|
1900-1941 |
Gerrit Plekkenpol en Gerritdina
Beltman |
Eerste hoofdbewoners |
1909-....... |
Derk Plekkenpol en Janna Hartelman |
Derk is de zoon van Gerrit en Gerritdina |
1913-....... |
Gerrit Plekkenpol |
Gerrit is de zoon van Derk en Janna |
|
|
|
|
Op
2 maart 1907 trouwt oudste zoon Herman met Jantjen Vreeman en zij gaan
eerst op Plekkenpol wonen, maar verhuizen daarna naar het erve Schurfthaar
en worden daar de opvolgers van Hermannus Horsman en Gerritdina Tonia
Wissink die op Broekman woonden. Later bouwen Herman en Jantjen een huis
nabij de Scholte aan de huidige Braakhekkeweg. Oudste zoon Gerrit Plekkenpol
trouwde met Derkje Slagman en bleef in dit huis wonen. Andere zoon Jan
zou in een nieuw huis ernaast gaan wonen. |
|
|
|
Op
14 juli 1910 koopt Jan Strokappe, zoon van Hendrik Jan Strokappe
van Erve Strookappe, een stuk weiland van Jan Velderman met de bedoeling
erop te bouwen. Hier komt het niet van, want Jan overlijdt op 6
juli 1911. De boerderij die Jan voor ogen had kwam er uiteindelijk
wel en werd vernoemd naar het nabijgelegen stuk heide genaamd Eiergoor
. Het huis is in 1917 gebouwd en wordt
vanaf december 1917 bewoond door Zwier Zweers en Johanna Dijkerman.
Zwier is de kleinzoon van Zweer Zweers die op de Scholte woonde
en Johanna woonde eerder op Dollekamp en de Nieuwe Braakhekke. Ze
waren getrouwd in 1915 en hadden beiden kinderen uit eerdere huwelijken
en kregen samen ook nog vier kinderen. De familie woont er tot 22
april 1921 en vertrekt dan naar Lochem. In 1923 komen ze weer terug
naar Harfsen en gaan dan in het dorp wonen. Hier is Johanna op 4
februari 1925 overleden en Zwier zou daarna hertrouwen met Harmina
Hendrika ten Holt, beste vriendin van Heintje Strookappe-Stoelhorst.
De familie Strookappe en Zweers waren daardoor goede bekenden en
hierover valt van alles te lezen op de Hendrik
Jan pagina. |
|
|
|
|
|
Nieuwe
bewoners in 1921 zijn Gerrit Jan Dijkerman, verre familie van Johanna,
en Wilhelmina Johanna Blikman die op 3 juni 1921 waren getrouwd.
Er worden uit dit huwelijk drie zonen geboren. Na een ongelukkige
val van de hooiwagen overlijdt Gerrit Jan Dijkerman op 14 juli 1927
in het ziekenhuis van Zutphen.
Wilhelmina hertrouwt op 8 juni 1928 met Nicolaas Barink en uit dit
huwelijk wordt nog een dochter geboren. Op de foto hiernaast zien
wij het echtpaar toen zij 12,5 jaar waren getrouwd. Ook Nicolaas
overlijdt in Zutphen en wel op 17 februari 1942. Wilhelmina is dan
opnieuw weduwe en blijft op Eiergoor wonen met de oudste 20-jarige
zoon Gerrit Willem die werd weggehaald bij de boer waar hij werkte
en dat nu thuis "moest" doen. Hij trouwt in 1949 met Hendrika
Hermanna Stegeman en zij hebben er gewoond tot eind 1989, uit hun
huwelijk zijn drie kinderen geboren. In 1972 is het huis nog grondig
verbouwd. |
|
|
|
1917-1921 |
Zwier Zweers en Johanna
Dijkerman |
Eerste hoofdbewoners |
1921-1927 |
Gerrit Jan Dijkerman en Wilhelmina Johanna
Blikman |
Gerrit Jan is verre familie van Johanna |
1928-1973 |
Nicolaas Barink en Wilhelmina Johanna
Blikman |
Nicolaas is de tweede man van Wilhelmina |
1949-1989 |
Gerrit Willem Dijkerman en Hendrika
Hermanna Stegeman |
Gerrit Willem is de zoon van Gerrit
Jan en Wilhelmina Johanna |
|
|
|
Is het vaak
zo dat een boerderijnaam overgaat in een familienaam, bij het erve Hulshof
is dat precies omgekeerd ook al is die familienaam weer ontstaan uit een
boerderijnaam. Deze boerderij staat in Almen en daar zal Albert Hulshof
zijn geboren. Hij trouwt op 20 juli 1838 met Everdina Nijland, dochter
van Willem Nijland en Aaltjen Wunderink die op katerstede de Prins in
Harfsen woonden. Hier gaan Albert en Everdina na hun huwelijk wonen, maar
voor 1841 vertrekken ze naar Laren en daarna wonen zij ook nog op katerstede
De Stege in Kring van Dorth alwaar op 28 augustus 1849 jongste dochter
Johanna Hendrika nog is geboren. Wanneer precies de familie weer naar
Harfsen verhuisde is niet duidelijk, maar waarschijnlijk is dat tussen
1859 en 1861 geweest. |
|
|
Volgens
het bevolkingsregister van 1861 wonen op het erve Hulshof alleen
Albert, Everdina en hun dochter Johanna Hendrika. Het boerderijtje
zal niet groot zijn geweest, Albert was dan ook dagloner van beroep.
