Boerderij
 
De oorsprong van de Strookappe familie ligt dan in Holten, maar in Harfsen werd toch wel de meeste geschiedenis geschreven. Het is bekend dat Jan Strokappe in 1833 nog in Holten woonde, omdat oudste zoon Jan daar ik december werd geboren, maar niet veel later zal Jan naar Harfsen zijn verhuisd omdat bekend is dat hij aldaar in 1836 het bedrag van 75 cent aan personele omslag betaalde voor het bewonen van een woonhuis met erf en omdat tweede zoon Hendrik er werd geboren. Heeft de familie dan altijd op dezelfde plek gewoond, en zo ja, waren zij dan ook de oorspronkelijke bewoners van de oude Strookappe boerderij? Antwoord op deze vragen en nog veel meer interessante feiten kun je vinden op deze pagina.
 
 
Het Emsbroek
Dit is een gedeelte van blad 5 van sectie B Veldhoek van de gemeente Almen afkomstig uit de Kadastrale Atlas Gelderland van 1832. De weg van Almen naar den Bielder (de verticale weg op de afbeelding) is de tegenwoordige Emsbroekweg. Het gebied rechts ervan is het Emsbroek waar de weg naar vernoemd is.

Het is perceel 406 waar later de boerderij zou staan. Deze is gemakkelijk te herkennen door de horizontale zijweg, de huidige Broekstraat. Perceel 406 stond geregistreerd als weiland met een grootte van 3,24 ha. Overigens bestond sectie B grotendeels uit heide (44%) en weiland (40%). Eigenaar van perceel 406 was Willema Hendrika Christiaans die met een bezit van 71 ha in de top 10 van grootgrondbezitters van de gemeente Almen stond. De rode S markeert de plek waar later de oude Strookappe boerderij is gebouwd.

Percelen 408, 409 en 410 spelen later ook een rol en zijn in 1832 eigendom van resp. Hendrik Beumer op Smeenk en opnieuw Willema Hendrika Christiaans. Percelen 618 en 620 komen straks ook in het verhaal voor.
 

Dit is dezelfde kaart, maar nu met wat meer details van de wijdere omgeving. Aan de latere Emsbroekweg stond in 1832 maar één huis, katerstede Emsbroek, de latere boerderij van Brinoord. Deze katerstede is al voor 1752 gebouwd. Recht tegenover katerstede Emsbroek is het veld welke lange tijd eigendom was van Strookappe en altijd als kadastraal perceel 612 geregistreerd heeft gestaan.

Ook is erve Braakhek aangegeven oftewel de huidige boerderij Braakhekke van de familie Blankenberg. De naam Braakhekke kan erop duiden dat hier een hek heeft gestaan ter afsluiting van het Broek (Braak=Broek). Rechtsonder boerderij De Koele aan de huidige Koelerweg. Ook erve Braakhek stamt uit de 18e eeuw.

Verder zien wij de Plakhutte en bovenin boerderij de Plumpe nabij de Plumber Kampen welke aan de tegenwoordige Lochemseweg is gelegen als ook Botterman (De Botter). De weg linksonder, waarvan wij een klein stukje zien en waaraan Braakhek is gelegen, is de doorgaande weg van Deventer naar Harfsen en Lochem, de huidige Schepersweg. Hierover ook later meer.

Verder alleen maar heide en weiland en plek genoeg dus voor nieuwbouw en die zou er komen! Wij weten nu dat in 1832 de oude boerderij er nog niet stond.
 
De Kleine Koekkoek
Lange tijd werd aangenomen dat Jan Strookappe vanuit Holten zich meteen aan de Emsbroekweg vestigde en er het boerderijtje bouwde. Toch niet! Op zich wel begrijpelijk, want Jan had waarschijnlijk geen rooie cent en moest eerst geld gaan verdienen. Dit kon prima in Harfsen waar veel agrarische arbeid te doen was en Jan als dagloner aan de slag kon bij de boerderijen in de buurt. Eén van de boerderijen in de omgeving van Harfsen is Erve De Kleine Koekkoek met 9 hectare grond. Deze lag naast boerderij De Grote Koekkoek in buurtschap De Koekkoek aan de oude weg van Deventer naar Lochem waarvan een stukje te zien was op de kaart hierboven. De weg liep vanaf erve Braakhek naar herberg De Drie Kievieten en ongeveer halverwege lag De Kleine Koekkoek aan de huidige Schepersweg. Even verderop lag erve Stenvert. Op het kaartje hiernaast zien wij De Kleine Koekkoek aan de weg liggen en eronder zien wij De Grote Koekkoek welke wat verder van de weg lag.
 
De Kleine Koekkoek had twee woongedeelten en deze werden bewoond door hoofdbewoners Gerrit Jan Polsvoort en Willem Brink, die eigenaar was en de boerderij in 1819 voor 920 gulden had gekocht. Een derde woongedeelte is waarschijnlijk het aangebouwde kookhuis (rechts op de foto hiernaast) waar Pieter van der Horst, schoonzoon van Gerrit Jan Polsvoort, gewoond zal hebben. Er was een directe verbinding tussen de boerderij en het kookhuis. Er was geen over, maar alleen een potkachel. Het voorhuis was hoger dan het achterhuis en het was met riet gedekt. Voor het huis was een put voor de watervoorziening voor de huishouding, maar ook voor de veestapel. In het kookhuis werd zomer en winter gewoond, alleen als er visite kwam werd de woonkamer gebruikt.

Gerrit Jan Polsvoort was de stiefvader van Fenneken Beltman en zij was dus getrouwd met Pieter van der Horst. Willem Brink was getrouwd met Janna Beltman. Fenneken en Janna zijn zussen en dochters van de oorspronkelijke hoofdbewoner Jan Beltman. Fenneken Beltman overlijdt op 11 januari 1834 en Gerrit Jan Polsvoort overlijdt op 27 april 1835 en er komt dan een gedeelte van de boerderij vrij.
Waarom deze uitgebreide beschrijving? Wel, het is Jan Strookappe die met vrouw en kind hier gaat wonen! Dat moet zijn geweest tussen 27 april 1835 en 20 juni 1835 toen Jan getuige was bij de aangifte van de geboorte van Johanna Brink, dochter van Willem Brink en Janna Beltman, die op 19 juni 1835 op de Kleine Koekkoek is geboren. Jan is bij de aangifte dagloner van beroep en schrijft zijn naam als "Strookappe". Waarschijnlijk woonden Jan en Fenneken in het achterhuis. Zij zitten hier voorlopig goed en gaan denken en werken aan gezinsuitbreiding die er op 3 maart 1836 komt met de geboorte van tweede zoon Hendrik. Jan betaalt in 1836 75 cent aan personele omslag en wordt ingedeeld in klasse 3. Willem Brink zit in klasse 8 en Pieter van der Horst in klasse 2. Samen wonen zij in huis 74, de Kleine Koekkoek dus. Later zou het huisnummer gewijzigd worden in 122. In 1840 komt er nog een bewoner bij: Willem Schuitert. Jawel, de broer van Jan! Lang blijft hij er niet wonen, want in 1841 staat hij niet meer geregistreerd en in 1842 trouwt Willem Schuitert Strookappe en gaat wonen in Bathmen. In 1843 woont Jan Strookappe nog steeds op de Kleine Koekkoek wat kan worden afgeleid uit de overlijdensakte van dochter Janna die er is overleden.
 
Echter, op 22 maart 1844 trouwt Aaltjen Beltman, verre familie van Fenneken en Janna Beltman, met Hendrik Melsbach en zij gaan wonen in de Kleine Koekkoek op de plek van Jan Strookappe die plaats moet maken. Het gezin Strookappe bestond op dat moment uit Jan, Fenneken en de inmiddels al vier zonen Jan, Hendrik, Jan Albert en Gerrit Jan. In 1846 zijn de hoofdbewoners van de Kleine Koekkoek Willem Brink, zijn zoon Gerrit Jan Brink (die op zichzelf is gaan wonen) en Hendrik Melsbach die later zou verhuizen naar een katerstede die de naam Melsbach zou krijgen, maar nu bekend staat als "de Slekke". Pieter van der Horst was al eerder verhuisd, naar een paar huizen verderop aan de huidige Heideweg. Zijn katerstede kreeg de naam "Kleine Horst".

Hiernaast nog een foto van "De Kleine Koekkoek" met daarop Bertha Gerdina Verdonk-Menop, een latere bewoonster. In mei 1951 is er blikseminslag geweest, waardoor brand is ontstaan en de boerderij veel schade heeft geleden. De boerderij moest toen nieuw worden opgebouwd. Het huidige adres is Schepersweg 6. Foto's en diverse informatie over deze katerstede zijn overgenomen uit publicaties van de oudheidkundige vereniging De Elf Marken.
 
De Schepersweg en Emsbroekweg sluiten op elkaar aan ter hoogte van Braakhek. Op de foto links kijken we de Schepersweg in en op de foto rechts zien wij de Emsbroekweg.
Het zonnetje schijnt in de Emsbroekweg en Jan Strokappe hoopt er een zonnige toekomst tegemoet te gaan. Hieronder kun je lezen waar precies de familie zich is gaan vestigen.
 
 
De Kleine Strookappe
Jan heeft bijna tien jaar in de Kleine Koekkoek gewoond en heeft centjes kunnen sparen, maar nog niet voldoende om een boerderijtje te kunnen bouwen en zelfstandig als landbouwer aan de slag te kunnen. Hij krijgt hulp van Gerrit Jan ten Velde, eigenaar van de gelijknamige Erve ten Velde gelegen aan de huidige Velderweg, zie ook de afbeelding hiernaast. Jan Strookappe gaat hier niet wonen, maar op een perceel heide en dennenbos welke Gerrit Jan ten Velde heeft liggen aan de Emsbroekweg. Dit is perceel 620, zie positie op de kaarten hierboven. De afstand tot de Kleine Koekkoek was ongeveer 2,5 kilometer.

Gerrit Jan ten Velde was een weduwnaar van 75 jaar oud (hij was eerder getrouwd met Johanna Wichink en Berendina Rabrink) en kon zijn geld niet meer met werken verdienen. Jan Strookappe kon wel werken en zocht grond om op te werken en te wonen. Gerrit Jan ten Velde zag er uiteraard wel wat in om zijn onontgonnen stuk heidegrond te laten verbouwen tot landbouwgrond.
 
En zo gebeurde het dat hier voor Jan Strookappe een huis werd gebouwd wat letterlijk (met een r te veel in de achternaam ...) is aangetekend op een veldkaart van het Kadaster, zie hiernaast. Of staat er toch gebouwd door Jan Strookapper? Het maakt natuurlijk best een verschil. Door zelf het huisje te bouwen, hoefde hij geen huur te betalen voor het huisje zelf, zeker als dit een eenvoudig onderkomen was. Tevens was hij in de buurt en in de gelegenheid om het huisje zelf te bouwen. Aan de andere kant, als het huisje door Gerrit Jan ten Velde voor Jan Strokappe was gebouwd dan kon hij dit huisje ook weer weghalen op het moment dat het hem uitkwam. Het blijft even een vraag en zal dat waarschijnlijk ook blijven. Duidelijk is wel dat Jan geen eigenaar is geweest van het huisje, zo leek het ten minste uit de gegevens van die tijd ...
 
Ook is bekend dat het huis 250 meter van de weg heeft gelegen en een grootte van 9x9 meter had. Niet klein dus, maar veel zal het ook niet hebben voorgesteld. Het zal waarschijnlijk zijn gebouwd met hout van de bomen uit het dennenbos die werden gekapt om plaats te maken voor het huis. Het kadastraal nummer van het huisje met erf is 678 en wij noemen deze de Kleine Strookappe. De heidegrond eromheen krijgt perceelnummer 679. Jan Strokappe zal het stuk grond hebben gepacht en heeft deze nooit in eigendom gehad. Vreemd is het wel dat de Kleine Strookappe zo ver van de weg lag en het weggetje naar het huisje liep niet bijzonder recht (zoals op onderstaande afbeelding te zien is) en was waarschijnlijk een kronkelweggetje tussen de dennenbomen door. Wellicht was er op de plek van de Kleine Strookappe al een waterput en is het boerderijtje daarom op deze plek gebouwd.
 

Op het heideperceel ernaast (618 anno 1832) stond in 1837 al een huis genaamd Dijkman welke werd bewoond door de familie Bouwmeester. Deze staat precies tegenover de plek waar later de eerste Strookappe boerderij (zie het felrode stipje) gebouwd zou worden. Tussen 1847 en 1850 komt er de familie van Berend Harmen Nijkamp wonen. Het kaartje hiernaast dateert van 1844 en in het midden, aan de weg, ligt het huisje van later Nijkamp en daar linksboven, verder van de weg, is het huisje van Jan Strookappe te zien. Opvallend op de tekening is ook het weggetje wat ongeveer tegenover het huis van Nijkamp begint en schuin naar de latere Broekstraat loopt. De tegenwoordige locatie is een weiland van de familie Noordkamp. De huidige eigenaar vertelt dat tijdens afgravingen in de jaren '60 nog fundamenten zijn blootgelegd. Deze zijn dus van het boerderijtje aan de weg welke in 1868 is afgebroken nadat in 1867 door Jan Nijkamp, zoon van de inmiddels overleden Berend Harmen Nijkamp, een nieuwe boerderij is gebouwd verder van de weg. Hier woonden meerdere generaties Nijkamp en later Noordkamp die er in 1939 is komen wonen.

 
Wij gaan weer terug naar Jan Strookappe. Het perceel waarop hij woont is voor een groot gedeelte heide geworden. Vruchtbaar is de grond niet, daarvoor moet je aan de overkant van de weg in het broek zijn, waar de (drassige) weilanden liggen. Jan ziet het al helemaal voor zich om hier ooit een boerderij te hebben en te gaan boeren. Het huisnummer van Jan Strookappe is 100a en die van Nijkamp is 100. Later komt ook dagloner Gerrit Jan Leunk in de buurt wonen, daarvoor woonde hij nog in een daglonerswoning bij de Botter. Hij woonde op nummer 100b, waarschijnlijk vlak naast Nijkamp.
 
Vreemd is dat in de registers van 1846, 1856 en 1859 geen enkele registratie van deze huisnummers te vinden is. Alleen in 1851 worden de huisjes genoemd en ingedeeld in klasse 2 wat een lage klasse was. Het zal waarschijnlijk niet veel voorgesteld hebben en het was twijfelachtig of dit bezit wel aangemerkt kon worden als iets waarover belasting geheven diende te worden. De geheven belasting voor de bebouwde grond is gelijk aan de heide eromheen, alsof er niets stond! Het ligt het meest voor de hand dat de familie woonde in een simpel daglonershuisje zoals op de foto links hiernaast, uiteraard met een kap van stro, wetende dat Jan heel zijn leven dagloner is geweest. In het oosten van Nederland kwamen deze vaak voor op de hei. Een andere mogelijkheid was een plaggenhut zoals deze op foto rechts. Deze waren veelal opgebouwd uit heideplaggen en boomstammen welke volop aanwezig waren in dit gebied. Het was in ieder geval geen boerderijtje en zeker geen luxe onderkomen.
 
In 1861 wordt het bevolkingsregister van Gorssel ingesteld en zien wij dat de familie van Jan Strookappe, bestaande uit Jan, Fenneken en de drie jongste kinderen Janna, Hendrik Jan en Egbert nog steeds in huis 100a woont. Oudste zoon Jan (geb. 1833) en zijn gezin woonde samen met Derk Hendrik de Groot in diens boerderij De Scholte en had huisnummer 99a. Zijn familie bestond uit echtgenote Janna Oldenboom en zoon Jan die overigens in 1856 nog in huis 100a was geboren.
 
Het is ook niet uitgesloten dat zoon Jan Strookappe niet in De Scholte, maar eerst in de erachter gelegen Plakhutte heeft gewoond. De Plakhutte was een oud onderkomen en was het enige huisje wat anno 1832 in sectie B7 van Harfsen stond, een gebied van ca. 100 ha gelegen tussen Erve Braakhekke en de tegenwoordige kern van Harfsen. Voor de locatie zie de Veldhoek kaart bovenaan deze pagina. Perceelnummer was 605 en eigenaren waren toen de erven van Hendrik Nieuwenhuis. Het huis en erf had een totale grootte van 230 m2 en het huisje zal een plaggenhut zijn geweest, gezien de naam Plakhutte.
 
Plakhutte was dus een armoedig huisje, niet een prettig onderkomen voor een geboorte van een kind. Dat zou verklaren waarom zijn oudste zoon Jan (geb. 26 februari 1856) niet bij hem thuis is geboren, maar bij zijn ouders. De Kleine Strookappe zal dus een "luxer" onderkomen zijn geweest en het is dan ook waarschijnlijk dat dit een daglonershuisje was. Daarbij was Jan Strokappe gewend te wonen in een huis van steen (De Kleine Koekkoek in Harfsen en Erve Strokappe in Holten) en zal niet gauw met vrouw en kinderen zijn intrek hebben genomen in een plaggenhut.

Niet alleen kleinzoon Jan, maar ook de kinderen Hendrika, Janna, Hendrik Jan en Egbert zijn in de Kleine Strookappe geboren. Egbert werd geboren op 11 oktober 1855 en Jan op 26 februari 1856, daar zat dus niet veel tijd tussen. Maar genoeg tijd voor het begin van nog een nieuw leven! De hoogzwangere 21-jarige Gardina Holtmeijer uit Deventer klopt namelijk aan bij de familie Strookappe als zij op het punt van bevallen staat. Zij is kraamster van beroep en is op doorreis met de 27-jarige muzikant Johannes Elias Trentelman, de vermoedelijke vader van het kind dat Gardina om vier uur 's ochtends in het bijzijn van Jan Strookappe te wereld brengt. Het is een jongetje die de naam Johannes wordt gegeven. Jan doet daarvan dezelfde dag nog aangifte. De Kleine Strookappe was altijd groot genoeg, het is een prachtig voorbeeld van de gastvrijheid van de familie Strookappe! Helaas is Johannes niet oud geworden, hij overlijdt zes weken na zijn geboorte op 27 december 1855 te Winterswijk.
 
Op 29 oktober 1862 wordt een akte opgemaakt waaruit blijkt dat het voorgaande verhaal niet helemaal klopt. In deze akte biedt Harmanus ten Velde, zoon van de inmiddels overleden Gerrit Jan ten Velde, het perceel heide waarop het huisje van de familie Strookappe staat, te koop aan. Hij laat daarbij noteren dat de koper van het perceel het recht heeft, maar wel voor eigen risico, te eisen dat het daarop staande en niet medeverkochte huisje door de tegenwoordige bewoner Jan Strookappe wordt afgebroken en van het perceel wordt verwijderd. Deze tekst maakt duidelijk dat het huisje geen eigendom was van de familie Ten Velde en dus door en niet voor Jan Strookappe was gebouwd. Jan zal het huisje zelf hebben gebouwd en de familie Ten Velde zal dit hebben gedoogd. In deze tijd gebeurde het vaker dat zgn. katersteden op markegrond werd gebouwd en als de bouw binnen een dag werd voltooid en de schoorsteen op het einde van de dag rookte, mocht de katerstede niet meer worden afgebroken. We hebben het hier niet over een katerstede (maar een daglonerhuisje) en niet over markegrond (maar particulier eigendom) maar het principe is hetzelfde. Afijn, slecht nieuws dus voor de familie Strookappe want de nieuwe eigenaar kon wel eens niet zo'n gedoogbeleid voeren. Enige oplossing om het onheil te keren is om zelf te bieden op het perceel heide (B 678) van circa vier bunder en zo biedt Jan 350 guldens. Het perceel wordt echter alleen verkocht in combinatie met een stuk broekgrond, betreffende perceel B 416 (nabij erve de Boter) waarop Harmen Meijer in eerste instantie 50 guldens biedt. Tijdens de veiling twee weken later op 12 november 1862 verhogen de heren hun bod naar resp. 400 en 57 gulden waarna Hendrik Hietveld uit naam van Gerrit Jan Nijkamp het hoogste bod doet van 458 gulden voor beide percelen. Dat is voor Jan geen haalbare kaart. Gerrit Jan Nijkamp heeft plannen met de heidegrond en zo moet Jan op zoek naar nieuwe grond om een huis op te bouwen. Gerrit Jan is de zoon van buurman Berend Harmen Nijkamp en dus een bekende van Jan en daardoor zal hem de tijd zijn gegund om op zoek te gaan naar nieuwe huisvesting.
 
Naast de plek van de Kleine Strookappe is in 1863 een nieuwe boerderij gebouwd door Gerrit Jan en hij gaat er met vrouw en zoon op 1 december wonen. Voor hem was het huisje dus niet goed genoeg om nog in te wonen en hij heeft het huisje in of voor 1865 afgebroken. De familie Strookappe was ondertussen al verhuisd zoals je hieronder kunt lezen, maar woonde er nog wel in 1863.
 
Het nieuwe boerderijtje zou uiteindelijk de naam Dollekamp krijgen en meer over dit boerderijtje en haar bewoners kun je verderop deze pagina lezen. Uit het kadaster register van Dollekamp blijkt dat de grond om de voormalige Kleine Strookappe landbouwgrond is. Waarschijnlijk was dit al zo toen de familie Strookappe er woonde en hebben zij hier al verbouwd alhoewel er bij de verkoop in 1862 alleen over heide wordt gesproken. Het was een perceel van een halve hectare. De grond daaromheen was allemaal heide. In 1927 werd er opnieuw nieuw gebouwd en deze boerderij staat er nog steeds en is te zien op bijgaande luchtfoto waarop ook links de Reeverweg en rechts de Emsbroekweg is te zien. Het onderkomen van Jan Strookappe stond er dus vlak naast, zie het rode stipje. De oude Dollekamp boerderij stond er tussenin.
 
 
 
Erve Strookappe

De familie Strookappe keek uit op de uitgestrekte heide en weide van het Emsbroek waarvan perceel 406 (toen heide) het eerste gedeelte was en waarover ook een landweggetje liep. Deze behoorde in die periode toe aan Gerrit Jan Spikvoort en zijn echtgenote Harmina de Groot, bewoners van erve Wolsink. Deze besluiten dit perceel in drie kleinere percelen te verdelen waarvan het eerste gedeelte wordt verkocht aan Gerrit Jan Leunk (die er het boerderijtje De Kleine Boter bouwt) en het middelste gedeelte, ter hoogte van de erachter gelegen percelen 408 en 409, op 29 december 1863 voor 200 gulden wordt gekocht door Jan Strookappe die daarvoor op 7 januari 1864 een hypotheek opneemt welke hij krijgt van Frans Xavier Jacob van Nispen die op huize de Voorst te Eefde woont. Het perceel krijgt nummer 1138 en is 1,09 ha groot. Jan, die dan nog als daghuurder werkt, gebruikt de grond als weiland en .... om er een boerderijtje op te bouwen! Na vele jaren van huren eindelijk een eigen huis voor de familie Strookappe.
 
Op de kadastrale kaart van 22 mei 1865 is het boerderijtje al getekend (op de plek van de rode stip hiernaast) en zal toen net gebouwd zijn. Het boerderijtje ligt vlak aan de weg en is 8,4 meter breed en 8,9 meter lang. Het huis en erf heeft nummer 1148 en de heidegrond eromheen krijgt nummer 1149 i.p.v. 1138. Dat het nog wel een drassige bedoening is rondom Erve Strookappe blijkt uit een kadastrale kaart van 1868 waarop perceel 408 wordt aangegeven zonder afmetingen met de uitleg "rondom onder water, nog niet voor opmeting vatbaar". Nadat het boerderijtje gebouwd is en de familie is verhuisd, wordt het nog maar 21 jaar oude huisje De Kleine Strookappe aan de overkant van de weg afgebroken. Het zal dus echt niks voorgesteld hebben! Het is mooi om te zien dat de dagloners Nijkamp, Leunk en Strookappe het allemaal voor elkaar hebben gekregen om allemaal een eigen boerderijtje te bouwen!
 
In 1872 blijkt perceel 1149 te zijn verdeeld in twee percelen: 1242 als ontgonnen grond (later weiland en bouwland) om de boerderij en 1243 als heide welke zou worden ontgonnen tot bouwland. Perceel 1242 is 0,39 ha groot (en wordt later apart geregistreerd als huis & erf 1515 en 1516 bouwland) en perceel 1243 meet 0,70 hectare. Ook blijkt dan dat ook op het achterliggende perceel 409 een klein huisje is gebouwd met perceelnummer 1244. Dit huisje was 8 x 8 meter groot en lag 250 meter achter de Strookappe boerderij en 130 meter van waar nu de sloot loopt. Perceel om het huisje was 1245 en 3,23 ha groot welke in 1880 blijkt te zijn verdeeld in 5 kleinere percelen (1336 t/m 1340) bestaande uit bouwland, weiland en heide.

Al deze percelen inclusief het huisje worden in augustus 1897 door Hendrik Jan Strookappe (inmiddels hoofdbewoner) gekocht van Derk Jan Smeenk voor een bedrag van 630 gulden. Het huisje was door Derk Jan Smeenk verpacht aan Gerrit Jan Schutte die er mocht blijven wonen tot februari 1898 en daarna verhuisde naar de Koelerweg. Het huisje wordt daarna afgebroken en de grond kan dan worden gebruikt voor boerenactiviteiten van de familie Strookappe. Het huisje stond op perceel 1338 en wordt nu perceel 1632 zijnde bouwland van iets meer dan een halve hectare groot.
 
In perceel 408 heeft overigens vlak aan waar nu de leide (sloot) loopt, en waarschijnlijk toen een klein weggetje liep, ook nog een huisje gestaan. Ongeveer de helft van dit heidegrond perceel (toen kadastraal bekend onder nummer 1333) aan de Strookappe kant ter grootte van 1,29 hectare wordt op 2 november 1881 door Jan Strookappe voor 120 gulden gekocht van kleermaker Jan Willem Olden die in het huisje woonde. Deze Jan Willem was overigens één van de getuigen bij de opmaak van het testament van Jan Strookappe eerder dat jaar en klaarblijkelijk een goede buur. Jan verleent hem bij de koop het recht van uitweg. De rekenaars hebben het waarschijnlijk al uitgerekend, maar de heidegrond kostte de familie Strookappe nog geen gulden per are. Een are omvat een gebied van 10 m × 10 m en is dus 100 m². Jan Strookappe wordt overigens genoemd als landbouwer. Op 22 mei 1883 neemt Jan nog een hypotheek van 800 gulden en leent hetzelfde bedrag ook nog een keer op 3 maart 1885. In 1881 koopt zoon Hendrik Jan ook zijn eerste stuk grond. Dit is perceel 612 (het veld) en is 2,93 hectare groot. Over het veld meer verderop deze pagina.
 
Jan Strokappe was meer een parttime landbouwer en zoon Hendrik Jan Strokappe, die de boerderij in 1887 overnam na het overlijden van zijn vader, werd een fulltime landbouwer. Er was daarom meer ruimte nodig om de beesten te kunnen herbergen en zodoende werd er voor 1890 aan de achterkant van de boerderij twee meter aangebouwd waarmee de boerderij ongeveer 11 meter lang wordt. Dit bleek nog niet voldoende, want in 1901 werd er nog eens bijna 2 meter aan de achterkant van de boerderij gebouwd waardoor deze nu totaal 12,8 meter lang werd. In deze periode krijgt het totale perceel van boerderij en de grond eromheen één nieuw nummer: 1631. Dit nummer is lang gebruikt, ook nog toen de nieuwe boerderij er stond.
 
In 1908 wordt de grote schuur gebouwd en in 1909 waarschijnlijk het bakhuis naast de boerderij. Voor het bouwen van de schuur leende Hendrik Jan op 20 augustus 1908 een bedrag van 950 gulden. Als onderpand diende huis en erf, bouwland, weiland en heide, zijnde percelen 1404, 1405, 612, 1243, 1336, 1337, 1339, 1340, 1631 en 1632 samen groot ruim 8,5 ha. Dit waren dus de onroerende goederen van de familie Strookappe anno 1908 en waren dit al vanaf 1897.

Het kaartje hiernaast is van 1908 en hierop zijn met de rode stippen duidelijk de boerderij en de schuur aangegeven. Het witte gedeelte is het bouwland en het lichtgroene gedeelte is het weiland. Tussen het bouwland en het weiland staan een rij bomen. Deze bomen zijn ook te zien op foto's verderop deze pagina. Op de grens van het bouwland van Strookappe en het perceel van Leunk (waar ondertussen de familie Maatman woonde) zien wij ten slotte nog het hierboven besproken weggetje het broek in lopen naar de plek waar voorheen Jan Willem Olden woonde.
 

In 1910 doet Hendrik Jan junior zijn eerste aankoop. Het betreft perceel 410 bestaande uit weiland en heide met een oppervlakte van 3,24 hectare. Het is op dat moment al duidelijk dat hij de nieuwe hoofdbewoner en landbouwer van Erve Strookappe zou worden. Op 5 oktober 1911 neemt hij alle onroerende goederen over van zijn ouders zoals hiervoor opgesomd anno 1908 plus de ondertussen gebouwde schuur. De waarde bedraagt 6000 gulden en de totale oppervlakte bedraagt 11,78 hectare. Deze is dus als volgt aangekocht: 1.09 ha (huis met grond) in 1865, 1.29 ha (hei gedeelte 408) en 2.93 ha (veld 612) in 1881, 3.23 ha (bouwland 409 incl. huis) in 1897 en 3.24 ha (perceel 410) in 1910. De grondbezitting van Strookappe groeide dus van niks anno 1864, tot 1.09 ha in 1865, tot 5.31 ha in 1881, tot 8.54 ha in 1897 en dus tot 11.78 ha in 1910.

 
Na het overlijden van Jantje Smale op 3 november 1917 werd op 27 juli 1918 de nalatenschap van Jantje Smale in een akte vastgelegd. Zij had niet beschikt over een uitersten wil en was in gemeenschap van goederen getrouwd met Hendrik Jan. De totale waarde van Erve Strookappe werd vastgelegd op 9250 gulden en bestond uit 2660 gulden aan meubelen, huisraad, levende have, wagens, gereedschappen en verdere roerende goederen. De onroerende goederen hadden een waarde van 5950 gulden en werden omschreven als een huis met schuur en erf, bouwland, weiland en heide. Het zijn dezelfde elf kadastrale percelen als hierboven genoemd, tussen 1910 en 1917 werd er geen nieuw land gekocht. Ten slotte was er nog 640 gulden aan gelden waarvan 615 gulden op de bank en 25 gulden in een ouwe sok. Er stonden ook veel schulden tegenover maar er was gelukkig een positief saldo van 2096 gulden.
 
In 1931 zou Hendrik Jan nog heideperceel 1139 met een oppervlakte van één hectare kopen, dit is de grond rechts naast de boerderij aan de weg. Hij kocht dit van Gerrit Jan Spikvoort, kleinzoon van de Gerrit Jan Spikvoort die in 1864 de grond van de latere Erve Strookappe verkocht aan Jan Strokappe, opa van Hendrik Jan. Na 67 jaar doen Strookappe en Spikvoort dus opnieuw zaken. Hendrik Jan heeft op deze grond een kippenhok gebouwd en verder bestond het uit dennen en grasland. Uiteindelijk zou de familie Strookappe zo'n 14 hectare aan grond bezitten.
 
Hieronder topografische militaire kaarten van v.l.n.r. 1867, 1894, 1911 en 1933. Op elke kaart zijn, eventueel met behulp van een goede leesbril, v.l.n.r. de boerderijtjes Dollekamp, Dijkman, Strookappe en De Kleine Boter te zien. De huisjes van Gerrit Jan Schutte en Jan Willem Olden zijn alleen te zien op het kaartje van 1894. Goed is te zien hoe de weggetjes door de jaren heen hun weg zochten.
 
 
De hoofdbewoners van de familie Strookappe in Harfsen hebben zich in de jaren opgewerkt van dagloner tot landbouwer. Dit gebeurde zo vaker. Met begon vaak met wat kippen en geiten en als de zaken goed verliepen, kwamen daar later varkens en een koe bij. Op den duur kon het gezin redelijk rondkomen van de bedrijfsopbrengsten en hoefde het niet meer voor andere boeren te werken. Dit verklaart dat er uiteindelijk een boerderij werd gebouwd. Deze was niet alleen nodig voor de beesten, maar ook voor de enorme gezinsuitbreiding vanaf 1913. Vele van de kinders hebben nog wel voor andere boeren moeten werken om voldoende geld bij elkaar te krijgen om het gezin draaiende te houden.
 

In 1923 blijkt Hendrik Jan senior toch over wat centjes te beschikken als hij van Roelof Voskamp een boerderijtje koopt. Dit boerderijtje staat in Gorssel aan de huidige Vosweg. De familie Voskamp woonde hier van 1915 tot 1923 en verhuist in 1923 naar Harfsen. Hendrik Jan zal het boerderijtje hebben gekocht om snel en met wat winst te kunnen verkopen wat hem zal zijn gelukt. De Strookappes konden niet alleen boeren, maar ook handelen!

De familie Voskamp ging wonen aan de Heideweg in een boerderijtje met een kelder met een kelderluik wat open kan. Niks bijzonders eigenlijk, maar krantenbezorger Frits Strookappe was dat even vergeten toen hij ijverig het laatste nieuws kwam brengen. "Zo ineens was ik beneden", herinnert Frits zich. Van ma Voskamp kreeg Frits een kopje thee en kwam zo bij van de schrik. Ook de kinders Hanna en Hein bezochten de krant in Harfsen en zo werden ook de nodige centjes verdiend.

 

Buren van het Emsbroek
 
Voordat we aankloppen bij Strookappe maken we eerst even een rondje langs de buren die in de periode van 1844 tot 1950 vlakbij de Strookappes in het Emsbroek woonden en dus ook een belangrijke rol in de Strookappe geschiedenis hebben gespeeld. We gaan de huizen langs in volgorde van huisnummer anno 1861 toen de gemeente Gorssel het bevolkingsregister invoerde. Dit is de voornaamste bron voor het overzicht van de buren, maar ook zijn er veel gegevens uit de burgelijke stand, het kadaster en notariële akten gebruikt.
 
Hiernaast is een kaart te zien van het Emsbroek met daarin de boerderijnamen die in het verhaal hieronder terugkomen. Daarbij zijn er twee overzichten gemaakt: een overzicht van huisnummers door de jaren heen en een overzicht van familienamen die op de diverse boerderijen voorkwamen. Naast de familie Strookappe (die we in vier boerderijen terugvinden) zijn vaker voorkomende namen die van Braakhekke, Brummelman, Enderink, de Groot, Klein Nulent, Leunk, Maatman, Nijkamp, Plekkenpol, Wichers en Zweers. Uit het overzicht van huisnummers blijkt dat die van Erve Strookappe achtereenvolgens 100a, 129, 185, 84, 87, 103, 126 en 128 zijn geweest.

Met de buren was een goed contact. Zo werd er b.v. elkaars paard geleend zodat er met 2 pk geploegd kon worden en werden er ook afspraken gemaakt over erfdienstbaarheid. Een dergelijke overeenkomst is b.v. gesloten in 1905 tussen Hendrik Jan Strookappe, Jan Strookappe en Johan Nijkamp voor erfdienstbaarheid van weg van elkanders percelen tegen een geringe vergoeding en in 1922 werd met Bertus Koerselman een overeenkomst gesloten van gebruik van overpad over elkaars percelen. Dit zijn de weggetjes die op de kaart hiermaast zijn aangegeven namelijk vanaf de Emsbroekweg naar de Scholte, waar Jan Strookappe geb.1833 tot januari woonde, en naar de Nieuwe Braakhekke, waar Jan Strookappe geb. 1856 woonde vanaf maart 1886. Zodoende konden ze makkelijker naar de diverse akkers om te werken en uiteraard bij elkaar op visite.

Op 1 oktober 1951 werden de straatnamen met huisnummers ingevoerd. De straatnaam werd Emsbroekweg, vernoemd naar het achtergelegen Emsbroek en het huisnummer van Erve Strookappe werd 4. Er waren zes boerderijen en huizen aan de Emsbroekweg. Huis van nummer 1 (bestond nog niet in 1921) werd bewoond door de familie Schotman, nummer 2 door de familie Brinoord en nummer 3 door de familie Noordkamp. Op nummer 4, 5 en 6 woonden nog dezelfde families als 30 jaar daarvoor: Strookappe, De Greef en Maatman.

Over de familie Schotman: hoofdbewoner daarvan was Johan Wilhelm Schotman en hij schreef boeken. Het boek "Arcadië en Asfalt" gaat over personages in Harfsen waaronder de buren en is erg leuk om te lezen! Het huis stond ook wel bekend als de Bulten en had huisnummer 126b.

De bewoners van het Embroek van tegenwoordig zijn verenigd in buurtvereniging 't Broek. Neem ook eens een kijkje op hun website. Tijd om op stap te gaan en de buren van toen te leren kennen!
 
 
Het erve Broekman ligt best ver van het erve Strookappe maar een aantal bewoners verspreiden zich over het Emsbroek en komen later in het verhaal voor vandaar dat we eerst maar eens kijken waar deze mensen weg kwamen. Op de kadastrale kaart van 1832 staat Broekman nog niet gemarkeerd, maar niet lang daarna zal het boerderijtje zijn gebouwd. Eerste bewoners zijn dagloner Gerrit Jan Brummelman en zijn vrouw Geertrui Draaijer. Zij waren afkomstig van het erve Klein Hulze waar de ouders van Gerrit Jan woonden. Voor 22 maart 1835 vestigden zij zich op het erve Broekman.
 
Gerrit Jan en Geertrui hadden tien kinderen en twee daarvan komen wij straks weer tegen. Het zijn zoon Jan (geb. 13-10-1836) en dochter Harmina (geb. 18-01-1845) die na hun trouwen vlak bij elkaar in twee huisjes gaan wonen die achter het Erve Strookappe in het broek lagen. Deze huisjes worden verderop deze pagina beschreven onder Strookappe Achterkamp. Jan en Harmina wonen al niet meer op Broekman als in 1861 het eerste bevolkingsregister wordt geschreven. Het is Geertrui die dan hoofdbewoonster is omdat Gerrit Jan al op 8 juli 1856 is overleden. Inwonend zijn dan alleen nog oudste dochter Derkjen en jongste dochter Gerritje. Ook woont er nog een ander gezin in Broekman. Het zijn Hendrik Meijer en Antonia Gaikhorst die op 14 juni 1861 zijn getrouwd. Ze wonen er niet lang, voor maart 1863 vertrekken ze naar Almen. In 1864 komen dan Gerrit Jan Meijer (geen familie) en Willemina Geltink op de vrijgekomen plek wonen, zij waren op 1 april van dat jaar getrouwd.
1864 is ook het jaar dat er weer een mannelijke hoofdbewoner op Broekman komt. Het is Gerrit Jan Wissink die al op 22 maart 1862 met Derkjen Brummelman was getrouwd. Op 9 april 1864 werd het eerste kind (van de vier kinderen) geboren dus werd het tijd dat Gerrit Jan op Broekman kwam wonen. Op 2 februari 1874 overlijdt Gerrit Jan op 37-jarige leeftijd en als moeder Geertrui op 2 september 1878 overlijdt, blijft Derkjen met vier kinderen alleen over. Vlug dus op zoek naar een andere man en die wordt gevonden met Hermanus Enderink met wie Derkjen op 27 februari 1879 trouwt, uit dit huwelijk worden nog een zoon en een dochter geboren. Het is zoon Johan die de volgende hoofdbewoner van Broekman zou worden waardoor dus de familienaam Enderink aan het erve verbonden zou blijven, iets wat anno nu nog steeds het geval is. In 1879 komt er ook weer een nieuwe medebewoner: Albert Jan Pasman. Hij woont er van mei tot november en verhuist dan naar een naburige woning waar hij ook kort tot maart 1880 blijft wonen. Opvolgers zijn dagloner Jan Horsman en zijn vrouw Jenneken Leusveld en laten dat nou toevallig ook de opvolgers op Broekman zijn, maar dan pas in 1889. Van 1879 tot 1889 waren er dus geen medebewoners. In april 1890 vertrekken Jan en Jenneken en blijft hun onderkomen onbewoond. In 1892 zou Hermannus Horsman, een neefje van Jan Horsman, trouwen met Gerritdina Tonia Wissink (dochter van Derkjen Brummelman) en een aantal jaren op Broekman gaan wonen. Daarna woonden deze mensen op het erve Schurfthaar.
 