Op 15 mei 1868 trouwt andere dochter Willemina Johanna met Hendrik
Jan Spenkelink en zij komen dan ook op Hulshof wonen. Hendrik Jan
is de broer van Fenneken Spenkelink die toen op het erve Emsbroek
woonde. Na het overlijden van Everdina en Albert in resp. 1877 en
1878 worden zij de nieuwe hoofdbewoners. Het overlijden van Albert
wordt aangegeven door Manes Nijendijk, landbouwer op De Koele. Dit
is de boerderij die het meest nabij is gelegen aan Hulshof, zie
ook de foto hiernaast.
Hendrik Jan Spenkelink en Willemina Johanna Hulshof hadden één
dochter genaamd Johanna Alberdina. Na haar huwelijk in 1890 met
Fredrik Arend Carel van Coevorden vertrekt zij, maar ook haar ouders,
naar Diepenheim en komen er nieuwe bewoners naar het erve Hulshof
ook al werd de boerderij nog niet verkocht. |
|
|
|
De nieuwe
bewoners zijn Jan Kreunen en Lamberdina Snitseler die op 30 mei 1890 waren
getrouwd en in februari 1891 op Hulshof komen wonen. Jan wordt er de eerste
landbouwer. Op 11 mei 1892 verkoopt Hendrik Jan Spenkelink het boerenerve
"Het Hulshof" in "De Harfscherbroek" maar niet aan
Jan Kreunen. Koper is Jan Lammertink die er 888 gulden voor betaalt. Het
erve heeft een grootte van ruim drie hectare. Jan Lammertink is landbouwer
te Ampsen (Laren) en blijft daar tot december 1900 en komt dan pas op
Hulshof wonen, tot die tijd bleef Jan Kreunen er wonen. Jan Lammertink
trouwde ook pas op 16 maart 1900 en dat verklaart dat hij pas daarna op
Hulshof gaat wonen. Echtgenote is Grada Beltman. Er worden drie kinderen
geboren: Jan Frederik, Hendrika en Gerrit Jan. Oudste zoon Jan Frederik
was de beoogde opvolger en trouwde op 9 september 1927 met Alberta Johanna
Lammertink, een achternicht. Zij verhuisden echter in 1933 naar Klein
Dochteren. Na het overlijden van vader Jan Lammertink op 23 december 1938
was het jongste zoon Gerrit Jan die op Hulshof bleef wonen. |
|
1848-1878 |
Albert Hulshof en Everdina
Nijland |
Eerste hoofdbewoners |
1868-1890 |
Hendrik Jan Spenkelink en Willemina
Johanna Hulshof |
Willemina is de dochter van Albert en
Everdina |
1891-1900 |
Jan Kreunen en Lamberdina Snitseler
|
Geen familie van vorige bewoners |
1900-1938 |
Jan Lammertink en Grada Beltman |
Geen familie van vorige bewoners |
|
|
|
Tussen 1921 en 1929 wordt er een
boerderijtje naast het erve Hulshof gebouwd. Op de foto staat
deze links, rechts is het erve Hulshof.
Eerste bewoners van het boerderijtje zijn Hendrik Ribbink, zijn
vrouw Diena Braakhekke (waarvan de voorouders op het Emsbroek
woonden) en kleinzoon Hendrik en zij waren afkomstig van de Keete
waar zoon Albert Ribbink hoofdbewoner bleef.
Na het overlijden van Diena op 2
november 1934 vertrekt Hendrik op 7 augustus 1937 naar Laren en
wordt zijn plaats ingenomen door Hermanus Holmer, Johanna Vreeman
en hun zoon Zwier Johan Holmer.
|
|
|
|
|
De
oude boerderij
En nu op bezoek bij
de familie Strookappe! Het schilderijtje op de homepage geeft al
een goed beeld van de situatie namelijk van de boerderij en het
naastgelegen bakhuis. De voorzijde van het huis stond richting Harfsen
en de Emsbroekweg liep er dus rechts langs heen.Er stond ook nog
een schuur achter het bakhuis en deze is ook te zien op bijgaande
foto welke ongeveer de enige duidelijke foto van de boerderij is.
De boerderij was niet zo groot, uiteindelijk 8,4 x 12,8 meter. Toch
woonden er erg veel mensen, in 1936 stonden er maar liefst 16 mensen
geregistreerd op dit adres! Die woonden toen op dat moment misschien
niet allemaal meer daar, velen gingen uit werken bij andere boerderijen
en verbleven dan ook daar, maar het was er wel een drukke bedoening
en achteraf haast niet te bevatten hoe zoveel mensen daar bij elkaar
konden leven. Een overzicht
van het aantal mensen die er in de perioden van 1865 tot
1941 woonden kun je zien verderop deze pagina waar alle Harfsense
Strookappes die vanaf 1835 aan de Schepersweg en Emsbroekweg geleefd
hebben, worden genoemd. |
|
|
|
De boerderij wordt
beschreven door de bekende schrijver H.W. Heuvel in het feuilleton
"Het Emsbroek" welke in 1932 in de Lochemsche Courant
werd gepubliceerd maar het verhaal zal van omstreeks 1881 zijn.
Hendrik Willem Heuvel schrijft "Daar zie ik een huisje
met witte leemwanden en laag neerhangend stroodak. In het hofje
met immergroene wakelheg bloeien zonnebloemen en dahlia’s.
Op het kampje achter de woning is een vrouwtje aan ’t aardappelrooien
en een geitje staat dicht bij haar aan ’t tuur. Een koebeest
– haar eenige – graast in het schrale weidje. De Strookappe
heet het hier zoo terecht. ’t Ligt als een oase in de woestenij:
aan de eene zij het lage broek, aan de andere de hooge hei".
De witte leemwanden zijn wat twijfelachtig, het lijkt aannemelijk
dat de boerderij in steen is gebouwd als op de foto is te zien.