Op 3 maart 1900 overlijdt Derkjen Brummelman en wordt er een boedelbeschrijving opgemaakt waarin o.a. de spullen in de keuken, de waskamer, de kelder, het deel en het gewas op het land worden benoemd. Als onroerend goed wordt genoemd het erve Broekman bestaande uit huis en erf, bouwland, weiland, hakhout en heide met een totaal oppervlak van 6,8 hectare. Johan Enderink trouwt op 27 april 1901 met Dina Nijenhuis en zij wordt de nieuwe vrouw des huizes. Uit dit huwelijk worden zeven kinderen geboren. Het is zoon Hermanus die op het ouderlijk huis zou blijven wonen nadat zijn vader Johan op 15 februari 1950 overleed. Zoon Antoon was metselaar en metselde een huis tussen Braakhekke en de Nieuwe Braakhekke, maar dan aan de andere kant van de weg. Hij was getrouwd met Maria Berkenbosch. Vlakbij zijn huis stond de V1 startbaan bij de Braakhekke Bulten. Dochter Dina Enderink trouwde met Jan Nijkamp en zou tegenover de Strookappe familie komen te wonen, haar komen wij straks weer tegen!
 
1834-1878 Gerrit Jan Brummelman en Geertrui Draaijer Eerste hoofdbewoners
1864-1874 Gerrit Jan Wissink en Derkjen Brummelman Derkjen is de dochter van Gerrit Jan en Geertrui
1879-1920 Hermanus Enderink en Derkjen Brummelman Hermanus is de tweede man van Derkjen
1880-1950 Johan Enderink en Dina Nijenhuis Johan is de zoon van Hermanus en Derkjen
 
De medebewoners van Klein Broekman:
 
1861-1863 Hendrik Meijer en Antonia Gaikhorst Eerste medebewoners
1864-1866 Gerrit Jan Meijer en Willemina Geltink Geen familie van vorige bewoners, ook al zou je anders vermoeden.
1879-1879 Albert Jan Pasman Geen familie van vorige bewoners
1889-1890 Jan Horsman en Jenneken Leusveld Geen familie van vorige bewoners
 
In februari van 1871 wordt er bij Broekman een nieuw boerderijtje gebouwd door Johannes Zwierink en Hendrika Johanna Brummelman, een achternicht van Gerrit Jan Brummelman, de stichter van Broekman. Johannes en Hendrika waren afkomstig van het boerderijtje Vennink aan de huidige Lochemseweg. Johannes was timmerman van beroep en had er een bedrijf met timmermansknechten. Vandaag de dag is dat nog steeds zo! Vanaf 1889 wordt er echter tijdelijk niet getimmerd, want dan komt landbouwer Hendrik Jan Kamperman in de boerderij wonen samen met zijn echtgenote Hendrika Dengerink en schoonzuster Alberdina Johanna Dengerink. Johannes en Hendrika vertrekken naar het huis waar Jan Horsman en Jenneken Leusveld woonden die dan bij Broekman gaan inwonen!

In 1898 is de ongetrouwde Hendrik Mombarg, ook landbouwer, de hoofdbewoner. Maar hij is niet alleen, want met hem komen zus Willemina Johanna en haar kinderen Derk Jan en Garritjen Jimmink naar Klein Broekman, zoals het huis zou worden genoemd. Garritjen is getrouwd met Hendrik Jan Wichers en ook hij en de kinderen Lambertus Gerhardus en Willem Wichers wonen op Klein Broekman. Hendrik Jan is geboren op de naburige katerstede "De Prins", is timmerman van beroep en wordt na het overlijden van Hendrik Mombarg op 24 januari 1905 de nieuwe hoofdbewoner. Na zijn overlijden op 26 mei 1939 zette zoon Willem het timmerbedrijf voort. Willem was op 31 mei 1929 getrouwd met Hendrika Johanna Strookappe, dochter van Jan Strookappe van de Nieuwe Braakhekke. Ook Hendrik Jan, broer van Willem, was timmerman van beroep en woonde naast Klein Broekman.
 
1871-1889 Johannes Zwierink en Hendrika Johanna Brummelman Eerste hoofdbewoners
1889-1898 Hendrik Jan Kamperman en Hendrika Dengerink Geen familie van vorige bewoners
1898-1905 Hendrik Mombarg Geen familie van vorige bewoners
1898-1940 Hendrik Jan Wichers en Garritjen Jimmink Garritjen is een nichtje van Hendrik
1898-1982 Willem Wichers en Hendrika Johanna Strookappe Willem is de zoon van Hendrik Jan en Garritjen
 
 
Het erve Braakhekke is waarschijnlijk al voor 1600 gesticht. De eerste vermelding van het DTB-register van Almen dateert van 1616 en de naam wordt dan geschreven als "Broeckhecke". De boerderij zal zijn gebouwd bij een hek aan de rand van het broek en zal zo aan de naam zijn gekomen. De boerderij werd verpacht en de pachters waren niet altijd familie van elkaar. In 1734 trouwt Harmen Bieleman in op Braakhekke, zijn oudere zus Aaltjen Bieleman woonde er toen al want zij trouwde in 1726 ook al met een Braakhekke. De geschiedenis van Bieleman op Braakhekke valt te lezen op de speciale Bieleman pagina Wij pikken de draad op bij Steven Braakhekke, kleinzoon van reeds genoemde Harmen Bieleman (Braakhekke) en Fenneken Braakhekke en zoon van Jan Oltvoort (Braakhekke) en Garritjen Braakhekke. Jan Oltvoort is overigens afkomstig van het erve Oltvoort welke aan de andere zijde van het Emsbroek is gelegen en hij is overleden op 19 april 1792 nadat hij op 17 april van een balk was gevallen en ernstig gewond raakte aan zijn hoofd en zijde zoals te lezen is in het begraafregister: "Twee dagen te Vooren van den balken gevallen, het hoofd en in de Zijde deerlik gekwets". In 1796 bestaat het Braakhekke uit een "huys, schuur, zaadberg en schapenschot, hof en bouw-, hooy- en weilanden". Het wordt verhuurd van 1796 tot en met 1805 voor "16 mudden rogge, 14 mudden boekweit en 39 guldens groenpacht. En voor toepagten jaarlijks 2 gansen, 8 hoenders, 3 sak aardappelen en drie wagendiensten, bovendien betaalt den pagter de ordtrans verpondingen ad 20 guldens en het vuurstede geld". Info uit Twee Marken Gemerkt.
 

Steven Braakhekke is geboren in 1769 en was als enige opgroeiende zoon de logische opvolger van het erve Braakhekke. Een jaar na het overlijden van zijn vader trouwt hij met Geesken Oijtink en worden er twaalf kinderen geboren. Het toeval wil dat twee van deze kinderen mijn voorouders zijn waardoor Steven en Geesken dubbele voorouders zijn, best bijzonder. Eén van deze twee kinderen is Harmina die met Garrit Stoelhorst trouwde, meer hierover op de Stoelhorst pagina. Harmina is de overgrootmoeder van Heintje Stoelhorst die in 1919 trouwde met Hendrik Jan Strookappe en op het Erve Strookappe kwam te wonen. Hiermee is de eerste familieband met Strookappe beschreven en er volgen er nog een paar meer! Oudste zoon van Steven en Geesken is Gerrit Braakhekke en hij is de volgende mannelijke hoofdbewoner wat hij al werd na het overlijden van zijn vader op 4 mei 1817, hij was toen net 21 jaar. Trouwen deed hij pas op 3 juli 1829 met Hendrika Nijendijk. In de periode 1810-1861 bestond de veestapel van de Braakhekke uit twee paarden en acht runderen, heel wat voor die tijd.
 
Gerrit is volgens het bevolkingsregister tot 1870 hoofdbewoner geweest, maar ondertussen woonde oudste zoon Christiaan er ook met zijn vrouw Eva Meijlink met wie hij in 1859 trouwde. Eva is de dochter van Jenneken Braakhekke, zus van Gerrit Braakhekke. Christiaan en Eva waren dus neef en nicht en voor Eva was de Braakhekke bekend terrein. Zij is er in 1869 overleden en Christiaan hertrouwde in 1870 met Garritjen Slagman uit Laren. Ook van haar werd Christiaan weduwnaar want zij overleed in 1882. Het erve Braakhekke heeft voor Christiaan dus vervelende herinneringen en misschien daarom sticht hij in 1882 een nieuwe boerderij welke de naam Nieuwe Braakhekke krijgt. Hier gaat hij wonen met zijn dochter Hendrika die later zou trouwen met ... Jan Strookappe! Hierover meer bij het verhaal over de Nieuwe Braakhekke. In 1882 eindigt dus de bewoning van de Braakhekke door Braakhekkes en komt er een nieuwe familienaam ten tonele: Eijerkamp. Het is Jan Eijerkamp en zijn echtgenote Jenneken Starink die op februari 1882 op Braakhekke komen wonen, maar in augustus 1884 alweer vertrekken. In februari 1885 komen de volgende bewoners: Gerrit Jansen en Karolina Gardina Wiltink die op het naburige Klein Mensink woonden. Zij zouden veel langer op Braakhekke blijven wonen, want in februari 1906 vertrekken zij naar Bathmen waar Gerrit vandaan kwam. Karolina haar neef Gerrit Hendrik Wiltink was getrouwd met Aaltje Braakhekke, dochter van Gerrit Braakhekke en Hendrika Nijendijk en dit heeft vast een verband met de komst van Gerrit en Karolina naar Braakhekke.
 
In 1906 komen Antonie Smale en Willemina Johanna Loman naar erve Braakhekke en dit heeft ook gevolgen voor de Strookappe geschiedenis. Antonie is namelijk de broer van Jantje Smale die op 3 februari 1912 trouwde met Hendrik Jan Strookappe en zij zullen elkander waarschijnlijk op of nabij het erve Braakhekke ontmoet hebben. Na het overlijden van Antonie op 18 mei 1923 blijft Willemina wonen op het Braakhekke met zoon Gerrit die er dan landbouwer is, wat alle bewoners zijn geweest.

Op 26 april 1929 komen Hendrik Blankenberg en Gerritdina Schutte naar de Braakhekke en de familienaam Blankenberg is nog steeds verbonden aan de boerderij. In december van 1932 is de boerderij afgebrand zoals ook in dit krantenartikel met foto is te zien. De huidige boerderij dateert van 1933. Gerritdina Schutte is overigens de dochter van Garritdina Bieleman, de bekende familienaam die twee eeuwen daarvoor al klonk op het Braakhekke!
 
1793-1844 Steven Braakhekke en Geesken Oijtink Geesken is overleden op 15 april 1844, zij hertrouwde niet
1829-1875 Gerrit Braakhekke en Hendrika Nijendijk Gerrit is de zoon van Steven en Geesken
1859-1869 Christiaan Braakhekke en Eva Meijlink Christiaan is de zoon van Gerrit en Hendrika
1870-1882 Christiaan Braakhekke en Garritjen Slagman Garritjen is de tweede vrouw van Christiaan, verhuist in 1882 naar de Nieuwe Braakhekke
1882-1885 Jan Eijerkamp en Jenneken Starink Geen familie van vorige bewoners
1885-1906 Gerrit Jansen en Karolina Gardina Wiltink Geen familie van vorige bewoners, Karolina is wel verre familie van de Braakhekkes
1906-1929 Antonie Smale en Willemina Johanna Loman Geen familie van vorige bewoners
1929-....... Hendrik Blankenberg en Gerritdina Schutte Geen familie van vorige bewoners
 
 
Christiaan Braakhekke senior verhuisde al in maart 1882 naar de Nieuwe Braakhekke, nog geen twee weken na het overlijden van zijn echtgenote Garritjen Slagman. Zijn vijf inwonende dochters en zoon gingen met hem mee.
 
Op 30 januari 1886 trouwt oudste dochter Hendrika met Jan Strookappe, zoon van Jan Strookappe en Janna Oldenboom die op de naastgelegen Scholte gewoond hebben. In maart 1886 komt Jan Strookappe op de Nieuwe Braakhekke wonen waarbij hij een overeenkomst aangaat over het onroerend goed en inventaris van de Nieuwe Braakhekke met zijn schoonvader en ook Gerrit Jan Schoemaker en Hendrik Jan Slagman die de toeziend voogden zijn van de kinderen van Christiaan uit diens eerste resp. tweede huwelijk. Erve De Nieuwe Braakhekke bestond in 1886 uit een huis, bouwland, dennenbos, houtwal en heide in ontginning en was samen bijna 2,5 hectare groot. Betreft kadastrale percelen 1427 t/m 1431. Nadat Christiaan Braakhekke op 11 december 1886 is overleden is Jan Strookappe helemaal hoofdbewoner geworden en is de familienaam Strookappe aan dit erve verbonden. Hoe het Jan Strookappe op dit erve verging, is uitgebreid te lezen op de Harfsen pagina. Daar is ook nog veel meer te lezen over de boerderij.
Jan Strookappe en Hendrika Braakhekke kregen vier kinderen waarvan alleen twee dochters zouden opgroeien. De oudste dochter bleef op Nieuwe Braakhekke wonen, de jongste dochter verhuisde richting het erve Broekman. In maart van 1910 komt Johanna Dijkerman en haar twee zoons bij de familie Strookappe inwonen. Johanna was in januari weduwe geworden van Christiaan Braakhekke junior, de jongste broer van Hendrika. Zij woonde op het erve Dollekamp. In 1912 verhuist Johanna naar Laren en gaat in het huisje wonen waar Jan Strokappe van het Erve Strookappe woonde, hij overleed in 1911.

Oudste dochter Everdina Johanna (Dina) trouwde op 16 mei 1914 met Bertus Koerselman en hij komt dan op de Nieuwe Braakhekke wonen. Zij krijgen een dochter en een zoon. Bij het nieuwe bevolkingsregister van 1921 wordt Bertus genoemd als hoofdbewoner en Jan Strookappe als schoonvader, hij is dan ook al 65 jaar oud en kan van zijn pensioen genieten. Jan Strookappe overlijdt op 2 december 1926. Als dan ook Bertus op 30 mei 1931 komt te overlijden, is er geen mannelijke hoofdbewoner meer op de boerderij. Everdina neemt de touwtjes in handen en runt samen met haar inmiddels 70-jarige moeder de boerderij. Nadat zoon Derk Jan trouwde met Gerritje Stegeman is er weer een mannelijke hoofdbewoner. Hendrika Braakhekke is overleden op 10 januari 1945 en Everdina Johanna Strookappe overleed op 2 februari 1978.
 
Op 1 juni 1927 raasde er trouwens nog een cycloon over de Nieuwe Braakhekke, welke ook wel bekend stond als "Strookappe", waarbij het dak boven de slaapkamers eraf waaide. De deksel op de gierput en de pruimenboom naast de boerderij werden ook weggeblazen en zijn nooit meer teruggevonden!
 
1882-1886 Christiaan Braakhekke Eerste hoofdbewoner
1886-1945 Jan Strookappe en Hendrika Braakhekke Hendrika is de dochter van Christiaan
1914-1978 Bertus Koerselman en Everdina Johanna Strookappe Everdina is de dochter van Jan en Hendrika
1919-....... Derk Jan Koerselman en Gerritje Johanna Stegeman Derk Jan is de zoon van Bertus en Everdina
 
 
Het Emsbroek is gesticht ver voordat de Strookappes ook maar een stap in Harfsen hadden gezet en is waarschijnlijk al voor 1737 gesticht. Het is de eerste boerderij die aan de huidige Emsbroekweg is gebouwd. In de 18e eeuw werd het Emsbroek bewoond door mensen die de boerderijnaam als familienaam gebruikten waarmee de familie Emsbroek ontstond. De eerste bewoner die de Strookappe familie zou ontmoeten was Berend Braakhekke, zoon van Albert Braakhekke en Willemken Lueks. Zijn vader Jan heette oorspronkelijk Pekkeriet en was niet afkomstig van het nabijgelegen Erve Braakhekke al waren er wel familiebanden zoals er zoveel waren in het buurschap Emsbroek. Jan Pekkeriet was overigens getrouwd met Derksken Oltvoort, zus van Jan Oltvoort die dus wel op Braakhekke woonde.

Berend was getrouwd met Derkjen ten Have, maar zij overleed op 28 mei 1829, en Berend hertrouwde met Hendrika Groot Hulze die in 1854 overleed en dus wel de Strookappes heeft gekend. Berend zelf overleed op 8 november 1874 en heeft dus nog meegemaakt dat het Erve Strookappe naast het Emsbroek werd gebouwd. Nieuwe hoofdbewoners van het Emsbroek zijn oudste zoon Albert Braakhekke (één van de zes kinderen met Hendrika Groot Hulze) en zijn vrouw Fenneken Spenkelink met wie Albert op 1 mei 1857 trouwde. Fenneken is de dochter van Jenneken Brinoord, deze naam komen we later nog tegen. Een broer van Fenneken is Hendrik Jan Spenkelink, ook hem komen we nog tegen als hoofdbewoner van het erve Hulshof.
Albert en Fenneken krijgen vier kinderen waarvan er maar één de volwassen leeftijd bereikt en hij is dan ook de beoogde opvolger; zijn naam is Berend Jan en hij is geboren op 9 februari 1869. In mei 1863 wordt het Emsbroek ook bewoond door Gerrit Willem Klein Nulend die er werkt als dienstknecht, maar ook familie is. Hierover meer als wij Gerrit Willem in een andere boerderij weer tegenkomen. Berend Jan Braakhekke trouwde op 22 maart 1890 met Berendina Wuestman, moeder Fenneken was net 13 dagen ervoor overleden. Het Emsbroek werd toen alleen bewoond door Albert, zoon Berend Jan en schoondochter Berendina en van mei 1891 tot januari 1892 woont er ook Lammerdine Spenkelink, een nichtje van Fenneken Spenkelink. Ook zijn er nog twee dochters geboren in 1891 en 1896, maar zij leefden maar kort.

In 1898 vertrekken Albert, Berend Jan en Berendina naar Zwolle en komen er nieuwe bewoners: Jan Wuestman (broer van Berendina), echtgenote Janna van Til en dochter Dina. Zij zijn afkomstig van Eefde maar Jan en Janna woonden in hun eerste huwelijksjaar bij ouders van Janna op boerderij de Braamkolk in de Eesterhoek te Gorssel. Op de foto hiernaast zien wij Janna rechts met haar zuster Garritjen.

Jan Wuestman overlijdt op 18 januari 1904 en Janna hertrouwt op 22 april 1905 met Teunis Bouwmeester, kleinzoon van Hendrika Braakhekke die geboren is op het erve Braakhekke.
 