Echter heeft er voor 1890 al een verbouwing aan de boerderij plaatsgevonden
(zoals eerder op de pagina is vermeld) en het kan best mogelijk
zijn dat het boerderijtje toen niet alleen maar is vergroot maar
dat er meer veranderd is. Het genoemde vrouwtje zal waarschijnlijk
Fenneken Achterkamp zijn geweest, heel bijzonder dat zij is beschreven!
Fenneken was toen 67 jaar oud. Haar schoondochter Hendrika Muil
was toen ongeveer 22 jaar oud en de benaming "vrouwtje"
lijkt voor de toen nog jonge Hendrika minder toepasselijk. |
|
Eerder op deze
pagina stond een andere foto van de voorzijde van de boerderij waarop
het raampje van de kelder onder de opkamer was te zien en het deksel
van de regenput welke voor het huis was gemaakt. Hieronder de indeling
van de boerderij. Door de voordeur (of eigenlijk meestal via de
deur aan de kant van het bakhuis via de waskamer) kwam je binnen
in de kamer met keuken waar het altijd druk en een gezellige bedoening
was, het hart van de zoete inval dus. |
|
|
|
|
Op
de tafel stond de grootste koffiekan die er bestond en die was nooit
leeg. De stoelen stonden tegen de muur en werden steeds naar de
tafel geschoven waardoor de voorpoten afsleten. Na verloop van tijd
stonden de stoelen dan ook scheef naar voren en gleed je steeds
wat naar voren. In de woonkeuken stond ook een groot kabinet. De
vloer bestond uit rode en blauwe tegels en het fornuis stond in
een mooie grote schouw. Het eten kwam van het fornuis op tafel en
dan was het er vlug bij zijn, want met zo'n grote familie was de
pan natuurlijk snel leeg. Op een dag kwam er bezoek terwijl de familie
net gegeten had. Het laken werd vlug aan de vier punten gegrepen
en werd met alle borden en pannen in de kast gegooid. Opgeruimd
staat netjes!
Aan de woonkamer grensden slaapkamers waar opa, oma, pa, ma en oom
Albert sliepen en er waren ook bedsteden waarin elk drie (en soms
wel vier) kinderen sliepen. Er liep een gangetje naar de deel waar
het paard, de koeien en de pasgeboren kalveren stonden. Naast de
boerderij stond het bakhuis waar in de zomer gekookt en gewoond
werd.
Er was geen stromend water, deze kwam van de pomp die buiten stond.
Buiten was in de top van een lange paal ook een windmolentje die
zorgde voor electriciteit in het boerderijtje waar de petroleumlamp
ook dienst deed. In de kachel ging hout en soms ook kolen.
|
|
Op
de foto's hiernaast zijn ook nog gedeelten van de boerderij
te zien. Op de linkerfoto staat Johan in zijn hulp-politie
uniform en rechts van hem zien wij het huis en links het bakhuis.
Op de rechterfoto staan Derkje Nijkamp en Hanna Strookappe
met daarachter opnieuw het bakhuis en links daarvan is het
dak van de schuur nog te zien. Alle personen staan in de tuin
voor de boerderij.
Ook al had de boerderij een kap van stro en hadden boerderijen
veelal een naam, kreeg deze boerderij niet de naam Strookappe
en al zelfs helemaal geen naam. Dat is best jammer, want de
naam (de) Strookappe werd wel vaker gebruikt voor boerderijen
o.a. in Holten, Dijkerhoek en Loo. De naam Strookappe zou
zo een dubbele toepasselijke betekenis gehad kunnen hebben
en had zeker niet misstaan. Erve Strookappe is maar een eigen
verzinsel en is afgeleid van Erve Strokappe van de Beuseberg
uit Holten en met opzet met dubbel O geschreven aangezien
de naam van de Harfsense tak uiteindelijk met dubbel O geschreven
zou worden. |
|
|
|
|
Beide
boerderijen waren overigens geen erven, maar katersteden. Een erve
was namelijk een boerderij waarvan de bewoner vanaf zeer vroege
tijden stemrecht had in de markevergaderingen en gebruiksrecht op
de gemeenschappelijke gronden. Een katerstede was een boerderij
waarvan de bewoner bovenstaande rechten niet had. Vaak waren katersteden
nieuw gestichte, kleine boerderijtjes (keuterboertjes) welke op
de gemeenschappelijke gronden werden gebouwd. Soms illegaal, soms
met instemming van de marke. Het kwam ook voor dat katersteden later
markerechten kregen en zelfs groter werden dan de oude erven. |
|
|
|
Terug naar de Strookappe boerderij in Harfsen. Op de foto links
zien wij Jan aan tafel zitten in de woonkamer en het is de meest
duidelijke foto die er bestaat van het interieur van de oude boerderij.
Wij herkennen hierop het voorraam met gesloten vensters en rechts
daarnaast in het duister de kapstok en de voordeur. Deze voordeur
klemde vaak en het was daarom nodig om er een trap tegenaan te geven
om weer naar buiten te komen.