Het echtpaar en zoon Jan Bernard (twee andere kinderen overlijden jong) wonen er tot 1938 en maken dan plaats voor Berend Jan Brinoord en Dina Dikkeboer uit Bathmen. Dit keer geen familie alhoewel .... Berend Jan is de bed achterkleinzoon van Jenneken Brinoord, moeder van Fenneken Spenkelink. Deze verre familiebanden hebben mogelijk toch nog iets te maken met de komst van de familie Brinoord die nog jaren op de boerderij woonden en goede buren waren van de familie Strookappe. Vanaf Berend Braakhekke, die nog een tijd dagloner van beroep is geweest, waren alle hoofdbewoners landbouwers.
 
 
1736-1754 Gerrit Alerts Emsbroek (geb. Klein Ilsink) en Maria Jansen Morrenhof Eerste hoofdbewoners
1755-1803 Goossen Willemsen Emsbroek (geb. Lenderink) en Maria Jansen Morrenhof Goossen is de tweede echtgenoot van Maria
1791-1797 Berend Lensink en Willemken Lueks Berend zijn vader is afkomstig van Groot Ilsink
1798-1825 Albert Braakhekke en Willemken Lueks Albert is de tweede man van Willemken
1827-1829 Berend Braakhekke en Derkjen ten Have Berend is de zoon van voorgaande hoofdbewoner Albert Braakhekke (Pekkeriet)
1830-1874 Berend Braakhekke en Hendrika Groot Hulze Hendrika is de tweede vrouw van Berend, zij is overleden op 04-01-1854
1857-1898 Albert Braakhekke en Fenneken Spenkelink Albert is de zoon van Berend en Hendrika, hij is overleden op 20-07-1920 te Zwolle
1890-1898 Berend Jan Braakhekke en Berendina Wuestman Berend Jan is de zoon van Albert en Fenneken
1898-1904 Jan Wuestman en Janna van Til Jan is de broer van Berendina Wuestman
1905-1938 Teunis Bouwmeester en Janna van Til Teunis is de tweede man van Janna
1938-1950 Berend Jan Brinoord en Dina Dikkeboer Berend Jan is verre familie van Fenneken Spenkelink
 
In het overzicht hierboven staat nog één persoon die nog niet omschreven is: Berend Lensink. Hij trouwde op 20-02-1791 met Willemken Lueks en nakomelingen van hen komen we nog in de buurt tegen. Berend is op 1 november 1797 overleden en bijzonder is wat erover geschreven is in het begraafregister: "Is 's avonds te vooren beschonken en dronken zijnde, in den Herfsen Enk bij Smeenk dood gevonden, doornat zijnde zeeker verkleumpt". Hij zal een borrel zijn wezen drinken bij 't Hoentje of 't Haantje want Smeenk ligt op de weg van deze herbergen naar het Emsbroek. Bijgaand een foto van het Smeenk afkomstig uit het fotoboek van Gerrit Strookappe die bevriend was met de familie Valkerman die er later woonde. Doordat het Smeenk buiten het Emsbroek valt echter verder geen aandacht voor deze boerderij en haar bewoners.
 
De Scholte is gesticht door Johannes Scholten. Deze woonde eerst met zijn vrouw Elsken van den Berg (ook wel Plaggenberg) en kinderen aan erve Plaggenberg aan de huidige Esveldsdijk, deze kreeg Elsken in 1809 toegedeeld nadat haar beide ouders waren overleden. Voor 1821 vertrekken zij dan richting de plek van de Scholte, maar bouwden toen nog niet het boerderijtje de Scholte.
Eerst woonden zij in een hut welke de naam "Plakhutte" zou krijgen, de naam lijkt afgeleid van "Plaggenberg" maar kan ook heel toepasselijk de naam "Plakhutte" hebben gekregen omdat het huisje middenop de onontgonnen heide ongetwijfeld van heideplaggen zal zijn gebouwd. Op de kadastrale atlas van 1832 staat de Plakhutte duidelijk aangegeven, maar wanneer dochter Aaltjen Scholten op 21 april 1832 overlijdt wordt het huisje "Scholtenhut" genoemd. Vader Johannes, die timmerman was, overlijdt op 28 april 1840 in "katerstede Scholten" en dit geeft aan dat de katerstede Scholte tussen 1832 en 1840 gebouwd zal zijn.

De katerstede is aan de weg gebouwd, de hut stond meer van de weg ongeveer op de plek van de schuur hiernaast. Links op de kleurenfoto is de achterzijde van de Scholte te zien. De oudere rechterfoto is vanaf de Scholte gemaakt en laat dezelfde schuur zien. Het weggetje ernaartoe stond bekend als 't Achterlaantje.

 
Echtgenote Elsken vertrekt dan naar Baak en de volgende bewoners van het boerderijtje zijn Zweer Zweers (dagloner) en Geertjen Spikvoort die net op 19 juni 1840 waren getrouwd. Er worden vijf kinderen geboren en zoon Jan is de vader van Zwier Zweers die ook in het Emsbroek zou wonen en zeer bekend was met de Strookappe familie. Geertjen Spikvoort is trouwens een nicht van Gerrit Jan Spikvoort die samen met zijn vrouw Harmina de Groot dan nog de grond bezitten waar later Erve Strookappe gebouwd zal worden.
Het bruggetje naar de volgende eigenaar is dan gelijk ook gemaakt, want Derk Hendrik de Groot (echter geen familie) komt waarschijnlijk in 1854 op de Scholte wonen nadat hij op 17 februari van dat jaar was getrouwd met Jenneken Bruntink. Hij was dagloner van beroep. De naam De Groot zou daarna vele jaren aan deze katerstede verbonden blijven. Waarschijnlijk was hij ook eigenaar want op 28 juni 1853 werd de katerstede geveild. Deze bestond toen uit huis en erf, bouw-, bosch- en heidegronden en aanwijzing werd gedaan door op deze katerstede wonende bouwman Zwier Zwiersen.

Derk Hendrik is overleden op 10 februari 1877 en Jenneken was daarna hoofdbewoonster en woonde er met de kinderen Maria Grada en Jan Hendrik. Jenneken, die uiteindelijk akkerbouwster was, is overleden op 23 oktober 1886. Op 10 juni van dat jaar waren zij en haar zoon middels een akte nog overeengekomen dat Jan Hendrik voor haar zou zorgen tijdens de rest van haar leven wat dus niet lang heeft geduurd. Op 29 mei was Jan Hendrik getrouwd met Derkje Zomer en zij zijn de volgende hoofdbewoners van de Scholte en Jan Hendrik werkt er als akker- en landbouwer, maar was ook arbeider van beroep. Er worden zes kinderen geboren waarvan er drie op jonge leeftijd zijn overleden. Jan Hendrik zelf leefde tot 21 februari 1944 en woonde uiteindelijk aan de overzijde van de toenmalige Kapelweg waar een nieuw huis werd gebouwd en waar daarna zoon Derk Jan heeft gewoond.
 
1820-1840 Johannes Scholten en Elsken van den Berg Eerste bewoners, afkomstig van erve Plaggenberg
1840-1854 Zweer Zweers en Geertjen Spikvoort Geen familie van vorige bewoners
1854-1886 Derk Hendrik de Groot en Jenneken Bruntink Geen familie van vorige bewoners
1886-1944 Jan Hendrik de Groot en Derkje Zomer Jan Hendrik is de zoon van Derk Hendrik en Jenneken
 
De familie de Groot mag dan lang op de Scholte hebben gewoond, maar ze waren niet de enige! De volgende families hebben er ook gewoond:
 
1856-1867 Jan Strookappe en Janna Oldenboom Jan is de oudste zoon van Jan Strokappe, hoofdbewoner van Erve Strookappe
1867-1879 Jan Strookappe en Janna Horstman Janna Horstman is de tweede vrouw van Jan
1882-1885 Gerrit Willem Klein Nulent en Willemina Udink Geen familie van vorige bewoners, Gerrit Willem was dienstknecht op het Emsbroek
1888-1889 Hendrik Schotman en Gardina Welbergen Geen familie van vorige bewoners
1929-1934 Berend Jan Nijkamp en Derkjen de Groot Berend Jan is geboren op het erve Dijkman
1934-1949 Evert Willem Kok en Tonia van den Noort Geen familie van vorige bewoners
 
De foto hiernaast is van de familie Kok. Op de voorgrond zien we het echtpaar Evert Willem Kok en Tonia van den Noort en daarachter staan v.l.n.r. hun zoons Anton, Gerrit, Peter en Jan. Het gezin komt oorspronkelijk uit Olst maar verhuisde in 1928 naar Gorssel waar zijn woonden op het boerderijtje Beltmanskamp in de Eesterhoek. Meer informatie hierover is te vinden op de Boschterhoek pagina van de Eesterhoek website.
 
Er is enige twijfel over waar met name Jan Strookappe heeft gewoond: in de Scholte bij de familie de Groot of toch nog in de Plakhutte? Zijn oudste zoon Jan werd b.v. op 26 februari 1856 in de Kleine Strookappe geboren. Was dat omdat ze in de Plakhutte woonden en deze niet comfortabel genoeg was voor de geboorte van een kind? Toch is het meer aannemelijk dat bovenstaande bewoners wel degelijk in de Scholte hebben gewoond en dat deze dus een dubbele bewoning had ook omdat het huisnummer van de Scholte werd gebruikt met de toevoeging van een klein tweetje. In het bevolkingsregister vanaf 1861 tot ongeveer 1890 is er tevens constant een lege pagina gelaten voor een huis bij de Scholte en waarschijnlijk is dat de Plakhutte welke al die tijd onbewoond zal zijn geweest. Behalve dan in de periode 1861-1870 want dan wonen er Hendrik Maatman en Aaltjen Klein Nulent nadat hun huisje elders was afgebroken. Er komt in 1866 een nieuw huisnummer (126) dat van de Scholte werd 125. Was de Plakhutte al die tijd onbewoond en nu door Hendrik en Aaltjen toch weer bewoond? Om het nog wat ingewikkelder te maken: op de kaart van 1867 staat de katerstede aan de weg genoemd als ... de Plakhutte!

 
Aaltjen Klein Nulent is de moeder van Gerrit Willem Klein Nulent die later in de Scholte woonde en zij is de dochter van Gardina Braakhekke die op het Emsbroek is geboren. Later wonen Hendrik en Aaltjen bij het Erve Strookappe en hun dochter Anna is er ook opgegroeid. Na het vertrek van Hendrik Schotman lijkt er lange tijd geen dubbele bewoning van de Scholte te zijn geweest. In 1929 komen Berend Jan Nijkamp en Derkjen de Groot er wonen: hij is van het erve Dijkman naast het erve Strookappe, zij is familie van Harmina de Groot die de grond van het erve Strookappe in haar bezit had. In 1934 komt Evert Willem Kok op de Scholte wonen en zijn zoon Peter Kok heeft er tot 1962 gewoond.
 
Met ons bezoek aan Dijkman komen wij dichtbij de Strookappes en is het interessant om te zien hoe de eerste bewoning in deze buurt is ontstaan, want op de kadastrale kaart van 1832 hebben we kunnen zien dat er nog niets stond en dat het gebied van Dijkman (perceel 618) bestond uit heide. Het zal waarschijnlijk 1837 zijn geweest dat er het eerste huisje wordt gebouwd welke de naam Dijkman zou krijgen. Deze stond vlak aan de weg in het tegenwoordige weiland tegenover het latere Erve Strookappe. Kadastraal kreeg het huis met erf perceelnummer 663 en de heide eromheen werd perceelnummer 664.

Het huisje werd bewoond door Harmen Bouwmeester en Janna Klein Haneveld, zij waren afkomstig van het Koksel te Oolde (Laren). Als Janna op 8 oktober 1841 overlijdt op Dijkman wordt daarvan aangifte gedaan door Gerrit Jan Leunk, een 47-jarige dagloner die op het naburige erve de Botter woont. Hem komen wij verderop het verhaal nog tegen. Op de foto hieronder het weiland tegenover de Strookappe boerderij waar de huisjes van Nijkamp en Leunk hebben gestaan.
Tussen 1847 en 1850 komen Berend Harmen Nijkamp en Elsken Reesink op het erve Dijkman wonen. Ook zij zijn afkomstig van Laren en woonden er op het erve Velderman. Berend Harmen Nijkamp zal zijn geboren op het erve Nijcamp in Verwolde welke ook "Dijkmanscamp" werd genoemd! Het leek daarom aannemelijk dat de familie Nijkamp de eerste bewoners van Dijkman in Harfsen zouden zijn geweest en de naam Dijkman meenamen van Verwolde, maar de Bouwmeesters waren hun toch voor en kozen heel toevallig ook voor deze boerderijnaam waarvan de reden verder niet bekend is. Berend Harmen en Elsken kregen tien kinderen waarvan er twee levenloos ter wereld kwamen en drie op jonge leeftijd zijn overleden. De andere vijf woonden allemaal in het Emsbroek en hierdoor werd Nijkamp de meest voorkomende familienaam in het Emsbroek.

Wij stellen deze vijf kinderen alvast voor:

 

1. Gerrit Jan Nijkamp geb. 28-09-1830 te Laren woont later op Dollekamp
2. Tone Nijkamp geb. 19-10-1832 te Laren woont later op Dollekamp en de Kleine Boter
3. Albert Nijkamp geb. 13-09-1837 te Laren woont later op de Kleine Boter
4. Jan Nijkamp geb. 15-12-1839 te Laren blijft wonen op Dijkman
5. Hendrika Nijkamp geb. 29-06-1849 te Harfsen  
 
Door de registratie van de geboorte van Hendrika weten wij dat de familie Nijkamp voor 29 juni 1849 in Harfsen woonden en na 11 augustus 1847 uit Laren zijn vertrokken omdat toen nog een zoontje van Berend Harmen en Elsken er is overleden. Overigens was Berend Harmen de kleinzoon van Berentjen Nijkamp en werd haar zus Janna Nijkamp bij haar overlijden in 1761 genoemd als "vrouw van Strookappe". Waarschijnlijk zal er ook in Laren een huisje met de naam Strookappe hebben gestaan en het is goed mogelijk dat H.W. Heuvel hierover schrijft in zijn boek "Oud Achterhoeksch Boerenleven". Lees hierover meer op de Holten pagina.

Tussen 1851 en 1856 wordt er een huisje bijgebouwd op het erve Dijkman en hier kwam Gerrit Jan Leunk te wonen. Hij woonde daarvoor nog in een daglonershuisje bij het erve de Botter waarvan zijn broer Albert Leunk de hoofdbewoner was. In 1864 zou Gerrit Jan de Kleine Boter stichten en meer over Gerrit Jan is in het verhaal over deze boerderij te lezen.

1864 is toevallig ook het jaar van overlijden van Berend Harmen Nijkamp die op 5 augustus overleed. Jongste zoon Jan wordt dan de nieuwe hoofdbewoner van Dijkman. Op 17 mei 1866 trouwt hij met Johanna Zomer en besluiten ze een nieuw huis te bouwen welke in 1867 op de kaart verschijnt onder kadastraal nummer 1171, zie afbeelding hiernaast. Dit is de plek van de huidige boerderij alhoewel de kaartjes eerder op de pagina anno 1867/1894 en 1911 anders doen vermoeden. Het oude huisje (663) aan de weg is in 1868 afgebroken. Berend Harmen en zoon Jan waren allebei dagloner van beroep dus het nieuwe boerderijtje zal niet groot zijn geweest.

Jan Nijkamp en Johanna Zomer waren dus de nieuwe hoofdbewoners van Dijkman, maar broer Tone heeft er ook nog gewoond met zijn echtgenote Henders Bronzewijker na hun huwelijk op 8 september 1864. Later woonden ze elders in de Emsbroek, hierover straks meer.

Jan en Johanna krijgen vier kinderen: drie zoons en één dochter. Op de foto hiernaast is de hele familie te zien, achter Jan en Johanna staan v.l.n.r. de kinderen Martinus, Berend Harmen, Johan en Everdina Harmina.
 
Het is opnieuw de jongste zoon die op de boerderij blijft wonen en zijn naam is Johan, geboren op 17 maart 1874. Op 10 februari 1898 verkoopt Jan aan Johan het bouwplaatsje Dijkman, welke dan ruim vijf hectare groot is, voor 900 gulden. Daarbij nog de inboedel, landbouwgereedschappen en de te veld staande vruchten voor 400 gulden. Johan trouwt dan op 14 mei van dat jaar met Derkjen Zweers, kleindochter van Zweer Zweers die op de Scholte woonde. Johan en Derkjen krijgen zeven kinderen in de periode 1899-1914 waarvan er één op jonge leeftijd is overleden. Nu is het niet een keer de jongste maar de oudste zoon die de boerderij van zijn vader overnam. Het is Jan, vernoemd naar zijn opa. Hij trouwt waarschijnlijk in 1930 met Dina Enderink die afkomstig is van boerderij Broekman. Op 8 december van dat jaar was zijn moeder Derkjen overleden en daarmee was er geen vrouw des huizes meer en was Dina van harte welkom op Dijkman. Dina en Jan kregen vier dochters, er werd geen zoon geboren. Aan de overkant bij Strookappe liepen er veel meer kinders en Dina hielp Heintje Strookappe dan ook regelmatig een handje, ze was een hele behulpzame buurvrouw!
 
In 1938 was het gebeurd met de burenhulp van Dina, want toen verhuisde de familie Nijkamp naar de Lindeboom in Gorssel en kwam er een einde aan een tijdperk van ruim 90 jaren Nijkamp op Dijkman. Opvolgers op Dijkman waren Egbert Noordkamp en Derkjen Schoneveld die in februari 1939 van het erve Nieuw Hietbrink in Kring van Dorth kwamen. Hein Strookappe heeft ze nog helpen verhuizen, ook de Strookappes waren goede buren! De familie Noordkamp woont nog steeds op Dijkman en hun huidige boerderij is te zien op de foto hiernaast genomen met de rug naar Strookappe.
Dina Nijkamp-Enderink
 
1837-1847 Harmen Bouwmeester en Janna Klein Haneveld Eerste bewoners, afkomstig van erve Koksel te Oolde
1848-1875 Berend Harmen Nijkamp en Elsken Reesink Geen familie van vorige bewoners, Elsken is overleden op 2 september 1875
1866-1927 Jan Nijkamp en Johanna Zomer Jan is de zoon van Berend Harmen en Elsken
1898-1938 Johan Nijkamp en Derkjen Zweers Johan is de zoon van Jan en Johanna
1930-1938 Jan Nijkamp en Dina Enderink Jan is de zoon van Johan en Derkjen
1939-1988 Egbert Noordkamp en Derkjen Schoneveld Geen familie van vorige bewoners
 
 
Op de bovenste van het Dijkman verhaal zien we een luchtfoto van boerderij Dijkman welke in 1954 is gemaakt. Het weggetje loopt naar boerderij Dollekamp. Ook de Strookappes maakten graag gebruik van het weggetje wat de kortste weg naar Harfsen was. Een andere weg was de Allemansgeest route die dwars door het bos liep. Wij nemen de kortste weg en brengen een bezoek aan Dollekamp.
 
Toen de Strookappe familie in 1864 de Kleine Strookappe verruilde voor Erve Strookappe was dat goed nieuws voor Gerrit Jan Nijkamp, oudste zoon van Berend Harmen Nijkamp en Elsken Reesink van het erve Dijkman. Hij had nu de mogelijkheid om naast zijn ouderlijk huis te wonen met zijn vrouw Johanna Wesseldijk en zijn pasgeboren zoontje Berend Harmen en kocht het huisje en de grond eromheen van Hermanus ten Velde. Bijzonder gegeven is dat Gerrit Jan Nijkamp daarvoor nog op of nabij katerstede de Kleine Horst woonde welke was gebouwd door Pieter van der Horst die met de familie Strookappe samenwoonde in de Kleine Koekkoek!

De Kleine Strookappe (perceel 678) kan Gerrit Jan echter niet bekoren en moet al snel plaatsmaken voor een nieuwe comfortabeler woning (perceel 1152) welke er vlak naast werd gebouwd, zie afbeelding hiernaast van een kadasterkaart anno 1865. Waarschijnlijk is de Kleine Strookappe kort na 1865 afgebroken en in ieder geval voor 1868, want toen stond die niet meer op de kaart.
 
Ook Tone Nijkamp, broer van Gerrit Jan, en zijn vrouw Henders Bronzewijker, die eerder nog op het erve Dijkman inwoonden, woonden bij Gerrit Jan in huis. Bij het overlijden van een dochtertje van Tone in 1868 zijn het overigens Jan Strookappe en Gerrit Jan Leunk die daarvan aangifte deden. Dit dochtertje overleed bij Tone in huis, het jaar ervoor overleed een ander dochtertje op het erve Dijkman alhoewel Tone daar toen niet meer woonde.
 
Gerrit Jan Nijkamp is overleden op 10 juni 1871 en zijn vrouw en zoontje zijn daarna vertrokken. Tone Nijkamp bleef wonen tot maart 1872 en vertrekt dan naar het erve Hondeveld. In oktober 1872 komen er nieuwe bewoners: de net getrouwde Johan Jacob Schröder en Aaltje Maatman. Aaltje is de zus van Hendrik Maatman die bij Strookappe woonde, hierover straks meer. Johan en Aaltje hadden het na twee weken alweer bekeken op het platteland en verhuisden naar de stad Zutphen.

Dan komen Lammert Aijtink en Hendrika Klein Egelink naar het boerderijtje welke nog steeds geen naam heeft. Daar komt verandering als Hendrik Willem Dollekamp in december 1874 op het boerderijtje komt wonen en zijn eigen naam aan het huisje schenkt. Zo ontstaat Dollekamp welke toen al 10 jaar oud was. Het huisje was op 13 juli 1874 door Dollekamp gekocht. Waarschijnlijk was het een daglonerhuisje omdat al de genoemde bewoners dagloner van beroep waren. In december 1874 was het overigens gebeurd met de dubbele bewoning van het huisje, waarschijnlijk wilde Hendrik Willem Dollekamp deze voor zichzelf. Het andere gedeelte werd toen nog bewoond door Willem Klein Nulent en Garritjen Groot Ulen. Willem was de zoon van Engbert Klein Nulent en Gardina Braakhekke die op het Emsbroek is geboren. Een zus van Willem zou in december 1874 trouwen met de vroegere bewoner Tone Nijkamp! Uit het kadaster register van Dollekamp blijkt dat de grond om de voormalige Kleine Strookappe landbouwgrond is. Waarschijnlijk was dit al zo toen de familie Strookappe er woonde en hebben zij hier al verbouwd. Het was een perceel van een halve hectare. De grond daaromheen was allemaal heide.
 
Hendrik Willem Dollekamp was getrouwd met Aaltjen Leunk die geen familie van eerder genoemde Gerrit Jan Leunk was. Het huwelijk bleef kinderloos en opvolgers waren er dus niet. Echter nichtje Johanna Dijkerman (dochter van Gerdina Dollekamp, zus van Hendrik Willem) trouwde op 26 mei 1900 met Christiaan Braakhekke van de Nieuwe Braakhekke en zij trouwen in op Dollekamp. Christiaan is de jongste zoon van Christiaan Braakhekke en Garritjen Slagman die op Braakhekke woonden. Hendrik Willem Dollekamp is overleden op 6 maart 1902 en Aaltjen Leunk verkoopt op 2 mei 1903 het huisje voor 1925 gulden aan Christiaan Braakhekke en blijft er wonen tot 4 december 1905, de dag van haar overlijden. Christiaan en Johanna krijgen twee zoons: Hendrik Albert en Gerrit Christiaan. Als hun vader al op 19 januari 1910 overlijdt (hij werd maar 30 jaar oud) zijn zij weeskinderen en wordt (oom) Jan Strookappe van de Nieuwe Braakhekke als voogd aangesteld. Doordat er geen testament was, waren de kinderen automatisch de erfgenamen. Gemachtigd door Johanna Dijkerman biedt hij op 23 maart 1910 het bouwplaatsje Dollekamp aan ter veiling. Dollekamp bestaat dan uit een huis en erf met bouwland, weiland en heide. Samen ruim 8 hectare groot en kadastraal bekend onder nummer 404 en 1151 t/m 1155. Op 6 april vindt de veiling plaats en wordt het huis en erf gekocht door Gerrit Teunissen voor 1300 gulden. Het bestond uit een woonhuis met schuurtje, zaadberg, bouwland, weiland en heide. Kopers van andere percelen heide en weiland zijn Johan Nijkamp van Dijkman, Gerrit Plekkenpol voor zijn zoon Derk Plekkenpol (komen we straks nog tegen) en ook Jan Strookappe zelf kocht een stuk weiland. Na de veiling vertrekken Johanna Dijkerman en de twee kinderen naar de Nieuwe Braakhekke waar ze gaan wonen bij Jan Strookappe.
 
Nieuwe hoofdbewoner van Dollekamp is voornoemde Gerrit Teunissen die een hypotheek van 1300 gulden afsluit met Jan Hendrik de Groot van de Scholte. Echtgenote van Gerrit is Johanna Klein Nulent, een nichtje van Willem Klein Nulent die eerder bij Dollekamp woonde. Op 23 april 1912 verkoopt Gerrit het plaatsje Dollekamp middels een veiling aan Jacobus van Veldhuizen voor 1370 gulden en daarbij is de verkoop van de andere percelen dus nog extra winst.
 
Gerrit vertrekt dezelfde maand naar Laren, maar Jacobus, die landbouwer is in Wilp, gaat niet op Dollekamp wonen en verkoopt Dollekamp op 21 oktober 1912 voor 1500 gulden door aan Evert Jan de Greef. Hij en zijn vrouw Johanna Maria Regelink zijn afkomstig van het erve Dijkzicht in Almen. Zij gaan er wonen met hun enige zoon Hendrik Jan die in 1905 is geboren. In 1927 bouwen ze een nieuwe boerderij welke er nog steeds staat maar niet meer is bewoond. De oude boerderij werd dat jaar door een cycloon vernield. Zoon Hendrik Jan trouwt in 1929 met Heintje Brandenbarg uit Vorden en zij komt bij de familie de Greef wonen en Hendrik Jan en Heintje worden uiteindelijk de nieuwe hoofdbewoners van Dollekamp. Zo waren er twee koppels met de namen Hendrik Jan en Heintje in de buurt, want in die tijd waren Hendrik Jan Strookappe en Heintje Stoelhorst de hoofdbewoners van Erve Strookappe. Tot op de dag van vandaag woont er nog steeds familie van De Greef, tegenwoordig in een huis ernaast. Daarmee komt het aantal huizen die rondom deze plek heeft gestaan op vier. En met de vele families die er in de tijd heeft gewoond, kunnen we stellen dat er nogal wat veranderde rondom deze plek.

 
Op de foto hierboven zien wij boerderij Dollekamp met Heintje Brandenbarg en haar oudste zoon Evert Jan die is vernoemd is naar zijn opa. Die zien wij links hiernaast en rechts daarnaast een foto van Johanna Maria Regelink. Geheel rechts zien wij het echtpaar Hendrik Jan de Greef en Heintje Brandenbarg. Het echtpaar had vier kinderen: twee zoons en twee dochters. Hendrik Jan is in 1973 overleden en Heintje in 1986.
 
Ten slotte een overzicht van de hoofdbewoners:
 
1863-1871 Gerrit Jan Nijkamp en Johanna Wesseldijk Eerste bewoners van nieuwe woning nabij de Kleine Strookappe
1872-1872 Johan Jacob Schröder en Aaltje Maatman Geen familie van vorige bewoners
1873-1874 Lammert Aijtink en Hendrika Klein Egelink Geen familie van vorige bewoners
1874-1905 Hendrik Willem Dollekamp en Aaltjen Leunk Geen familie van vorige bewoners
1900-1910 Christiaan Braakhekke en Johanna Dijkerman Johanna is een nichtje van Hendrik Willem en Aaltjen
1910-1912 Gerrit Teunissen en Johanna Klein Nulent Geen familie van vorige bewoners
1913-1962 Evert Jan de Greef en Johanna Maria Regelink Geen familie van vorige bewoners
1929-1986 Hendrik Jan de Greef en Heintje Brandenbarg Hendrik Jan is de zoon van Evert Jan en Johanna Maria
 
En dit zijn de medebewoners van Dollekamp alhoewel de naam Dollekamp pas ontstond nadat er geen medebewoners meer waren:
 
1867-1872 Tone Nijkamp en Henders Bronzewijker Eerste bewoners
1872-1874 Willem Klein Nulent en Garritjen Groot Ulen Latere zwager van Tone
 
We steken nu de weg over naar Strookappe en gaan het broek in. Laarzen aan, het is een drassige bende!
 
 
Als Jan Strookappe en Fenneken Achterkamp in 1865 verhuizen van de Kleine Strookappe naar Erve Strookappe met het nieuwe huisnummer 129 lijkt het wel of ze verhuizen van de Kleine naar de Grote Strookappe, wat een ruimte hebben ze ineens! Met nog maar twee thuis wonende kinderen (Hendrik Jan en Egbert) en misschien wat kleinvee is er ineens ruimte zat. Dat kan niet gezegd worden van het geld en Jan en Fenneken besluiten daarom een gedeelte van de nieuwe boerderij te verhuren. Wie waren die mensen die kennis maakten met de zoete inval van Harfsen?
 
Op 4 januari 1865 vestigen Jan Willem Berendroth en Johanna Margaretha Wilhelmina Verbeek met twee kinderen zich op nummer 129-2. Op 23 januari kwam daar nog een dochtertje bij en zij was dus het eerste kind wat op het Erve Strookappe is geboren. Haar naam is Harmina en Jan Strookappe doet samen met vader Jan Willem Berendroth en buurman Tone Nijkamp aangifte van de geboorte van Harmina.
Er zijn niks geen familiebanden met Strookappe of de buren te vinden. Het gezin blijft tot 3 april 1866 bij Strookappe wonen. Op 31 oktober 1866 komen dan Jan Slagman en Reindjen Boomer en hun zoontje Gerrit Jan Slagman op de vrijgekomen plek wonen, ze kwamen uit Laren. Jan was de broer van Aaltjen Slagman die getrouwd was met Hendrik Kwintenberg (familie uit Holten) en dit kan iets te maken hebben met de komst van dit gezin naar Harfsen. Lang bleven ze niet, want op 12 maart 1867 vertrekken ze weer naar Laren.
 
De volgende en meteen laatste "huurders" van het Erve Strookappe waren niet alleen verre familie, maar komen ook nog eens uit de buurt en zij zorgen voor een bijzonder verhaal in de Strookappe geschiedenis. Het zijn Hendrik Maatman en Aaltjen Klein Nulent. Hendrik is een neef van Geesken Ganzetap, de weduwe van Willem Schuitert Strookappe, de broer van Jan Strookappe en zijn ouders woonden op het erve Overveld in Harfsen. Aaltjen is de is de dochter van Gardina Braakhekke die op het Emsbroek is geboren en haar naam werd ook al genoemd bij het Scholte en Dollekamp verhaal en duikt bij een andere boerderij straks nog een keer op. Hendrik en Aaltjen woonden eerst in de Plakhutte bij de Scholte welke na hun vertrek zal zijn afgebroken. Ze hadden een zoon en drie dochters waarvan de jongste (Anna) op 1 mei 1869 overleed en zij was daarmee de eerste die op het Erve Strookappe overleed waarvan Jan Strookappe aangifte deed. Op 20 februari 1870 wordt dan weer een meisje geboren en vernoemd naar haar overleden zusje: Anna. Hendrik Maatman overlijdt op 30 augustus 1873 en wordt maar 38 jaar oud. Aaltjen vertrekt en gaat bij het boerderijtje Vennink wonen en werken als boerenmeid.
Aaltjen hertrouwt op 24 december 1874 met Tone Nijkamp die net op 12 oktober weduwnaar was geworden na het overlijden van Henders Bronzewijker. Dit echtpaar woonde tot 1872 nog op Dollekamp en woonde in 1874 in op Hondeveld aan de huidige Koelerweg. Aaltjen gaat hier nu wonen, maar neemt geen van de kinderen mee! Deze worden verspreid over diverse gezinnen in Harfsen. Jan en Fenneken Strookappe zien dit met lede ogen aan en besluiten Anna in hun eigen huis te nemen en op te voeden. Ook als moeder Aaltjen in 1877 naast het Erve Strookappe bij de Kleine Boter komt te wonen, blijft Anna bij de Strookappes. Officieel was Anna al op 24 december 1873 bij Jan en Fenneken komen wonen. Zij was toen nog maar 3 jaar oud en Jan en Fenneken, die toen allang opa en oma waren, begonnen aan hun tweede carrière als opvoeders. Een goed voorbeeld van hoe gastvrij de familie Strookappe ook al in die tijd is geweest! Het gezin was in die tijd niet zo groot, want de kinderen van Jan en Fenneken waren reeds volwassen en de deur uit, alleen zoon Hendrik Jan woonde nog thuis en dochter Janna was op dat moment ook weer een jaartje in Harfsen. Anna bleef haar hele jeugd bij de familie Strokappe in huis. Hoe het Anna daarna verging, kun je verderop deze pagina lezen.
 
1865-1866 Jan Willem Berendroth en Johanna Margaretha Wilhelmina Verbeek Eerste medebewoners
1866-1867 Jan Slagman en Reindjen Boomer Geen familie van vorige medebewoners
1869-1873 Hendrik Maatman en Aaltjen Klein Nulent Geen familie van vorige medebewoners
 
De Strookappes krijgen al aandacht zat op deze pagina en de website en daarom niet in dit onderdeel, maar een overzicht van de hoofdbewoners van Erve Strookappe (inclusief de Kleine Strookappe) is misschien wel even handig:
 
1844-1887 Jan Strokappe en Fenneken Achterkamp Eerste hoofdbewoners
1881-1938 Hendrik Jan Strokappe en Hendrika Muil Hendrik Jan is de zoon van Jan en Fenneken
1912-1917 Hendrik Jan Strookappe en Jantje Smale Hendrik Jan is de zoon van Hendrik Jan en Hendrika
1919-1968 Hendrik Jan Strookappe en Heintje Stoelhorst Heintje is de tweede vrouw van Hendrik Jan
 
 
Eerder op deze pagina werd al melding gemaakt van twee huisjes welke achter het Erve Strookappe stonden. Omdat deze in het achtergebied van Strookappe stonden en Fenneken Achterkamp de hoofdbewoonster van Erve Strookappe was noemen wij deze huisjes Strookappe Achterkamp. De naam is ook toepasselijk omdat de grond waarop beide huisjes hebben gestaan uiteindelijk eigendom werden van Strookappes. Wij bekijken eerst het huisje welke recht achter de Strookappe boerderij stond en daarna het huisje welke schuinachter Erve Strookappe was gelegen. Het huisje stond kadastraal bekend onder nummer 1334.
 
Eerste bewoners van het huisje recht achter Strookappe zijn Jan Hendrik Greutink en Harmina Brummelman die op 17 juni 1870 op dit adres worden geregistreerd. Het echtpaar was op 28 december 1869 getrouwd en hadden al een zoontje die op 21 februari 1870 was geboren. Harmina is de dochter van Gerrit Jan Brummelman en Geertrui Draaijer die op het erve Broekman wonen. Broer van Harmina is Jan Brummelman die in het andere huisje woont. Op 23 november 1880 komen er nieuwe bewoners: Gerrit Jan Schutte en Gerritje Sluiter en twee kinderen van Gerritje uit een eerder huwelijk met Berend Jan Tijhof die in 1875 was overleden. Gerrit Jan en Gerritje zijn getrouwd op 17 maart 1877 in Bathmen en hadden samen één dochter die uiteraard ook in Harfsen komt wonen. Daarna worden er nog vijf kinderen waarvan er twee levenloos ter wereld komen. Gerrit Jan Schutte was evenals Jan Hendrik Greutink dagloner van beroep.

Op de foto hiernaast het weiland waar het huisje heeft gestaan. Op de achtergrond is het bos te zien met daarvoor de Strookappe boerderij. Het water op de voorgrond is de Leide. Water is ook te zien in het weiland, het is nog steeds een drassige bende in de Emsbroek!
 
Het huisje en de grond eromheen waren eigendom van Derk Jan Smeenk, Jan Hendrik Greutink en Gerrit Jan Schutte pachtten het huisje en de grond van hem. Op 9 augustus 1897 geeft Derk Jan Smeenk aan het huisje en de grond te willen verkopen en twee weken later vind de veiling plaats in herberg Golstein te Harfsen. Al het onroerend goed bestaande uit een huis en erf, bouwland, weiland en heide gekocht door Hendrik Jan Strokappe. Gerrit Jan Schutte heeft echter nog het pachtrecht tot 23 februari 1898 en vertrekt dan pas uit het huisje waarna het wordt afgebroken door Hendrik Jan Strokappe en alle grond gebruikt kan worden als bouwland.
   
1870-1880 Jan Hendrik Greutink en Harmina Brummelman Eerste bewoners
1880-1898 Gerrit Jan Schutte en Gerritje Sluiter Geen familie van vorige bewoners
 
 
Het tweede huisje stond in het oude perceel 408 (zie kaartje bovenaan deze pagina) vlakbij de huidige Leide (sloot) wat toendertijd een weggetje zal zijn geweest. Dit weggetje liep richting erve Broekman. Op de foto is de sloot zijn in de andere richting waarbij in de achtergrond de boerderij aan de Broekstraat is te zien welke lange tijd werd bewoond door de familie Plekkenpol, hier gaan we straks nog even langs. Het huisje had het kadastrale nummer 1338.
 
Het huisje werd voor het eerst bewoond in februari 1866 door dagloner Jan Brummelman, zijn vrouw Hendrika Nengerman en hun oudste drie kinderen. Jan is dus ook afkomstig van het erve Broekman en zijn zus Harmina zou op 17 juni 1870 in het huisje achter Strookappe gaan wonen, zij waren vanaf toen dus de buren achter in het broek en woonden beiden vlakbij het weggetje dat vast met enige opzet richting Broekman liep. Jan was toen weduwnaar, want Hendrika was op 5 april overleden.

Op 7 juli 1870 hertrouwt Jan met Hendrike Schotman, nicht van Hendrik Schotman die later op de Scholte woonde. Haar vader Jan Schotman woonde op katerstede de Prins nabij erve Broekman. Voor 1 maart 1872 vertrekken Jan en Hendrike en gaan elders in Harfsen wonen. Daar zou Hendrike op 18 mei 1885 overlijden en Jan hertrouwt dan opnieuw op 23 oktober 1886 met Hendrika Leunk die weduwe was van Berend Lensink, kleinzoon van Berend Lensink die op het Emsbroek woonde. Hendrika is de dochter van Gerrit Jan Leunk en Egberdina Heulkes die de Kleine Boter bouwden!
 
Op 1 maart 1872 komen de volgende hoofdbewoners in het huisje wonen. Het zijn Jan Willem Olden (van katerstede Pekkeriet) en Gerritjen Schepers die net drie weken daarvoor waren getrouwd. Op 26 oktober wordt dan zoon Hendrik geboren en later volgen de kinderen Aaltje, Sientje en Cornelis. Jan Willem was kleermaker van beroep en had al de grond dat bij het huisje hoorde niet nodig. Hij verkoopt daarom op 2 november 1881 veel grond. Ruim een hectare heidegrond (gedeelte van perceel 1333) wordt gekocht door Jan Strookappe. Ook Jan Nijkamp van Dijkman koopt ruim een hectare heidegrond.