Op de rechterfoto zit Dika met haar dochter Heintje die twee weken
daarvoor was geboren bij Strookappe. Ook op deze foto is een stuk
van het interieur van het boerderijtje te zien.
|
|
|
In
de verkoopakte van 5 oktober 1911, toen Hendrik Jan junior de boerderij
kocht van zijn ouders, worden een aantal zaken genoemd die zich
in en om het huis en erf bevonden, namelijk: partij rogge, stroo,
haver, hooi, aardappelen en andere veldvruchten, ladders, wagens,
ploegen, eggen en verder landbouw-, melk- en deelgereedschap, het
gewas op het land alsmede meubilaire goederen als: kabinet, kasten,
tafels, stoelen, spiegels, kachels, klok, schilderijen, haardgereedschap,
bed- en linnengoed, mans en vrouwenklederen, koper, glas, tin, aardewerk
enzovoort. Dit geeft een heel aardig idee van wat de familie Strookappe
toen bezat en ze het maar mee moesten doen! |
|
|
Een
nog gedetailleerdere beschrijving vinden we in de boedelbeschrijving
t.b.v. de boedelscheiding na het overlijden van Jantje Smale
in 1917. In de kamers wordt het volgende genoteerd: twee rijwielen,
twee spanbedden, kabinet, twee kastjes, kist, latafel, klok,
spiegel, schilderijen, kleren, gouden slotoorbellen (die van
Jantje moeten zijn geweest), fornuis, kinderwagen, tafels
en stoelen, lampen, keukengerief, vlees en ... een geweer!
Verderop deze pagina volgt de beschrijving van wat er op het
deel en erf aangetroffen werd.
De foto hiernaast is gemaakt in de zomer van 1942 en naast
diverse Strookappes zien wij vele gasten, het was die dag
weer eens gezellig druk op Erve Strookappe. Eén van
de gasten is Hendrik Jan Strokappe, zoon van Jan oom. Hij
hield na het overlijden van zijn vader contact met zijn ome
Hendrik Jan en diens gezin. Deze foto is wel de enige foto
dat Hendrik Jan bij de boerderij in Harfsen te zien is. Hij
staat zesde van links, achter zijn neefje Hein. De foto is
gemaakt door Joop Swaak. |
|
|
Op
de foto hiernaast zit de familie op het bankje voor het raam
aan de voorzijde van de boerderij. In de zomerdag werd hier
ook vaak gegeten. Het is moeilijk te zien, maar op Frits zijn
linkerschouder zit een tamme kraai, een zgn. kauw. Als Frits
terugkwam van school zat de kauw in de boom te wachten en
vloog dan op Frits zijn schouder. Broer Jan vond het niet
zo'n leuke vogel, want hij pikte nogal eens wat van zijn bord
als er buiten gegeten werd. Ook ook Albert zijn spek werd
eens van het brood gepikt. Op een dag pikte Jan het niet meer
en nam de kauw mee naar de Gorsselse heide en liet de vogel
daar los. De kauw heeft de weg terug naar Strookappe niet
meer kunnen terugvinden en heeft Frits nooit meer gezien. |
|
|
|
|
|
Aan
de hand van latere foto’s en “getuigenverklaringen”
was dit ongeveer de situatie. De rode gebouwen waren de oorspronkelijke
gebouwen. De oranje gebouwen werden in 1953 en 1954 gebouwd. Zo
werd de oude boerderij in 1953 afgebroken en ging de familie toen
in het woongedeelte van de nieuwe boerderij wonen waarvan het stalgedeelte
in 1954 klaar zou zijn. Met de stenen van de oude boerderij is in
1954 de varkensschuur gebouwd die er nu nog staat, zie foto hieronder.
Later zou die dienst doen als kalverschuur en in 1962 is er brand
geweest waarbij Hein nog gewond is geraakt. Na de brand zijn alle
zijdeuren verwijderd en dichtgemetseld. Richting Brinoord stonden
er ook nog twee kippenschuren. |
|
|
Verderop
deze pagina staat een luchtfoto van de nieuwe boerderij waarop ook
nog de schuur te zien is. Aan de hand van deze foto en het overzicht
hierboven is goed te zien waar de oude boerderij en het bakhuis
hebben gestaan. |
|
In het weiland
achter de boerderij was ook nog een kolk. Hier dronken de koeien
uit, maar werd ook in gezwommen door b.v. Eppie, Frits en hun kameraden
Jan Uenk en Herman Plekkenpol. Diep was de kolk niet en zo kon het
gebeuren dat Herman na een duik in de kolk met zijn hoofd vast in
de modder op de bodem kwam te zitten en alleen zijn voeten boven
water bengelden. Het liep gelukkig allemaal goed af!
Op de foto hiernaast zien wij Dé en Wim Strookappe spelen
met Mollie de hond en op de achtergrond zien wij oma Heintje Stoelhorst
lopen. Links achter staat de oude schuur welke naast het bakhuis
en de oude boerderij stond en later afgebroken is geworden. Naast
de schuur was een mestvaalt. Rechts de varkensschuur die er dus
nog steeds staat en waardoor momenteel nog goed te herleiden valt
waar de oude schuur links op de foto in die tijd gestaan heeft.
|
|
|
|
De foto hiernaast geeft ook
een goed beeld van het Erve Strookappe. Rechts zien we de
boerderij, daarachter het bakhuis en daar weer achter is
nog een stukje van de schuur te zien. Daarachter stond nog
een houten schuur welke ook zichtbaar is op de foto. De
waterton voor het huis is ook duidelijk zichtbaar, maar
de waterput is niet te zien.
Op de voorgrond zien we Hendrik Jan Dijkerman uit Dorth
op de tractor met daarachter de dorsmachine. Meer foto's
van het dorsen staan hieronder. Op de foto staan ook personen
naast en achter de tractor, maar ze zijn moeilijk te herkennen.
Het lijkt erop dat pa Hendrik Jan en de dochters Dika, Dine,
Hanna achter de tractor staan en dat het kleine ventje links
kleine Frits is die natuurlijk ook graag op de foto wilde.
|
|
|
Eerder
op deze pagina stond beschreven wat er anno 1917 in de kamers van
het Erve Strookappe aangetroffen werd. Dit was er op het deel en
erf: wagen, kar, ploeg, span eggen, schoppen en bijlen, zeis, zichten,
grepen, paardetuig, kafmolen, snijmolen, bascule met gewichten,
melk en deelgereedschap, fornuispot en gierpomp, haver, hooi, stroo
(natuurlijk), rogge, aardappels, brandhout en een koekenbreker.
De beesten worden verderop genoemd. |
|
|
|
Toen
Hendrik Jan jr. hoofdbewoner en landbouwer was, was er 14 ha grond
bij de boerderij waarvan merendeel weiland en ook akker waarop o.a.
aardappels, bieten, knollen, haver en rogge werd verbouwd. Deze
rogge werd nadat het in de zomer van het land was gehaald, opgeborgen
onder de drie bergen om te rijpen en werd dan in de herfst gedorst.
Dat was een heel werk en de buurt kwam dan helpen en zo hielp de
familie Strookappe ook bij de buren. De foto’s van het maaien
zijn van augustus 1942 en de foto’s van het dorsen dateren
van oktober 1943. |
|
|
Stro en Strookappes
onder de strokappe!
|
|
|
|
|
|
Het
dorsen was zwaar en smerig werk want er kwam veel stof bij kijken. Paard
en wagen waren van Strookappe zelf, maar de tractor en dorsmachine waren
van de loonwerker. Zie de fotopagina voor meer
foto's van de Strookappe famile aan het werk op het land! De stro kwam
van de haver en de rogge en werd gebruikt voor de koeien. Zij aten ervan
en lagen erop. Uiteindelijk kwam dat natuurlijk weer samen en werd het
als mest afgevoerd. Uiteraard werd de stro ook gebruikt als dakbedekking,
zeker bij de Strookappe! |
|
|
Het
veld |
|
Het veld
stond kadastraal bekend onder nummer 612 en was in 1832 nog eigendom van
Gerrit Jan Bieleman en gaat na diens overlijden over op zijn zoon Willem
Bieleman. Deze verkoopt het perceel in 1881 aan Hendrik Jan Strokappe
die hetzelfde jaar trouwde met Hendrika Muil en samen met haar plannen
had om zelfstandig te gaan boeren waarvoor hij dus grond nodig had. Omdat
vader Jan nog steeds hoofdbewoner was ging het perceel naar hem over,
maar Hendrik Jan zou deze later uiteraard weer erven. Het perceel had
een grootte van 2,93 ha en bestond geheel uit heide en moest dus nog ontgonnen
worden. Dit heeft Hendrik Jan alleen met de schop gedaan en we hebben
het dan over het gedeelte bij de boerderij de Nieuwe Braakhekke van Jan
Strookappe welke later voor akkerbouw is gebruikt zoals je op de foto's
hieronder kunt zien. Het gedeelte aan de Emsbroekweg bleef heide en hier
werden plaggen gestoken en werden later schuren en kippenhokken gebouwd. |
|
|
Anno
2008 is er niet veel meer van over van de kippenschuren, zie de
foto hiernaast en hieronder. Eén van de schuren (foto links)
werd in de oorlog ook gebruikt als woning en hier verbleven vluchtelingen
uit Enschede, de families Roos en Vinke uit Enschede. De heer Roos
overleefde de oorlog niet, hij werd getroffen door een granaatscherf. |
|
|
|
|
|
Er
werd veel gewerkt op het veld en de akkers waaronder het verbouwen van
aardappels. Op de linkerfoto hieronder zien wij Egbert, pa Hendrik Jan,
Hennie, Jan en Frederik met Mollie de hond. Hendrik Jan en Jan hebben
een zgn. stikker vast waarmee ze gaten in de grond maakten. Een stikker
had vier pinnen: één wijzer om de afstand tot de rij ernaast
gelijk te houden en drie pinnen voor de gaten waarin de aardappels konden
worden gepoot. Op de foto links was dat het werk van Egbert en op de middelste
foto zijn Jan en Johanna er druk mee bezig. Op de foto rechts zijn het
de vrouwen die de aardappels oogsten v.l.n.r. Hennie, Heintje, Dika, Hermien
Zweers en Mientje Endeman- Stoelhorst. Alle drie de foto's zijn gemaakt
in het veld richting Koerselman, achter het bos met de kippenhokken. |
|
|
|
|
In het veld is na de oorlog door de familie nog een zomerhuisje
gebouwd waar o.a. de familie Proosdij uit Harfsen nog heeft gewoond.
Dit zomerhuisje, inmiddels gerenoveerd, staat er nog steeds. De
familie Strookappe verhuurde dit huisje ook aan anderen. Zo plaatsten
zij in 1960 een advertentie waarin werd aangegeven dat het zomerhuisje
geschikt was voor 5 à 8 personen en dat er ook nog drie
kamers voor 4 à 6 personen beschikbaar zijn op de boerderij.
Dat is uiteraard de nieuwe boerderij waar ineens een zee van ruimte
voor de familie Strookappe was ontstaan waar met name Heintje
ontzettend blij mee was.