Jan Willem moest natuurlijk nog wel een uitweg houden naar de huidige Emsbroekweg en de beide Jannemannen verlenen daarom het recht van uitweg langs de noordzijde van de door hun gekochte percelen, zie de gele lijn op het kaartje hiernaast. Dit zijn de aangegeven nummers: 127 = Dijkman, 129 = Strookappe, 130 = De Kleine Boter en 130a en 131 zijn Strookappe Achterkamp waarbij 131 die van Jan Willem Olden is.
 
Na de verkoop behoudt Jan Willem nog het huis en erf met bouwland en heide (percelen 1408 en 1409) met een totaal oppervlak van 62,5 aren. Na het overlijden van Jan Willem op 10 augustus 1890 hertrouwt Gerritjen met Marten Nikkels op 22 augustus 1891 en gaat bij hem in Gorssel wonen. Het huisje en bijbehorende gronden worden dan op 6 juni 1893 geveiId in tegenwoordigheid van Gerrit Jan Olden, toeziend voogd van de minderjarige kinderen van Jan Willem Olden en Gerritje Schepers. Gerrit Jan is getrouwd met Aaltjen Palsenberg en zij is een nichtje van Gerrit Jan Leunk die op de Kleine Boter woonde. Hoogste bieder is Jan Strookappe van de Nieuwe Braakhekke met een bod van 260 gulden. Jan laat het boerderijtje afbreken en gebruikt de grond als bouwland. Deze grensde dus praktisch aan de grond van (in die tijd) Hendrik Jan Strookappe die toen perceelnummers 1404 en 1405 hadden gekregen. Jaren later, op 21 november 1905, zou Hendrik Jan Strookappe aan Jan Strookappe de erfdienstbaarheid van weg verlenen en hiervoor 25 gulden ontvangen. De weg was geschikt voor een wagenspoor van 4 meter breed.
 
Voordat het huisje is afgebroken, hebben er ook nog andere mensen gewoond. Het zijn Gerrit Jan Lensink en Hendrika Nijkamp, dochter van Berend Harmen Nijkamp en Elsken Reesink van Dijkman. Zij hebben tot januari 1894 in het huisje gewoond waarna het is afgebroken. Opvallend gegeven is dat Gerrit Jan en Hendrika op 7 juli 1870 in Gorssel zijn getrouwd, dezelfde dag dat Jan Brummelman trouwde met Hendrike Schotman.
 
1866-1870 Jan Brummelman en Hendrika Nengerman Eerste bewoners
1870-1872 Jan Brummelman en Hendrike Schotman Hendrike is de tweede echtgenote van Jan
1872-1891 Jan Willem Olden en Gerritjen Schepers Geen familie van vorige bewoners
1892-1893 Gerrit Jan Lensink en Hendrika Nijkamp Geen familie van vorige bewoners
 
 
Net als Jan Strookappe stak Gerrit Jan Leunk de weg over en stichtte in 1864 een boerderijtje in het broekland. Gerrit Jan heeft lange tijd bij zijn broer Albert in de Botter gewoond en noemde daarom zijn eigen boerderijtje de Kleine Boter. Gerrit Jan Leunk is de zoon van Willem Leunk en Gerritjen Klein Ilsink en zal op het gelijknamige erve Klein Ilsink op 20 januari 1794 zijn geboren. Als hij in 1864 het boerderijtje sticht was hij dus al 70 jaren oud. Hij trouwde op 7 november 1818 met Egberdina Heulkes en woonde toen (nog) op Klein Ilsink. Na 1828 zal hij op de Botter zijn komen wonen omdat in dat jaar zijn broer Albert er introuwde. Hier woont hij een lange tijd want pas tussen 1851 en 1856 (stel 1853) wordt hij de buurman van Nijkamp en Strookappe. De grond waarop de Kleine Boter is gebouwd is hetzelfde perceel als waarop Erve Strookappe is gebouwd, een weiland van ruim drie hectare met perceelnummer 406. Eigenaar van het weiland is Gerrit Jan Spikvoort en laat dan nou een "neefje" van Gerrit Jan zijn. Drie hectare grond is voor Gerrit Jan natuurlijk veel te veel en vandaar dat Jan Strookappe kans ziet om ook een stuk grond te kopen en daar zijn boerderijtje te bouwen.
 
Egberdina Heulkes heeft niet lang om misschien wel helemaal niet in het boerderijtje gewoond, want zij is op 13 december 1864 overleden en het huisnummer was toen nog 100b welke oorspronkelijk het huisnummer van het huisje op het erf van Dijkman was welke zelf nummer 100 had. Het kan natuurlijk dat de Kleine Boter dit nummer even heeft gehouden en daarna met hernummering het nummer 130 kreeg. Het overlijden van Egberdina werd aangegeven door Jan Strookappe die per ongeluk zijn naam met één p (maar wel dubbel o) schreef. Na deze schrijffout had Jan het wel bekeken met schrijven en meldde hij bij de volgende aangiften het schrijven niet geleerd te hebben!

Gerrit Jan Leunk woonde daarna alleen met zijn dochter Willemina. Zij trouwde op 27 april 1871 met Derk Willem Geertman die dan ook op de Kleine Boter komt wonen. Kinderen komen er niet.
 
Op 25 augustus 1873 overlijdt Gerrit Jan op 79-jarige leeftijd. Aangifte wordt gedaan door Jan Hendrik Greutink die achter het erve Strookappe woonde. Het huisnummer van zijn woning was 130a en lijkt dus een band met de Kleine Boter te hebben. Toch behandelen wij het verhaal over deze woning apart omdat de grond van deze woning geen eigendom van Gerrit Jan Leunk was en er dus geen verband zou mogen zijn. Daarbij kende Jan Hendrik Gerrit Jan niet zo goed want bij de aangifte wordt geschreven dat Gerrit Jan getrouwd zou zijn met Hendrika Elisabeth Peuse en dat was toch echt een andere Gerrit Jan Leunk die toen nog in leven was!
 
Op 1 juni 1875 komt dan Derk Willem Geertman te overlijden en is Willemina Leunk alleen volgens het bevolkingsregister. Maar gelukkig is dat niet echt zo want sinds 23 mei 1871 wonen er ook andere mensen op de Kleine Boter. Zij hebben het huisnummer 130b en deze zou logischerwijs verder weg liggen dan 130a welke achter de Strookappe lag, zij het niet dat 130a al in 1870 is ontstaan en 130b in 1871, de nummering vond dus niet tegelijk plaats. Het geeft wel aan dat de bewoners van 130b een aparte ingang hadden, dit in tegenstelling tot de medebewoners van erve Strookappe die de voordeur met de familie Strookappe deelden en het huisnummer 129-2 hadden, dat is het verschil tussen een cijfer en letter als toevoeging op het huisnummer. Maar afijn, wie waren deze medebewoners van de Kleine Boter? Het is weer een bekende naam: Nijkamp, Albert Nijkamp, zoon van Berend Harmen Nijkamp van Dijkman. Hij was eerder getrouwd met Hendrika Bronzewijker (zus van Henders Bronzewijker waarmee broer Tone Nijkamp was getrouwd) maar zij was in 1870 overleden en Albert hertrouwde op 12 mei 1871 met Jenneken Roeterdink en ging kort daarna dus met haar op de Kleine Boter wonen.
 
Op 27 april 1876 komt er nog een Nijkamp op de Kleine Boter wonen want dan hertrouwt Willemina Leunk met Zwier Nijkamp die dit keer geen familie van Nijkamp van Dijkman is. Zwier is weduwnaar van Willemken Wesselink en zij was een nicht van Hendrik Maatman die inwoonde op Strookappe en dit kan de komst van Zwier Nijkamp naar Emsbroek wel verklaren. Zwier woonde overigens tot 1872 op de Nachtegaal in Harfsen. Na zijn vertrek vestigden de ouders van Hendrika Muil (echtgenote van Hendrik Jan Strokappe) zich op deze boerderij.

In 1877 vertrekt Albert Nijkamp naar Laren en wordt zijn plek ingenomen door zijn broer Tone Nijkamp (van Dijkman en Dollekamp) en Aaltjen Klein Nulent (van Plakhutte en Strookappe) die na het verliezen van hun beide partners in 1874 met elkaar trouwden. Er komen geen kinderen mee want de kinderen van Aaltjen zijn allemaal elders ondergebracht (waarvan dochter Anna bij de buren van Strookappe) en de kinderen van Tone zijn allemaal jong overleden. Wel komt Gerrit Willem Klein Nulent mee die als zwager en later als neef wordt geregistreerd. In werkelijkheid is hij het eerste (onechte) kind van Aaltjen! Gerrit Willem woonde later op de Scholte en heeft eerder ook nog als dienstknecht op het Emsbroek gewerkt. Aaltjen overlijdt op 18 juni 1888 en het jaar erop komt Gerrit Willem met zijn vrouw Willemina Udink en zijn zoons Albert Jan en Gerrit bij Tone Nijkamp inwonen.
 
Op 9 april 1891 verhuist Tone naar Eibergen en Gerrit Willem vertrekt later in 1891 van de Kleine Boter. In januari van 1892 komen dan Albert Jan Holmer en Clasina Bolink, maar zij blijven maar voor een jaar. Hun oudste dochter Maria trouwde later met Zwier Zweers die weer later op het naburige Eiergoor zou komen wonen.
Laatste medebewoners van Gerrit Plekkenpol en Gerritdina Beltman die op 10 februari 1893 van Laren komen. Zij zouden hier zeven jaren blijven wonen en dan naar een eigen boerderijtje verhuizen welke even verderop werd gebouwd. Deze boerderij heeft geen naam maar noemen wij voor het gemak Plekkenpol, hierover straks meer. De foto is hierboven is een luchtfoto van de Kleine Boter. De voorzijde van deze boerderij is gericht naar de Broekstraat, de achterzijde naar de boerderij van Strookappe.
 
Terug naar de hoofdbewoners Zwier en Willemina die alle wisselingen van de medebewoners meemaakten en met hun tweeën nog op de Kleine Boter woonden. Hieraan komt een einde als Zwier Nijkamp op 12 juni 1896 komt te overlijden. Omdat er geen kinderen zijn besluit Willemina dan de Kleine Boter te verkopen en doet dat middels een veiling welke werd gehouden op 10 juli 1896. Geveild worden het huis met erf en ruim één hectare bouwland en heide. Hoogste bieder en dus koper is daghuurder Jan Maatman uit Eefde die voor 600 gulden de Kleine Boter koopt. Jan Maatman is de broer van Hendrik Maatman die jaren daarvoor bij Strookappe woonde. Hij is dus de zwager van Aaltjen Klein Nulent die tot 1888 op de Kleine Boter woonde. Hij is getrouwd met Dina Hendrika Goorman en zij hebben twee kinderen: dochter Gerritjen en zoon Jan. Gerritjen trouwt op 3 mei 1902 met Albert Nengerman en wonen dan tot 30 oktober 1902 in op de Kleine Boter, daarna gaan ze in Laren wonen. Het is zoon Jan Maatman die de nieuwe hoofdbewoner van de Kleine Boter wordt nadat moeder Dina Hendrika op 1 augustus 1915 is overleden en vader Jan op 31 januari 1916 is vertrokken naar Bathmen. Jan junior was op 30 maart 1912 getrouwd met Berendina Bleeker en zij kregen zeven kinderen. Nadat Berendina op 10 mei 1924 (kort na de geboorte van het jongste kind) is overleden hertrouwt Jan in 1925 met Fenneken Nijemeisland en krijgt met haar nog twee kinderen. Opvallend is dat het tweede kind in 1929 te Warnsveld is geboren bij de ouders van Fenneken waar zij vanaf 9 oktober 1926 is gaan wonen. Dat het met dit huwelijk niet goed zat, blijkt wel als Jan op 5 december 1931 hertrouwt met Grada Heuvelman die op haar beurt in 1933 vertrekt naar Voorst ...
 
1853-1873 Gerrit Jan Leunk en Egberdina Heulkes Eerste hoofdbewoners
1871-1875 Derk Willem Geertman en Willemina Leunk Willemina is de dochter van Gerrit Jan en Egberdina
1876-1896 Zwier Nijkamp en Willemina Leunk Zwier is de tweede echtgenoot van Willemina
1896-1916 Jan Maatman en Dina Hendrika Goorman Geen familie van vorige bewoners, wel van een vroegere medebewoonster
1912-1924 Jan Maatman en Berendina Bleeker Jan is de zoon van Jan en Dina Hendrika
1925-1926 Jan Maatman en Fenneken Nijemeisland Fenneken is de tweede echtgenote van Jan
1931-1970 Jan Maatman en Grada Heuvelman Grada is de derde echtgenote van Jan
     
En dit zijn de medebewoners van de Kleine Boter:
     
1871-1877 Albert Nijkamp en Jenneken Roeterdink Eerste medebewoners
1877-1891 Tone Nijkamp en Aaltjen Klein Nulent Tone is de broer van Albert
1889-1891 Gerrit Willem Klein Nulent en Willemina Udink Gerrit Willem is de zoon van Aaltjen, woonde op de Scholte
1892-1893 Albert Jan Holmer en Clasina Bolink Geen familie van vorige bewoners
1893-1900 Gerrit Plekkenpol en Gerritdina Beltman Geen familie van vorige bewoners
 
Het huisnummer van de medebewoners, welke zoals alle huisnummers wel in de tijd steeds wijzigde, resulteerde uiteindelijk in het huisnummer van een nieuw boerderijtje aan de Broekstraat en daar gaan we nu naartoe!
 


Het huisnummer van de medebewoners van de Kleine Boter wijzigde in de jaren van 130b naar 189 en naar H88 in 1900. In dat jaar wordt het boerderijtje gebouwd alwaar Gerrit Plekkenpol en Gerritdina Beltman zijn gaan wonen en waaraan nog vele jaren daarna de familienaam Plekkenpol verbonden zou blijven waardoor wij het boerderijtje voor het gemak Plekkenpol noemen, er is geen boerderijnaam bekend. Zoals eerder vermeld kwam de familie Plekkenpol op 10 februari 1893 van Laren naar Harfsen en uit het verhaal van de Kleine Boter blijkt dat ze op dit erve zullen hebben gehuurd. Vreemd is het dan als blijkt dat Gerrit reeds op 22 juni 1893 een schuldbekentenis doet aan zijn broer Albert Jan voor 600 gulden met als onderpand een daghuurdersplaatsje gelegen in Harfsen bestaande uit een huis, bouwland en heidegrond met een grootte van ruim drie hectaren en kadastraal bekend met perceelnummers 1230 en 1231. Opvallend is het ook dat de Kleine Boter voor 600 gulden verkocht is, maar dat kan toeval zijn. De Kleine Boter stond kadastraal bekend als 1136 en 1137 en had een kleinere oppervlakte en we praten dus niet over hetzelfde. Het vermoeden rijst dan dat de familie Plekkenpol, en misschien ook al wel de bewoners ervoor, op een andere plek gewoond hebben, dit zal wel in de buurt van de Kleine Boter geweest zijn. Achter de Strookappe Achterkamp huisjes heeft nog wel iets gestaan met perceelnummer 1184, maar dit is omstreeks 1879 afgebroken en het is waarschijnlijk een schuurtje geweest, deze stond wel vlakbij de huidige Plekkenpol boerderij. Het staat vast dat de huidige boerderij in 1900 is gebouwd en dat de boerderij op de huidige plek op kaarten voor 1900 niet te zien is en dat op deze kaarten ook geen andere onbekende bebouwing te herkennen is. Voor 1900 bestaat dus nog wat onduidelijkheid, vooralsnog gaan we ervan uit dat de familie Plekkenpol in een ander huisje op het erf van de Kleine Boter gewoond moet hebben.
 
Gerrit en Gerritdina hadden zes kinderen waarvan alleen de jongste in Harfsen is geboren. Dat is dochter Gerritje die op 12 april 1895 is geboren. Op 26 juli 1900 wordt er ook nog een kindje dood geboren waarvan Jan Maatman van de Kleine Boter aangifte doet samen met Jan Kreunen van het Hulshof. Plekkenpol is precies tussen deze twee erven gelegen.

Op 2 maart 1907 trouwt oudste zoon Herman met Jantjen Vreeman en zij komen dan op Plekkenpol wonen, maar verhuizen naar het erve Schurfthaar en bouwen later hun eigen huisje nabij de Scholte aan de huidige Braakhekkeweg. Het is de op één na oudste zoon Derk die op de boerderij blijft wonen, hij trouwde op 13 november 1909 met Janna Hartelman. Hij is dan net als zijn vader landbouwer van beroep. Het echtpaar krijgt vier kinderen, vier kleinkinderen van Gerrit en Gerritdina die dan ook nog op de boerderij wonen. Er is nog een vijfde kleindochter die op de boerderij woonde, zij is de dochter van Gerritje. Haar naam is Gerritdina Dijkman en zij woonde bij haar grootouders omdat haar vader en moeder binnen twee dagen na elkaar in november 1918 zijn overleden.
 
Gerritdina Beltman is overleden op 5 februari 1938 en Gerrit Plekkenpol overleed op 9 februari 1941. Uiteindelijk woonde hun kleinzoon Gerrit, zoon van Derk en Janna, op de boerderij. Hij was ongehuwd en had een houten been. Na zijn overlijden is de boerderij verkocht en heeft de koper de boerderij verhuurd aan Antonia Strookappe, kleindochter van Hendrik Jan Strookappe en Heintje Stoelhorst. Later is de boerderij verkocht aan de huidige bewoners.
 
1900-1941 Gerrit Plekkenpol en Gerritdina Beltman Eerste hoofdbewoners
1909-....... Derk Plekkenpol en Janna Hartelman Derk is de zoon van Gerrit en Gerritdina
1913-....... Gerrit Plekkenpol Gerrit is de zoon van Derk en Janna
     
Op 2 maart 1907 trouwt oudste zoon Herman met Jantjen Vreeman en zij gaan eerst op Plekkenpol wonen, maar verhuizen daarna naar het erve Schurfthaar en worden daar de opvolgers van Hermannus Horsman en Gerritdina Tonia Wissink die op Broekman woonden. Later bouwen Herman en Jantjen een huis nabij de Scholte aan de huidige Braakhekkeweg. Oudste zoon Gerrit Plekkenpol trouwde met Derkje Slagman en bleef in dit huis wonen. Andere zoon Jan zou in een nieuw huis ernaast gaan wonen.
 


Op 14 juli 1910 koopt Jan Strokappe, zoon van Hendrik Jan Strokappe van Erve Strookappe, een stuk weiland van Jan Velderman met de bedoeling erop te bouwen. Hier komt het niet van, want Jan overlijdt op 6 juli 1911. De boerderij die Jan voor ogen had kwam er uiteindelijk wel en werd vernoemd naar het nabijgelegen stuk heide genaamd Eiergoor . Het huis is in 1917 gebouwd en wordt vanaf december 1917 bewoond door Zwier Zweers en Johanna Dijkerman. Zwier is de kleinzoon van Zweer Zweers die op de Scholte woonde en Johanna woonde eerder op Dollekamp en de Nieuwe Braakhekke. Ze waren getrouwd in 1915 en hadden beiden kinderen uit eerdere huwelijken en kregen samen ook nog vier kinderen. De familie woont er tot 22 april 1921 en vertrekt dan naar Lochem. In 1923 komen ze weer terug naar Harfsen en gaan dan in het dorp wonen. Hier is Johanna op 4 februari 1925 overleden en Zwier zou daarna hertrouwen met Harmina Hendrika ten Holt, beste vriendin van Heintje Strookappe-Stoelhorst. De familie Strookappe en Zweers waren daardoor goede bekenden en hierover valt van alles te lezen op de Hendrik Jan pagina.
 