Op de foto rechts zien wij een karakteristiek beeld van Hendrik
Jan Strookappe op de fiets op weg van de boerderij naar het veld,
iets wat hij erg vaak deed om b.v. de eieren van de kippen op
te halen. Al slingerend baande hij zijn weg, maar de eieren kwamen
altijd heel over! Rechts op de foto staat de nieuwe boerderij
en daarachter het bakhuis. Links daarvan stond dus de oude boerderij.
|
|
|
|
Hieronder
foto's van boerderij spullen die bewaard zijn gebleven. De melkbus heeft
nummer 133, het nummer van de Strookappe melkbussen. Het werktuig is een
bietenschoffel waarmee het onkruid om de bieten werd weggeschoffeld. Achtergrond
van deze foto is het bouwland achter het veld welke tegenwoordig weiland
is. De middelste foto is van de huidige Emsbroek weilanden gezien vanaf
de Emsbroekweg, links van de boerderij. |
|
|
|
|
Beesten |
|
Een
boerderij zou geen boerderij zijn zonder beesten. In 1911 liep er een
paard, hoornvee, varkens en kippen. In 1917 zijn er zes melkkoeien, vijf
kalveren, één paard, twee varkens en 30 kippen. Later waren
dat nog steeds kippen, koeien (uiteindelijk 12 koeien waarvan er 8 op
deel konden staan), kalveren, varkens (in de schuur naast de boerderij
waar ook jongvee stond), schapen en natuurlijk een paard voor het zware
werk. |
|
|
Dat
was eerst Wakker en daarna was er lange tijd Nellie. Ook was er
nog later nog een bruin paard (naam onbekend, maar we noemen haar
Bruintje) en dat is mogelijk het rechter paard op de foto hiernaast
met Johan op de rug. Het linkerpaard is Nellie met Jan op de rug
en links in de achtergrond is de boerderij te zien. Er was ook nog
een paard waarvan later bleek dat die rondjes in de piste van het
circus had gelopen, recht ploegen was er met haar niet bij! |
|
En dan was er natuurlijk ook nog Mollie de hond. Leuk verhaal is
dat Frits na het knollen rapen (deze werden verbouwd op het akker
tussen Strookappe en Maatman en werden gebruikt als veevoer) zijn
jas was vergeten mee te nemen naar huis en toen heeft Mollie er
de hele nacht bij gelegen om op de jas te passen. Niet vreemd dus
dat de familie erg dol op Mollie was!
|
|
|
Kinderen
die kwamen logeren mochten de biggetjes de fles geven en een ritje op
de rug van een koe maken. En dan vooral niet luisteren naar de boerenjongs
van Strookappe die je vertelden om even het prikkeldraad vast te houden,
want dat was schrikken. Ook leuk: varkentje rijden. Die zijn wat lager
bij de grond en dus makkelijker voor kleine Frits om erop te stappen dan
een paard. Gevolg was echter wel dat het arme varken, met Frits op de
rug, krijsend over het land rende en het paard van de buren met de hooiharker
erachter het op een lopen zette. Frits krijste het zelf ooit ook uit toen
broer Eppie aan het karnen was en Frits van de boter wilde snoepen, maar
met zijn pink tussen de tandwielen van de boterkarner terecht kwam. Ach,
zo gebeurde er altijd wel wat bij Strookappe! |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Op
de foto hiernaast zien wij Hein met Wakker en daarop Joop Swaak
en Greetje Schouten. "Hein is onze veilige beschermer"
werd in het fotoboek van de familie Swaak opgetekend, het was dan
ook best wel griezelig om bovenop Wakker te gaan zitten!
Joop en Greetje logeerden in de zomer van 1942 in het verbouwde
kippenhok van de familie Strookappe in het veld. |
|
|
|
|
Joop
is de maker van het bekende Erve Strookappe schilderij! Dit is de
oorspronkelijke pasteltekening. Later maakte hij de tekening opnieuw
met meer detail en schonk deze aan de familie Strookappe. |
|
|
Joop
aan het tekenen. Hij lijkt hier bezig te zijn aan de Oude Larenseweg.
De boerderij in de verte is dan de boerderij waar later Eppie Strookappe
zou gaan wonen. |
|
Hierboven
en onder afbeeldingen van de omgeving van het veld waar Joop en
Greetje verbleven. Natuurlijk waren zij ook vaak op de boerderij.
Met Joop zijn gitaar en Greetje haar mooie stem zorgden zij voor
nog meer muzikaliteit op het erf. |
|
|
Uitzicht
over het Emsbroek met akkers waarop o.a. rogge werd verbouwd. |
|
|
|
Joop
Swaak met v.l.n.r. Dine en Hanna Strookappe en Toos Noordkamp. |
|
|
Greetje
Schouten aan het rogge binden met Dine Strookappe. |
|
|
Als
er een varken of zo geslacht moest worden, kwam Hermanus Aalpol
uit Eefde die een eigen boerderij had maar ook werkzaam was als huisslachter
en tuinman. Hij verbaasde zich altijd weer over al dat kindervolk wat
er rondliep op Erve Strookappe. "Ze komen overal vandaan, zelfs nog
uit de kolenbak!" zo vertelde hij thuis, hij vond dat prachtig. |
|
|
Bewoners |
|
Zoals
ook op de Holten pagina gedaan met de bewoners
van de Holtense Strookappe boerderij, vind je ook hier een overzicht van
de Harfsense bewoners (waarvan de hoofdbewoners in vette letters) van
het oude boerderijtje als ook de andere Harfsense locaties waar de familie
ervoor woonde. De eerste drie personen van het overzicht staan ook in
het overzicht op de Holten pagina. Ook noemen
wij natuurlijk de Strookappes die voor het bestaan van dit boerderijtje
in Harfsen hebben gewoond en daarmee komen we dan op 35 personen in totaal.