Nieuwe bewoners in 1921 zijn Gerrit Jan Dijkerman, verre familie van Johanna, en Wilhelmina Johanna Blikman die op 3 juni 1921 waren getrouwd. Er worden uit dit huwelijk drie zonen geboren. Na een ongelukkige val van de hooiwagen overlijdt Gerrit Jan Dijkerman op 14 juli 1927 in het ziekenhuis van Zutphen.

Wilhelmina hertrouwt op 8 juni 1928 met Nicolaas Barink en uit dit huwelijk wordt nog een dochter geboren. Op de foto hiernaast zien wij het echtpaar toen zij 12,5 jaar waren getrouwd. Ook Nicolaas overlijdt in Zutphen en wel op 17 februari 1942. Wilhelmina is dan opnieuw weduwe en blijft op Eiergoor wonen met de oudste 20-jarige zoon Gerrit Willem die werd weggehaald bij de boer waar hij werkte en dat nu thuis "moest" doen. Hij trouwt in 1949 met Hendrika Hermanna Stegeman en zij hebben er gewoond tot eind 1989, uit hun huwelijk zijn drie kinderen geboren. In 1972 is het huis nog grondig verbouwd.
 
1917-1921 Zwier Zweers en Johanna Dijkerman Eerste hoofdbewoners
1921-1927 Gerrit Jan Dijkerman en Wilhelmina Johanna Blikman Gerrit Jan is verre familie van Johanna
1928-1973 Nicolaas Barink en Wilhelmina Johanna Blikman Nicolaas is de tweede man van Wilhelmina
1949-1989 Gerrit Willem Dijkerman en Hendrika Hermanna Stegeman Gerrit Willem is de zoon van Gerrit Jan en Wilhelmina Johanna
 
Is het vaak zo dat een boerderijnaam overgaat in een familienaam, bij het erve Hulshof is dat precies omgekeerd ook al is die familienaam weer ontstaan uit een boerderijnaam. Deze boerderij staat in Almen en daar zal Albert Hulshof zijn geboren. Hij trouwt op 20 juli 1838 met Everdina Nijland, dochter van Willem Nijland en Aaltjen Wunderink die op katerstede de Prins in Harfsen woonden. Hier gaan Albert en Everdina na hun huwelijk wonen, maar voor 1841 vertrekken ze naar Laren en daarna wonen zij ook nog op katerstede De Stege in Kring van Dorth alwaar op 28 augustus 1849 jongste dochter Johanna Hendrika nog is geboren. Wanneer precies de familie weer naar Harfsen verhuisde is niet duidelijk, maar waarschijnlijk is dat tussen 1859 en 1861 geweest.
 
Volgens het bevolkingsregister van 1861 wonen op het erve Hulshof alleen Albert, Everdina en hun dochter Johanna Hendrika. Het boerderijtje zal niet groot zijn geweest, Albert was dan ook dagloner van beroep. Op 15 mei 1868 trouwt andere dochter Willemina Johanna met Hendrik Jan Spenkelink en zij komen dan ook op Hulshof wonen. Hendrik Jan is de broer van Fenneken Spenkelink die toen op het erve Emsbroek woonde. Na het overlijden van Everdina en Albert in resp. 1877 en 1878 worden zij de nieuwe hoofdbewoners. Het overlijden van Albert wordt aangegeven door Manes Nijendijk, landbouwer op De Koele. Dit is de boerderij die het meest nabij is gelegen aan Hulshof, zie ook de foto hiernaast.

Hendrik Jan Spenkelink en Willemina Johanna Hulshof hadden één dochter genaamd Johanna Alberdina. Na haar huwelijk in 1890 met Fredrik Arend Carel van Coevorden vertrekt zij, maar ook haar ouders, naar Diepenheim en komen er nieuwe bewoners naar het erve Hulshof ook al werd de boerderij nog niet verkocht.
 
De nieuwe bewoners zijn Jan Kreunen en Lamberdina Snitseler die op 30 mei 1890 waren getrouwd en in februari 1891 op Hulshof komen wonen. Jan wordt er de eerste landbouwer. Op 11 mei 1892 verkoopt Hendrik Jan Spenkelink het boerenerve "Het Hulshof" in "De Harfscherbroek" maar niet aan Jan Kreunen. Koper is Jan Lammertink die er 888 gulden voor betaalt. Het erve heeft een grootte van ruim drie hectare. Jan Lammertink is landbouwer te Ampsen (Laren) en blijft daar tot december 1900 en komt dan pas op Hulshof wonen, tot die tijd bleef Jan Kreunen er wonen. Jan Lammertink trouwde ook pas op 16 maart 1900 en dat verklaart dat hij pas daarna op Hulshof gaat wonen. Echtgenote is Grada Beltman. Er worden drie kinderen geboren: Jan Frederik, Hendrika en Gerrit Jan. Oudste zoon Jan Frederik was de beoogde opvolger en trouwde op 9 september 1927 met Alberta Johanna Lammertink, een achternicht. Zij verhuisden echter in 1933 naar Klein Dochteren. Na het overlijden van vader Jan Lammertink op 23 december 1938 was het jongste zoon Gerrit Jan die op Hulshof bleef wonen.
 
1848-1878 Albert Hulshof en Everdina Nijland Eerste hoofdbewoners
1868-1890 Hendrik Jan Spenkelink en Willemina Johanna Hulshof Willemina is de dochter van Albert en Everdina
1891-1900 Jan Kreunen en Lamberdina Snitseler Geen familie van vorige bewoners
1900-1938 Jan Lammertink en Grada Beltman Geen familie van vorige bewoners
 

Tussen 1921 en 1929 wordt er een boerderijtje naast het erve Hulshof gebouwd. Op de foto staat deze links, rechts is het erve Hulshof.

Eerste bewoners van het boerderijtje zijn Hendrik Ribbink, zijn vrouw Diena Braakhekke (waarvan de voorouders op het Emsbroek woonden) en kleinzoon Hendrik en zij waren afkomstig van de Keete waar zoon Albert Ribbink hoofdbewoner bleef.

Na het overlijden van Diena op 2 november 1934 vertrekt Hendrik op 7 augustus 1937 naar Laren en wordt zijn plaats ingenomen door Hermanus Holmer, Johanna Vreeman en hun zoon Zwier Johan Holmer.

 
 
De oude boerderij

En nu op bezoek bij de familie Strookappe! Het schilderijtje op de homepage geeft al een goed beeld van de situatie namelijk van de boerderij en het naastgelegen bakhuis. De voorzijde van het huis stond richting Harfsen en de Emsbroekweg liep er dus rechts langs heen.Er stond ook nog een schuur achter het bakhuis en deze is ook te zien op bijgaande foto welke ongeveer de enige duidelijke foto van de boerderij is.

De boerderij was niet zo groot, uiteindelijk 8,4 x 12,8 meter. Toch woonden er erg veel mensen, in 1936 stonden er maar liefst 16 mensen geregistreerd op dit adres! Die woonden toen op dat moment misschien niet allemaal meer daar, velen gingen uit werken bij andere boerderijen en verbleven dan ook daar, maar het was er wel een drukke bedoening en achteraf haast niet te bevatten hoe zoveel mensen daar bij elkaar konden leven. Een overzicht van het aantal mensen die er in de perioden van 1865 tot 1941 woonden kun je zien verderop deze pagina waar alle Harfsense Strookappes die vanaf 1835 aan de Schepersweg en Emsbroekweg geleefd hebben, worden genoemd.
 
De boerderij wordt beschreven door de bekende schrijver H.W. Heuvel in het feuilleton "Het Emsbroek" welke in 1932 in de Lochemsche Courant werd gepubliceerd maar het verhaal zal van omstreeks 1881 zijn. Hendrik Willem Heuvel schrijft "Daar zie ik een huisje met witte leemwanden en laag neerhangend stroodak. In het hofje met immergroene wakelheg bloeien zonnebloemen en dahlia’s. Op het kampje achter de woning is een vrouwtje aan ’t aardappelrooien en een geitje staat dicht bij haar aan ’t tuur. Een koebeest – haar eenige – graast in het schrale weidje. De Strookappe heet het hier zoo terecht. ’t Ligt als een oase in de woestenij: aan de eene zij het lage broek, aan de andere de hooge hei". De witte leemwanden zijn wat twijfelachtig, het lijkt aannemelijk dat de boerderij in steen is gebouwd als op de foto is te zien. Echter heeft er voor 1890 al een verbouwing aan de boerderij plaatsgevonden (zoals eerder op de pagina is vermeld) en het kan best mogelijk zijn dat het boerderijtje toen niet alleen maar is vergroot maar dat er meer veranderd is. Het genoemde vrouwtje zal waarschijnlijk Fenneken Achterkamp zijn geweest, heel bijzonder dat zij is beschreven! Fenneken was toen 67 jaar oud. Haar schoondochter Hendrika Muil was toen ongeveer 22 jaar oud en de benaming "vrouwtje" lijkt voor de toen nog jonge Hendrika minder toepasselijk.
 
Eerder op deze pagina stond een andere foto van de voorzijde van de boerderij waarop het raampje van de kelder onder de opkamer was te zien en het deksel van de regenput welke voor het huis was gemaakt. Hieronder de indeling van de boerderij. Door de voordeur (of eigenlijk meestal via de deur aan de kant van het bakhuis via de waskamer) kwam je binnen in de kamer met keuken waar het altijd druk en een gezellige bedoening was, het hart van de zoete inval dus.
 
Op de tafel stond de grootste koffiekan die er bestond en die was nooit leeg. De stoelen stonden tegen de muur en werden steeds naar de tafel geschoven waardoor de voorpoten afsleten. Na verloop van tijd stonden de stoelen dan ook scheef naar voren en gleed je steeds wat naar voren. In de woonkeuken stond ook een groot kabinet. De vloer bestond uit rode en blauwe tegels en het fornuis stond in een mooie grote schouw. Het eten kwam van het fornuis op tafel en dan was het er vlug bij zijn, want met zo'n grote familie was de pan natuurlijk snel leeg. Op een dag kwam er bezoek terwijl de familie net gegeten had. Het laken werd vlug aan de vier punten gegrepen en werd met alle borden en pannen in de kast gegooid. Opgeruimd staat netjes!

Aan de woonkamer grensden slaapkamers waar opa, oma, pa, ma en oom Albert sliepen en er waren ook bedsteden waarin elk drie (en soms wel vier) kinderen sliepen. Er liep een gangetje naar de deel waar het paard, de koeien en de pasgeboren kalveren stonden. Naast de boerderij stond het bakhuis waar in de zomer gekookt en gewoond werd.

Er was geen stromend water, deze kwam van de pomp die buiten stond. Buiten was in de top van een lange paal ook een windmolentje die zorgde voor electriciteit in het boerderijtje waar de petroleumlamp ook dienst deed. In de kachel ging hout en soms ook kolen.

Op de foto's hiernaast zijn ook nog gedeelten van de boerderij te zien. Op de linkerfoto staat Johan in zijn hulp-politie uniform en rechts van hem zien wij het huis en links het bakhuis. Op de rechterfoto staan Derkje Nijkamp en Hanna Strookappe met daarachter opnieuw het bakhuis en links daarvan is het dak van de schuur nog te zien. Alle personen staan in de tuin voor de boerderij.

Ook al had de boerderij een kap van stro en hadden boerderijen veelal een naam, kreeg deze boerderij niet de naam Strookappe en al zelfs helemaal geen naam. Dat is best jammer, want de naam (de) Strookappe werd wel vaker gebruikt voor boerderijen o.a. in Holten, Dijkerhoek en Loo. De naam Strookappe zou zo een dubbele toepasselijke betekenis gehad kunnen hebben en had zeker niet misstaan. Erve Strookappe is maar een eigen verzinsel en is afgeleid van Erve Strokappe van de Beuseberg uit Holten en met opzet met dubbel O geschreven aangezien de naam van de Harfsense tak uiteindelijk met dubbel O geschreven zou worden.
 
Beide boerderijen waren overigens geen erven, maar katersteden. Een erve was namelijk een boerderij waarvan de bewoner vanaf zeer vroege tijden stemrecht had in de markevergaderingen en gebruiksrecht op de gemeenschappelijke gronden. Een katerstede was een boerderij waarvan de bewoner bovenstaande rechten niet had. Vaak waren katersteden nieuw gestichte, kleine boerderijtjes (keuterboertjes) welke op de gemeenschappelijke gronden werden gebouwd. Soms illegaal, soms met instemming van de marke. Het kwam ook voor dat katersteden later markerechten kregen en zelfs groter werden dan de oude erven.
 
Terug naar de Strookappe boerderij in Harfsen. Op de foto links zien wij Jan aan tafel zitten in de woonkamer en het is de meest duidelijke foto die er bestaat van het interieur van de oude boerderij. Wij herkennen hierop het voorraam met gesloten vensters en rechts daarnaast in het duister de kapstok en de voordeur. Deze voordeur klemde vaak en het was daarom nodig om er een trap tegenaan te geven om weer naar buiten te komen.


Op de rechterfoto zit Dika met haar dochter Heintje die twee weken daarvoor was geboren bij Strookappe. Ook op deze foto is een stuk van het interieur van het boerderijtje te zien.
 
In de verkoopakte van 5 oktober 1911, toen Hendrik Jan junior de boerderij kocht van zijn ouders, worden een aantal zaken genoemd die zich in en om het huis en erf bevonden, namelijk: partij rogge, stroo, haver, hooi, aardappelen en andere veldvruchten, ladders, wagens, ploegen, eggen en verder landbouw-, melk- en deelgereedschap, het gewas op het land alsmede meubilaire goederen als: kabinet, kasten, tafels, stoelen, spiegels, kachels, klok, schilderijen, haardgereedschap, bed- en linnengoed, mans en vrouwenklederen, koper, glas, tin, aardewerk enzovoort. Dit geeft een heel aardig idee van wat de familie Strookappe toen bezat en ze het maar mee moesten doen!
 
Een nog gedetailleerdere beschrijving vinden we in de boedelbeschrijving t.b.v. de boedelscheiding na het overlijden van Jantje Smale in 1917. In de kamers wordt het volgende genoteerd: twee rijwielen, twee spanbedden, kabinet, twee kastjes, kist, latafel, klok, spiegel, schilderijen, kleren, gouden slotoorbellen (die van Jantje moeten zijn geweest), fornuis, kinderwagen, tafels en stoelen, lampen, keukengerief, vlees en ... een geweer! Verderop deze pagina volgt de beschrijving van wat er op het deel en erf aangetroffen werd.

De foto hiernaast is gemaakt in de zomer van 1942 en naast diverse Strookappes zien wij vele gasten, het was die dag weer eens gezellig druk op Erve Strookappe. Eén van de gasten is Hendrik Jan Strokappe, zoon van Jan oom. Hij hield na het overlijden van zijn vader contact met zijn ome Hendrik Jan en diens gezin. Deze foto is wel de enige foto dat Hendrik Jan bij de boerderij in Harfsen te zien is. Hij staat zesde van links, achter zijn neefje Hein. De foto is gemaakt door Joop Swaak.
 
Op de foto hiernaast zit de familie op het bankje voor het raam aan de voorzijde van de boerderij. In de zomerdag werd hier ook vaak gegeten. Het is moeilijk te zien, maar op Frits zijn linkerschouder zit een tamme kraai, een zgn. kauw. Als Frits terugkwam van school zat de kauw in de boom te wachten en vloog dan op Frits zijn schouder. Broer Jan vond het niet zo'n leuke vogel, want hij pikte nogal eens wat van zijn bord als er buiten gegeten werd. Ook ook Albert zijn spek werd eens van het brood gepikt. Op een dag pikte Jan het niet meer en nam de kauw mee naar de Gorsselse heide en liet de vogel daar los. De kauw heeft de weg terug naar Strookappe niet meer kunnen terugvinden en heeft Frits nooit meer gezien.
 
Aan de hand van latere foto’s en “getuigenverklaringen” was dit ongeveer de situatie. De rode gebouwen waren de oorspronkelijke gebouwen. De oranje gebouwen werden in 1953 en 1954 gebouwd. Zo werd de oude boerderij in 1953 afgebroken en ging de familie toen in het woongedeelte van de nieuwe boerderij wonen waarvan het stalgedeelte in 1954 klaar zou zijn. Met de stenen van de oude boerderij is in 1954 de varkensschuur gebouwd die er nu nog staat, zie foto hieronder. Later zou die dienst doen als kalverschuur en in 1962 is er brand geweest waarbij Hein nog gewond is geraakt. Na de brand zijn alle zijdeuren verwijderd en dichtgemetseld. Richting Brinoord stonden er ook nog twee kippenschuren.
 
Verderop deze pagina staat een luchtfoto van de nieuwe boerderij waarop ook nog de schuur te zien is. Aan de hand van deze foto en het overzicht hierboven is goed te zien waar de oude boerderij en het bakhuis hebben gestaan.
 
In het weiland achter de boerderij was ook nog een kolk. Hier dronken de koeien uit, maar werd ook in gezwommen door b.v. Eppie, Frits en hun kameraden Jan Uenk en Herman Plekkenpol. Diep was de kolk niet en zo kon het gebeuren dat Herman na een duik in de kolk met zijn hoofd vast in de modder op de bodem kwam te zitten en alleen zijn voeten boven water bengelden. Het liep gelukkig allemaal goed af!

Op de foto hiernaast zien wij Dé en Wim Strookappe spelen met Mollie de hond en op de achtergrond zien wij oma Heintje Stoelhorst lopen. Links achter staat de oude schuur welke naast het bakhuis en de oude boerderij stond en later afgebroken is geworden. Naast de schuur was een mestvaalt. Rechts de varkensschuur die er dus nog steeds staat en waardoor momenteel nog goed te herleiden valt waar de oude schuur links op de foto in die tijd gestaan heeft.
 

De foto hiernaast geeft ook een goed beeld van het Erve Strookappe. Rechts zien we de boerderij, daarachter het bakhuis en daar weer achter is nog een stukje van de schuur te zien. Daarachter stond nog een houten schuur welke ook zichtbaar is op de foto. De waterton voor het huis is ook duidelijk zichtbaar, maar de waterput is niet te zien.

Op de voorgrond zien we Hendrik Jan Dijkerman uit Dorth op de tractor met daarachter de dorsmachine. Meer foto's van het dorsen staan hieronder. Op de foto staan ook personen naast en achter de tractor, maar ze zijn moeilijk te herkennen. Het lijkt erop dat pa Hendrik Jan en de dochters Dika, Dine, Hanna achter de tractor staan en dat het kleine ventje links kleine Frits is die natuurlijk ook graag op de foto wilde.

 
Eerder op deze pagina stond beschreven wat er anno 1917 in de kamers van het Erve Strookappe aangetroffen werd. Dit was er op het deel en erf: wagen, kar, ploeg, span eggen, schoppen en bijlen, zeis, zichten, grepen, paardetuig, kafmolen, snijmolen, bascule met gewichten, melk en deelgereedschap, fornuispot en gierpomp, haver, hooi, stroo (natuurlijk), rogge, aardappels, brandhout en een koekenbreker. De beesten worden verderop genoemd.
 
Toen Hendrik Jan jr. hoofdbewoner en landbouwer was, was er 14 ha grond bij de boerderij waarvan merendeel weiland en ook akker waarop o.a. aardappels, bieten, knollen, haver en rogge werd verbouwd. Deze rogge werd nadat het in de zomer van het land was gehaald, opgeborgen onder de drie bergen om te rijpen en werd dan in de herfst gedorst. Dat was een heel werk en de buurt kwam dan helpen en zo hielp de familie Strookappe ook bij de buren. De foto’s van het maaien zijn van augustus 1942 en de foto’s van het dorsen dateren van oktober 1943.