Een zelfde overzicht kun je vinden onder een link op de Stroøkappe
pagina waarmee de verschillende schrijfwijzes van de Strookappe naam staan
opgesomt. Op de vijf afbeeldingen hieronder zijn de zes bladen van het
bevolkingsregister van 1861 tot 1910 te zien van de bewoners van Erve
Strookappe. Dat zijn dus de bewoners van de oude boerderij m.u.v. de jaren
1861 tot 1864 toen de familie nog op de Kleine Strookappe woonden. |
|
|
|
|
intrede |
naam |
uittrede |
|
|
|
|
|
|
afkomstig van de
Strokappe uit Holten, stichting |
1835 |
Jan
Strokappe |
1887 |
overleden |
afkomstig van de
Strokappe uit Holten, stichting |
1835 |
Fenneken
Achterkamp |
1887 |
overleden |
afkomstig van de
Strokappe uit Holten, stichting |
1835 |
Jan
Strookappe |
1856 |
huwelijk, verhuisd naar elders in Harfsen |
geboorte |
1836 |
Hendrik
Strookappe |
1846 |
overleden |
geboorte |
1837 |
Jan
Albert Strokappe |
1861< |
verhuisd naar onbekend, later huwelijk
1868 Deventer |
geboorte |
1839 |
Gerrit
Jan Strookappe |
1860 |
verhuisd naar Holten, later huwelijk
1868 Nieuw Heeten |
geboorte |
1843 |
Janna
Strokappe |
1843 |
overleden |
geboorte |
1847 |
Hendrika
Strokappe |
1860 |
overleden |
geboorte |
1850 |
Janna
Strokappe |
1863 |
verhuisd naar divers, later huwelijk
1874 Deventer |
geboorte |
1853 |
Hendrik
Jan Strokappe |
1938 |
overleden |
geboorte |
1855 |
Egbert
Strokappe |
1871 |
verhuisd naar Warnsveld, huwelijk 1879
Deventer |
afkomstig van de
buren van Maatman, inwonend |
1873 |
Anna
Maatman |
1881 |
verhuisd naar Klein Lebbink, dienstmeid |
afkomstig
uit Bathmen, huwelijk |
1881 |
Hendrika
Muil |
1933 |
overleden |
geboorte |
1883 |
Jan
Strokappe |
1907 |
verhuisd naar Laren |
geboorte |
1886 |
Albert
Strokappe |
1960 |
overleden |
geboorte |
1890 |
Hendrik
Jan Strookappe |
1968 |
overleden |
geboorte |
1897 |
Egbert
Strookappe |
1897 |
overleden |
afkomstig
uit Bathmen, huwelijk |
1907 |
Hermina
Klein Velderman |
1907 |
verhuisd naar Laren |
afkomstig
uit Gorssel, huwelijk |
1912 |
Jantje
Smale |
1917 |
overleden |
geboorte |
1913 |
Hendrika
Strookappe |
1913 |
overleden |
geboorte |
1914 |
Gerrit Strookappe |
1935 |
studeren in Zutphen |
geboorte |
1915 |
Hendrik
Jan Strookappe |
1942 |
huwelijk, verhuisd naar Almen |
afkomstig
uit Steenderen, dienstmeid |
1918 |
Harmina
Hendrika ten Holt |
1919 |
verhuisd naar Laren |
afkomstig
uit Steenderen, huwelijk |
1919 |
Heintje
Stoelhorst |
1967 |
overleden |
geboorte |
1920 |
Hendrika
Strookappe |
1942< |
huwelijk, verhuisd naar Laren |
geboorte |
1921 |
Evert
Johan Strookappe |
1936 |
werk, verhuisd naar Warnsveld |
geboorte |
1922 |
Jan
Strookappe |
1953< |
geëmigreed naar Nieuw Zeeland |
geboorte |
1923 |
Hendrik
Gerrit Strookappe |
1944 |
gevangenschap Duitsland |
geboorte |
1924 |
Alberta
Strookappe |
1951< |
huwelijk, verhuisd naar Haarlem |
geboorte |
1926 |
Gerritdina
Strookappe |
1947< |
huwelijk, verhuisd naar Leesten |
geboorte |
1927 |
Hendrika
Johanna Strookappe |
1957 |
verhuisd naar elders in Harfsen na huwelijk
1951 |
geboorte |
1928 |
Heintje
Strookappe |
1928 |
overleden |
geboorte |
1929 |
Hein Strookappe |
1995 |
verhuisd naar Gorssel |
geboorte |
1933 |
Egbert
Strookappe |
1954 |
huwelijk, verhuisd naar elders in Harfsen |
geboorte |
1936 |
Frederik
Gerrit Strookappe |
1962 |
huwelijk, verhuisd naar Gorssel |
geboorte |
1941 |
Heintje
Strookappe |
1965 |
huwelijk, verhuisd naar Marknesse |
|
|
|
Eerder
op deze pagina hadden we al aandacht voor Anna Maatman die na het
overlijden van haar vader Hendrik Maatman en het verhuizen van haar
moeder Aaltjen Klein Nulent liefdevol wordt opgevangen door Jan
Strookappe en Fenneken Achterkamp en haar hele jeugd op Erve Strookappe
is blijven wonen, daar waar zij ook geboren is. |
|
|
Het
is mei 1881 als Anna de Strookappe verlaat en op 11-jarige(!) leeftijd
als dienstmeid gaat werken op de boerderij van Harmanus Klein Lebbink
in Harfsen waar ook Jan Strookappe van de andere tak heeft gewerkt.
Een jaar later gaat ze werken bij de boerderij van Hendrik ten Have
in Almen. Ook hier werkte eerder een Strookappe, namelijk Hendrik
Jan Strokappe geb. 1853. De boerderij zou worden overgenomen door
Derk Hulshof en Anna blijft er wonen en werken.