Stro en Strookappes onder de strokappe!

 
 
Het dorsen was zwaar en smerig werk want er kwam veel stof bij kijken. Paard en wagen waren van Strookappe zelf, maar de tractor en dorsmachine waren van de loonwerker. Zie de fotopagina voor meer foto's van de Strookappe famile aan het werk op het land! De stro kwam van de haver en de rogge en werd gebruikt voor de koeien. Zij aten ervan en lagen erop. Uiteindelijk kwam dat natuurlijk weer samen en werd het als mest afgevoerd. Uiteraard werd de stro ook gebruikt als dakbedekking, zeker bij de Strookappe!
 
Het veld
 
Het veld stond kadastraal bekend onder nummer 612 en was in 1832 nog eigendom van Gerrit Jan Bieleman en gaat na diens overlijden over op zijn zoon Willem Bieleman. Deze verkoopt het perceel in 1881 aan Hendrik Jan Strokappe die hetzelfde jaar trouwde met Hendrika Muil en samen met haar plannen had om zelfstandig te gaan boeren waarvoor hij dus grond nodig had. Omdat vader Jan nog steeds hoofdbewoner was ging het perceel naar hem over, maar Hendrik Jan zou deze later uiteraard weer erven. Het perceel had een grootte van 2,93 ha en bestond geheel uit heide en moest dus nog ontgonnen worden. Dit heeft Hendrik Jan alleen met de schop gedaan en we hebben het dan over het gedeelte bij de boerderij de Nieuwe Braakhekke van Jan Strookappe welke later voor akkerbouw is gebruikt zoals je op de foto's hieronder kunt zien. Het gedeelte aan de Emsbroekweg bleef heide en hier werden plaggen gestoken en werden later schuren en kippenhokken gebouwd.
 
Anno 2008 is er niet veel meer van over van de kippenschuren, zie de foto hiernaast en hieronder. Eén van de schuren (foto links) werd in de oorlog ook gebruikt als woning en hier verbleven vluchtelingen uit Enschede, de families Roos en Vinke uit Enschede. De heer Roos overleefde de oorlog niet, hij werd getroffen door een granaatscherf.
 
 
Er werd veel gewerkt op het veld en de akkers waaronder het verbouwen van aardappels. Op de linkerfoto hieronder zien wij Egbert, pa Hendrik Jan, Hennie, Jan en Frederik met Mollie de hond. Hendrik Jan en Jan hebben een zgn. stikker vast waarmee ze gaten in de grond maakten. Een stikker had vier pinnen: één wijzer om de afstand tot de rij ernaast gelijk te houden en drie pinnen voor de gaten waarin de aardappels konden worden gepoot. Op de foto links was dat het werk van Egbert en op de middelste foto zijn Jan en Johanna er druk mee bezig. Op de foto rechts zijn het de vrouwen die de aardappels oogsten v.l.n.r. Hennie, Heintje, Dika, Hermien Zweers en Mientje Endeman- Stoelhorst. Alle drie de foto's zijn gemaakt in het veld richting Koerselman, achter het bos met de kippenhokken.
 
   



In het veld is na de oorlog door de familie nog een zomerhuisje gebouwd waar o.a. de familie Proosdij uit Harfsen nog heeft gewoond. Dit zomerhuisje, inmiddels gerenoveerd, staat er nog steeds. De familie Strookappe verhuurde dit huisje ook aan anderen. Zo plaatsten zij in 1960 een advertentie waarin werd aangegeven dat het zomerhuisje geschikt was voor 5 à 8 personen en dat er ook nog drie kamers voor 4 à 6 personen beschikbaar zijn op de boerderij. Dat is uiteraard de nieuwe boerderij waar ineens een zee van ruimte voor de familie Strookappe was ontstaan waar met name Heintje ontzettend blij mee was.

Op de foto rechts zien wij een karakteristiek beeld van Hendrik Jan Strookappe op de fiets op weg van de boerderij naar het veld, iets wat hij erg vaak deed om b.v. de eieren van de kippen op te halen. Al slingerend baande hij zijn weg, maar de eieren kwamen altijd heel over! Rechts op de foto staat de nieuwe boerderij en daarachter het bakhuis. Links daarvan stond dus de oude boerderij.

 

 
Hieronder foto's van boerderij spullen die bewaard zijn gebleven. De melkbus heeft nummer 133, het nummer van de Strookappe melkbussen. Het werktuig is een bietenschoffel waarmee het onkruid om de bieten werd weggeschoffeld. Achtergrond van deze foto is het bouwland achter het veld welke tegenwoordig weiland is. De middelste foto is van de huidige Emsbroek weilanden gezien vanaf de Emsbroekweg, links van de boerderij.
 
 
 
Beesten
 
Een boerderij zou geen boerderij zijn zonder beesten. In 1911 liep er een paard, hoornvee, varkens en kippen. In 1917 zijn er zes melkkoeien, vijf kalveren, één paard, twee varkens en 30 kippen. Later waren dat nog steeds kippen, koeien (uiteindelijk 12 koeien waarvan er 8 op deel konden staan), kalveren, varkens (in de schuur naast de boerderij waar ook jongvee stond), schapen en natuurlijk een paard voor het zware werk.
 
Dat was eerst Wakker en daarna was er lange tijd Nellie. Ook was er nog later nog een bruin paard (naam onbekend, maar we noemen haar Bruintje) en dat is mogelijk het rechter paard op de foto hiernaast met Johan op de rug. Het linkerpaard is Nellie met Jan op de rug en links in de achtergrond is de boerderij te zien. Er was ook nog een paard waarvan later bleek dat die rondjes in de piste van het circus had gelopen, recht ploegen was er met haar niet bij!


En dan was er natuurlijk ook nog Mollie de hond. Leuk verhaal is dat Frits na het knollen rapen (deze werden verbouwd op het akker tussen Strookappe en Maatman en werden gebruikt als veevoer) zijn jas was vergeten mee te nemen naar huis en toen heeft Mollie er de hele nacht bij gelegen om op de jas te passen. Niet vreemd dus dat de familie erg dol op Mollie was!

Kinderen die kwamen logeren mochten de biggetjes de fles geven en een ritje op de rug van een koe maken. En dan vooral niet luisteren naar de boerenjongs van Strookappe die je vertelden om even het prikkeldraad vast te houden, want dat was schrikken. Ook leuk: varkentje rijden. Die zijn wat lager bij de grond en dus makkelijker voor kleine Frits om erop te stappen dan een paard. Gevolg was echter wel dat het arme varken, met Frits op de rug, krijsend over het land rende en het paard van de buren met de hooiharker erachter het op een lopen zette. Frits krijste het zelf ooit ook uit toen broer Eppie aan het karnen was en Frits van de boter wilde snoepen, maar met zijn pink tussen de tandwielen van de boterkarner terecht kwam. Ach, zo gebeurde er altijd wel wat bij Strookappe!
 
 
Op de foto hiernaast zien wij Hein met Wakker en daarop Joop Swaak en Greetje Schouten. "Hein is onze veilige beschermer" werd in het fotoboek van de familie Swaak opgetekend, het was dan ook best wel griezelig om bovenop Wakker te gaan zitten!

Joop en Greetje logeerden in de zomer van 1942 in het verbouwde kippenhok van de familie Strookappe in het veld.
 
 
Joop is de maker van het bekende Erve Strookappe schilderij! Dit is de oorspronkelijke pasteltekening. Later maakte hij de tekening opnieuw met meer detail en schonk deze aan de familie Strookappe.
Joop aan het tekenen. Hij lijkt hier bezig te zijn aan de Oude Larenseweg. De boerderij in de verte is dan de boerderij waar later Eppie Strookappe zou gaan wonen.
Hierboven en onder afbeeldingen van de omgeving van het veld waar Joop en Greetje verbleven. Natuurlijk waren zij ook vaak op de boerderij. Met Joop zijn gitaar en Greetje haar mooie stem zorgden zij voor nog meer muzikaliteit op het erf.
Uitzicht over het Emsbroek met akkers waarop o.a. rogge werd verbouwd.
 
Joop Swaak met v.l.n.r. Dine en Hanna Strookappe en Toos Noordkamp.
Greetje Schouten aan het rogge binden met Dine Strookappe.
 
Als er een varken of zo geslacht moest worden, kwam Hermanus Aalpol uit Eefde die een eigen boerderij had maar ook werkzaam was als huisslachter en tuinman. Hij verbaasde zich altijd weer over al dat kindervolk wat er rondliep op Erve Strookappe. "Ze komen overal vandaan, zelfs nog uit de kolenbak!" zo vertelde hij thuis, hij vond dat prachtig.
 
 
Bewoners
 
Zoals ook op de Holten pagina gedaan met de bewoners van de Holtense Strookappe boerderij, vind je ook hier een overzicht van de Harfsense bewoners (waarvan de hoofdbewoners in vette letters) van het oude boerderijtje als ook de andere Harfsense locaties waar de familie ervoor woonde. De eerste drie personen van het overzicht staan ook in het overzicht op de Holten pagina. Ook noemen wij natuurlijk de Strookappes die voor het bestaan van dit boerderijtje in Harfsen hebben gewoond en daarmee komen we dan op 35 personen in totaal. Een zelfde overzicht kun je vinden onder een link op de Stroøkappe pagina waarmee de verschillende schrijfwijzes van de Strookappe naam staan opgesomt. Op de vijf afbeeldingen hieronder zijn de zes bladen van het bevolkingsregister van 1861 tot 1910 te zien van de bewoners van Erve Strookappe. Dat zijn dus de bewoners van de oude boerderij m.u.v. de jaren 1861 tot 1864 toen de familie nog op de Kleine Strookappe woonden.
 
 
 
intrede
naam
uittrede
 
 
 
afkomstig van de Strokappe uit Holten, stichting
1835
Jan Strokappe
1887
overleden
afkomstig van de Strokappe uit Holten, stichting
1835
Fenneken Achterkamp
1887
overleden
afkomstig van de Strokappe uit Holten, stichting
1835
Jan Strookappe
1856
huwelijk, verhuisd naar elders in Harfsen
geboorte
1836
Hendrik Strookappe
1846
overleden
geboorte
1837
Jan Albert Strokappe
1861<
verhuisd naar onbekend, later huwelijk 1868 Deventer
geboorte
1839
Gerrit Jan Strookappe
1860
verhuisd naar Holten, later huwelijk 1868 Nieuw Heeten
geboorte
1843
Janna Strokappe
1843
overleden
geboorte
1847
Hendrika Strokappe
1860
overleden
geboorte
1850
Janna Strokappe
1863
verhuisd naar divers, later huwelijk 1874 Deventer
geboorte
1853
Hendrik Jan Strokappe
1938
overleden
geboorte
1855
Egbert Strokappe
1871
verhuisd naar Warnsveld, huwelijk 1879 Deventer
afkomstig van de buren van Maatman, inwonend
1873
Anna Maatman
1881 verhuisd naar Klein Lebbink, dienstmeid
afkomstig uit Bathmen, huwelijk
1881
Hendrika Muil
1933
overleden
geboorte
1883
Jan Strokappe
1907
verhuisd naar Laren
geboorte
1886
Albert Strokappe
1960
overleden
geboorte
1890
Hendrik Jan Strookappe
1968
overleden
geboorte
1897
Egbert Strookappe
1897
overleden
afkomstig uit Bathmen, huwelijk
1907
Hermina Klein Velderman
1907
verhuisd naar Laren
afkomstig uit Gorssel, huwelijk
1912
Jantje Smale
1917
overleden
geboorte
1913
Hendrika Strookappe
1913
overleden
geboorte
1914
Gerrit Strookappe
1935
studeren in Zutphen
geboorte
1915
Hendrik Jan Strookappe
1942
huwelijk, verhuisd naar Almen
afkomstig uit Steenderen, dienstmeid
1918
Harmina Hendrika ten Holt
1919
verhuisd naar Laren
afkomstig uit Steenderen, huwelijk
1919
Heintje Stoelhorst
1967
overleden
geboorte
1920
Hendrika Strookappe
1942<
huwelijk, verhuisd naar Laren
geboorte
1921
Evert Johan Strookappe
1936
werk, verhuisd naar Warnsveld
geboorte
1922
Jan Strookappe
1953<
geëmigreed naar Nieuw Zeeland
geboorte
1923
Hendrik Gerrit Strookappe
1944
gevangenschap Duitsland
geboorte
1924
Alberta Strookappe
1951<
huwelijk, verhuisd naar Haarlem
geboorte
1926
Gerritdina Strookappe
1947<
huwelijk, verhuisd naar Leesten
geboorte
1927
Hendrika Johanna Strookappe
1957
verhuisd naar elders in Harfsen na huwelijk 1951
geboorte
1928
Heintje Strookappe
1928
overleden
geboorte
1929
Hein Strookappe 
1995
verhuisd naar Gorssel
geboorte
1933
Egbert Strookappe
1954
huwelijk, verhuisd naar elders in Harfsen
geboorte
1936
Frederik Gerrit Strookappe
1962
huwelijk, verhuisd naar Gorssel
geboorte
1941
Heintje Strookappe
1965
huwelijk, verhuisd naar Marknesse
 
Eerder op deze pagina hadden we al aandacht voor Anna Maatman die na het overlijden van haar vader Hendrik Maatman en het verhuizen van haar moeder Aaltjen Klein Nulent liefdevol wordt opgevangen door Jan Strookappe en Fenneken Achterkamp en haar hele jeugd op Erve Strookappe is blijven wonen, daar waar zij ook geboren is.
Het is mei 1881 als Anna de Strookappe verlaat en op 11-jarige(!) leeftijd als dienstmeid gaat werken op de boerderij van Harmanus Klein Lebbink in Harfsen waar ook Jan Strookappe van de andere tak heeft gewerkt. Een jaar later gaat ze werken bij de boerderij van Hendrik ten Have in Almen. Ook hier werkte eerder een Strookappe, namelijk Hendrik Jan Strokappe geb. 1853. De boerderij zou worden overgenomen door Derk Hulshof en Anna blijft er wonen en werken.

Op 27 oktober 1894 trouwt ze met een Hendrik Maatman die niet alleen een naamgenoot maar ook een volle neef van haar is. Ze gaan wonen bij zijn ouders in Gorssel. Later verhuizen ze naar de Jodendijk in Eefde waar ze in hun huis ook een sigarenwinkeltje hadden, zie foto hiernaast. Geheel links staat hier Anna Maatman en daarnaast haar dochter Frederika en zoon Frederik. Anna was moeder van elf kinderen en is overleden op 23 november 1949. De laatste jaren van haar leven woonde zij bij haar dochter Frederika en schoonzoon Herman Klein Baltink aan de Kapperallee te Eefde.
 
Veel informatie op deze pagina is ontleend van bevolkingsregisters en het leuke is dat in het laatste bevolkingsregister van de periode 1921-1939 het boerderijtje niet alleen met een huisnummer, maar ook met een naam wordt aangegeven en wel als .... "Strookappe"! Dus uiteindelijk toch nog een naam voor het boerderijtje welke in Harfsen dus is vernoemd naar de familienaam terwijl deze familienaam oorspronkelijk in Holten is ontstaan uit de boerderijnaam!
 
 
De nieuwe boerderij
 
In 1954 werd er begonnen met de bouw van de nieuwe boerderij aangezien de oude boerderij in slechte staat verkeerde en eigenlijk al een lange tijd veel te klein was voor deze grote familie. Wellicht dat de nieuwbouw ook werd gestimuleerd door de gemeente Gorssel want in het archief van Gorssel vond ik in een album met foto's van voor de afbraak en van na de nieuwbouw en in hetzelfde album waren van andere boerderijen in 1953/1954 ook dergelijke voorbeelden te vinden. Het geeft een goed beeld van de verandering op Erve Strookappe en nog een schitterende oude foto van het oude boerderijtje!
 
 
Aan de hand van het bakhuis, wat bleef staan, is goed de plek van de oude boerderij t.o.v. de nieuwe boerderij te herleiden zoals eerder op de pagina op de plattegrond ook al was te zien. Wat verder opvalt is dat de boom voor het huis en de paar bomen naast het huis ook verloren gingen. In de verte, rechts naast de nieuwe boerderij, is het kippenhok te zien welke halverwege Strookappe en Brinoord stond. Toen het woongedeelte van de nieuwe boerderij klaar was, kon er al worden verhuisd en werd het oude boerderijtje afgebroken. Het dak van dit boerderijtje was zo slecht dat er niet meer opgeklommen kon worden. Er werd touw om de spanten gebonden en Nellie, het grote Belgische paard, heeft daarmee het boerderijtje in een aantal keren omver getrokken! Zand voor de bouw van de nieuwe boerderij kwam uit het veld waardoor deze een lager gelegen gedeelte kreeg. Het zand werd op een wagen geladen en Nellie trok deze naar de boerderij. Begeleiding was niet nodig, Nellie wist de weg en liep in haar eentje naar Erve Strookappe!
 
De nieuwe boerderij is 9,5 meter breed en 20 meter lang en daarmee bijna twee keer zo groot als het oude boerderijtje. Op 1 april 1954 was de boerderij helemaal klaar en de steen hieronder met de initialen van Hendrik Jan Strookappe herinnert hieraan. De steen is geplaatst aan de voorzijde van het woongedeelte van de boerderij. De boerderij is gebouwd door bouwbedrijf Lammers uit Harfsen.

Het is zoon Hein geweest die de langste tijd in de nieuwe boerderij gewoond heeft en er uiteindelijk een kalvermesterij gehouden heeft. Daarvoor werd in 1962 de grote schuur achter de boerderij gebouwd en in 1970 de allergrootste schuur links op het terrein. Op de luchtfoto hiernaast is ook nog de oude schuur te zien welke pas in 1983 is afgebroken. Het bakhuis stond naast de schuur en daar weer naast de oude boerderij welke vlak aan de weg stond en niet ver (circa 5 meter) van de nieuwe boerderij. Zie ook de plattegrond eerder op deze pagina. De luchtfoto is in de jaren '70 gemaakt.
 
Hein is tot 1995 op Erve Strookappe blijven wonen en met zijn verhuizen kwam er een einde aan een periode van ruim 150 jaar Strookappe aanwezigheid aan de Emsbroekweg. De foto's hieronder (naast de steen) zijn gemaakt in resp. 1954 en 1962.
 
 

Zo ziet de boerderij er tegenwoordig uit. Een boerderij is het feitelijk al een tijd niet meer aangezien er allang niet meer geboerd wordt. Tegenwoordig woont er de familie Nijland nadat het huis eerder verkocht is geweest aan de familie Blikman en Vennink.


Links hiernaast een foto van de boerderij van veraf. Op de voorgrond het groene weideland van het Emsbroek en achter de boerderij het bos welke direct aan de overkant van de boerderij aan de Emsbroekweg ligt.
 
 
Alle woningen waar de familie Strookappe in de periode van 1844 tot 1954 aan de Emsbroekweg heeft gewoond zijn inmiddels verdwenen. Om toch nog een goede voorstelling te kunnen krijgen van de leefomstandigheden van toen kan ik je aanraden een bezoek te brengen aan het Openluchtmuseum in Arnhem. De foto's hieronder zijn er gemaakt. Het zijn v.l.n.r. een plaggenhut, een daglonershuisje en een kleine boerderij. De kleine boerderij is 9,4 meter breed en 11,2 meter lang en heeft dus een oppervlakte van 105 m2 en is daarmee ongeveer net zo groot als de uiteindelijke oude boerderij. Geloof me, als je in dit boerderijtje in het Openluchtmuseum staat, is het haast niet voor te stellen dat de familie Strookappe met zovelen op Erve Strookappe gewoond hebben!
 
 
© 2007-2019 Erwin Strookappe