Op 27 oktober 1894 trouwt ze met een Hendrik Maatman die niet alleen
een naamgenoot maar ook een volle neef van haar is. Ze gaan wonen
bij zijn ouders in Gorssel. Later verhuizen ze naar de Jodendijk
in Eefde waar ze in hun huis ook een sigarenwinkeltje hadden, zie
foto hiernaast. Geheel links staat hier Anna Maatman en daarnaast
haar dochter Frederika en zoon Frederik. Anna was moeder van elf
kinderen en is overleden op 23 november 1949. De laatste jaren van
haar leven woonde zij bij haar dochter Frederika en schoonzoon Herman
Klein Baltink aan de Kapperallee te Eefde. |
|
|
|
|
Veel
informatie op deze pagina is ontleend van bevolkingsregisters en
het leuke is dat in het laatste bevolkingsregister van de periode
1921-1939 het boerderijtje niet alleen met een huisnummer, maar
ook met een naam wordt aangegeven en wel als .... "Strookappe"!
Dus uiteindelijk toch nog een naam voor het boerderijtje welke in
Harfsen dus is vernoemd naar de familienaam terwijl deze familienaam
oorspronkelijk in Holten is ontstaan uit de boerderijnaam! |
|
|
|
|
De
nieuwe boerderij |
|
In 1954 werd
er begonnen met de bouw van de nieuwe boerderij aangezien de oude boerderij
in slechte staat verkeerde en eigenlijk al een lange tijd veel te klein
was voor deze grote familie. Wellicht dat de nieuwbouw ook werd gestimuleerd
door de gemeente Gorssel want in het archief van Gorssel vond ik in een
album met foto's van voor de afbraak en van na de nieuwbouw en in hetzelfde
album waren van andere boerderijen in 1953/1954 ook dergelijke voorbeelden
te vinden. Het geeft een goed beeld van de verandering op Erve Strookappe
en nog een schitterende oude foto van het oude boerderijtje! |
|
|
|
Aan de hand van het bakhuis, wat bleef staan, is goed de plek van de oude
boerderij t.o.v. de nieuwe boerderij te herleiden zoals eerder op de pagina
op de plattegrond ook al was te zien. Wat verder opvalt is dat de boom
voor het huis en de paar bomen naast het huis ook verloren gingen. In
de verte, rechts naast de nieuwe boerderij, is het kippenhok te zien welke
halverwege Strookappe en Brinoord stond. Toen het woongedeelte van de
nieuwe boerderij klaar was, kon er al worden verhuisd en werd het oude
boerderijtje afgebroken. Het dak van dit boerderijtje was zo slecht dat
er niet meer opgeklommen kon worden. Er werd touw om de spanten gebonden
en Nellie, het grote Belgische paard, heeft daarmee het boerderijtje in
een aantal keren omver getrokken! Zand voor de bouw van de nieuwe boerderij
kwam uit het veld waardoor deze een lager gelegen gedeelte kreeg. Het
zand werd op een wagen geladen en Nellie trok deze naar de boerderij.
Begeleiding was niet nodig, Nellie wist de weg en liep in haar eentje
naar Erve Strookappe! |
|
|
De
nieuwe boerderij is 9,5 meter breed en 20 meter lang en daarmee
bijna twee keer zo groot als het oude boerderijtje. Op 1 april 1954
was de boerderij helemaal klaar en de steen hieronder met de initialen
van Hendrik Jan Strookappe herinnert hieraan. De steen is geplaatst
aan de voorzijde van het woongedeelte van de boerderij. De boerderij
is gebouwd door bouwbedrijf Lammers uit Harfsen.
Het is zoon Hein geweest die de langste tijd in de nieuwe boerderij
gewoond heeft en er uiteindelijk een kalvermesterij gehouden heeft.
Daarvoor werd in 1962 de grote schuur achter de boerderij gebouwd
en in 1970 de allergrootste schuur links op het terrein. Op de luchtfoto
hiernaast is ook nog de oude schuur te zien welke pas in 1983 is
afgebroken. Het bakhuis stond naast de schuur en daar weer naast
de oude boerderij welke vlak aan de weg stond en niet ver (circa
5 meter) van de nieuwe boerderij. Zie ook de plattegrond eerder
op deze pagina. De luchtfoto is in de jaren '70 gemaakt. |
|
|
Hein is tot 1995 op Erve Strookappe blijven wonen en met zijn verhuizen
kwam er een einde aan een periode van ruim 150 jaar Strookappe aanwezigheid
aan de Emsbroekweg. De foto's hieronder (naast de steen) zijn gemaakt
in resp. 1954 en 1962. |
|
|
|
|
|
Zo ziet de boerderij er tegenwoordig uit. Een boerderij is het feitelijk
al een tijd niet meer aangezien er allang niet meer geboerd wordt.
Tegenwoordig woont er de familie Nijland nadat het huis eerder verkocht
is geweest aan de familie Blikman en Vennink.
Links hiernaast een foto van de boerderij van veraf. Op de voorgrond
het groene weideland van het Emsbroek en achter de boerderij het
bos welke direct aan de overkant van de boerderij aan de Emsbroekweg
ligt.
|
|
|
|
|
Alle woningen
waar de familie Strookappe in de periode van 1844 tot 1954 aan de Emsbroekweg
heeft gewoond zijn inmiddels verdwenen. Om toch nog een goede voorstelling
te kunnen krijgen van de leefomstandigheden van toen kan ik je aanraden
een bezoek te brengen aan het Openluchtmuseum
in Arnhem. De foto's hieronder zijn er gemaakt. Het zijn v.l.n.r. een
plaggenhut, een daglonershuisje en een kleine boerderij. De kleine boerderij
is 9,4 meter breed en 11,2 meter lang en heeft dus een oppervlakte van
105 m2 en is daarmee ongeveer net zo groot als de uiteindelijke oude boerderij.
Geloof me, als je in dit boerderijtje in het Openluchtmuseum staat, is
het haast niet voor te stellen dat de familie Strookappe met zovelen op
Erve Strookappe gewoond hebben! |
|
|
|
©
2007-2024 Erwin Strookappe |
|